NOS NieuwsAangepast

Inflatiecijfer vorig jaar lager met nieuwe berekening, wat zijn de gevolgen?

Huurcontracten en loononderhandelingen: twee dingen waar het inflatiecijfer altijd een belangrijke rol in speelt. Maar als het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de nieuwe rekenmethode op de inflatiecijfers van vorig jaar legt, komen die een stuk lager uit. Wat heeft dat voor gevolgen?

Het grootste verschil zit in september. De 14,5 procent inflatie die toen werd gerapporteerd maakte veel los, ook in Den Haag. De nacht voor Prinsjesdag werd er mede door dat hoge inflatiecijfer nog tot het laatste moment overlegd en werden grote koopkrachtpakketten uitonderhandeld. Maar met de nieuwe rekenmethode had de inflatie in die maand tussen de 7,6 en 8,1 procent gelegen.

Onderstaande grafiek laat de inflatiecijfers zien zoals ze vorig jaar gerapporteerd werden en de nieuwe berekening. Voor die laatste gebruikt het CBS een bandbreedte:

Sandra Phlippen, hoofdeconoom van ABN Amro, had al langer kritiek op de berekening van het inflatiecijfer. De dag voor Prinsjesdag publiceerde de bank een rapport waarin de onderzoekers keken naar de invloed van bestaande energiecontracten. Daar kwam toen ook al een lagere stijging van de maandlasten uit.

"Ik ben heel blij met deze nieuwe methode, want die zegt veel meer over de realiteit", zegt Phlippen, "Maar ik maak me wel zorgen over wat die te hoog ingeschatte inflatiecijfers voor effect hebben gehad. Ik wil het CBS niet tekortdoen, want dit berekenen is een gigantisch karwei, maar het is belangrijk dat er goed geëvalueerd wordt wat de effecten zijn geweest."

Wat zijn die mogelijke effecten dan? Phlippen: "Het maandenlang te hoog gepresenteerde inflatiecijfer kan leiden tot het verder aanwakkeren van inflatie. Zo heeft het invloed gehad op de looneis, op aannemerscontracten, en ook op de angst voor nog meer inflatie in de toekomst."

"De overheid reageerde ook op het hoge inflatiecijfer bij het bepalen van de hoeveelheid steun", zegt Phlippen. "Alle maatregelen bij elkaar zorgden ervoor dat het bruto beschikbaar inkomen van de meeste huishoudens in de eurozone het afgelopen jaar is gestegen en loon was daarvan niet het grootste deel."

Loon-prijsspiraal

Phlippen vreest dat dit kan leiden tot een zogenoemde loon-prijsspiraal. Dat is een economisch verschijnsel waarbij inflatie zichzelf versterkt: er worden door die inflatie hogere lonen geëist, waardoor bedrijven weer hogere kosten hebben, die ze weer doorberekenen in hun prijzen. "De krappe arbeidsmarkt, de weinige faillissementen en blijvende inflatie geven alle ingrediënten om de vlam in de pan te doen slaan voor een loon-prijsspiraal", zegt Phlippen.

Het CBS zegt dat de meetmethode hiervoor niet veel uitmaakt. "Als je je zorgen maakt over de hoge inflatie van vorig jaar en de loon-prijsspiraal, moet je je ook zorgen maken over de te lage gemeten inflatie nu", zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen. "Gemeten over een lange periode komt het gelijk uit en heeft het dus geen effect."

Hij denkt dat het effect wel kan optreden als bij het berekenen van de inflatie maar naar één maand wordt gekeken. "Maar als je consequent elk jaar dezelfde maand gebruikt, kom je uiteindelijk ook op hetzelfde niveau uit."

Kwetsbare huishoudens

Vakbond FNV had een hoge looneis van 14,3 procent op tafel gelegd, maar dat is bij veel cao's niet gelukt. ABN heeft becijferd dat de gemiddelde cao-stijgingen uitkomen rond de 6 procent. Een stuk hoger dan de jaren ervoor, maar lager dan het nieuwe inflatiecijfer.

"Maar loon is maar één onderdeel van wat kan leiden tot een loon-prijsspiraal", zegt Phlippen, "De steunmaatregelen komen daarbovenop."

Daarom vindt ze het belangrijk dat generieke steun wordt afgebouwd. Er is volgens haar genoeg tijd geweest om te weten waar de kwetsbare huishoudens zich bevinden. "Dat zijn met name lage inkomens in tochtige huurwoningen. Die moeten we gericht steunen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl