Belang Amerikaanse vermogensbeheerders in Nederlandse bedrijven groeit
Charlotte Klein
redacteur Economie
Charlotte Klein
redacteur Economie
De aandeelhouders van grote Nederlandse bedrijven zijn vooral grote Amerikaanse vermogensbeheerders. Slechts een fractie van de directe aandeelhouders zetelt nog in Nederland.
De NOS heeft in kaart gebracht wie de aandeelhouders zijn van ASML, Shell, Unilever, ING, Ahold Delhaize, Heineken, DSM en Philips, grote bedrijven met een Nederlandse achtergrond.
Uit die analyse komt naar voren dat de hoge winsten van deze bedrijven nauwelijks bij Nederlandse gepensioneerden terechtkomen, maar dat vooral vermogende particuliere beleggers ervan profiteren. Die hebben veel meer aandelen in deze grote bedrijven, terwijl de pensioenfondsen hun investeringen zoveel mogelijk spreiden om de risico's laag te houden.
Daarbij komt dus dat veel geld wordt belegd via Amerikaanse vermogensbeheerders en dat kan tot problemen leiden, zeggen experts.
Hier zetelen de aandeelhouders:
Pensioenfondsen en particulieren kunnen op twee manieren hun geld investeren: ofwel rechtstreeks zelf, ofwel via een vermogensbeheerder. Zulke vermogensbeheerders investeren geld van anderen, zoals particulieren, pensioenfondsen of verzekeraars, en krijgen daar een vergoeding voor. De grootste drie ter wereld zijn allemaal Amerikaans: Blackrock, Vanguard en State Street.
Kleine Nederlandse pensioenfondsen hebben vaak de middelen niet om zelf hun geld te beleggen en besteden het uit, grotere pensioenfondsen als ABP en PFZW doen het op beide manieren: ze investeren het via hun eigen beheerders APG en PGGM én ze laten hun geld beleggen door anderen. Al doen ze dat laatste veel minder. De vijf grootste pensioenfondsen beleggen samen voor nog geen 400 miljoen euro in Blackrock, Amundi en State Street.
Particuliere beleggers stoppen hun vermogen juist steeds meer in de beleggingsmandjes van de grote investeringsfondsen.
Goedkoop en efficiënt
"Er is al een tijd een trend gaande dat er steeds meer wordt uitbesteed aan vermogensbeheerders en ik verwacht dat die nog wel even doorgaat", zegt Gerben Everts, directeur van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). De voornaamste reden om dat te doen zijn de kosten - het is goedkoop - en de efficiëntie.
"Dat maakt het voor pensioenfondsen heel aantrekkelijk. BlackRock heeft bijvoorbeeld een verdienmodel waar ze standaardproducten verzorgen voor de allerlaagste kosten. Pensioenfonds ABP bedient meer dan 2,5 miljoen gezinnen in Nederland, voor hen kan die paar procentpunten die je bespaart door je geld uit te besteden soms een veel hogere uitkering betekenen."
De grootste aandeelhouders per bedrijf:
1 | 2 | 3 | |
ASML | Capital Research Global Investors: 15,79 procent | Capital World Investors: 5,85 procent | BlackRock: 5,56 procent |
Shell | BlackRock: 7,52 procent | Vanguard: 3,33 procent | Norges Bank Investment Management: 2,87 procent |
Unilever | BlackRock: 8,40 procent | Vanguard: 3,19 procent | Leverhulme Trust: 1,86 procent |
Ahold Delhaize | BlackRock: 5,89 procent | Amundi: 3,39 procent | State Street: 3,12 procent |
Heineken | Heineken Holding: 50,01 procent | FEMSA: 8,63 procent | GQG Partners: 1,89 procent |
ING | BlackRock: 5,51 procent | Amundi: 3,09 procent | Norges Bank Investment Management: 3,04 procent |
DSM | Capital Research Global Investors: 6,12 procent | BlackRock: 5,88 procent | Artisan Partners: 3,75 procent |
Philips | BlackRock: 5,63 procent | Artisan Partners: 5,10 procent | T. Rowe Price: 4,94 procent |
Pensioenfondsen winnen er dus wat mee door hun vermogen te laten beleggen, maar er zijn ook kanttekeningen bij te plaatsen. Everts: "Sommige vermogensbeheerders worden steeds machtiger. BlackRock beheert 8050 miljard euro en zo zitten ze bij bijna elk groot bedrijf in de top 3 van grootste beleggers. Dat kan een probleem vormen. Hoe zorg je ervoor dat je de juiste belangen dient als je ook bij de concurrent de grootste aandeelhouder bent?"
Daardoor is het voor een bedrijf als BlackRock praktisch onmogelijk om als aandeelhouder consequenties te verbinden aan kritiek, stelt Everts: "Ze kunnen niet echt 'stemmen met de voeten', oftewel weglopen als je het niet eens bent met de koers van een bedrijf."
Inleveren autonomie
Dat is ook de zorg van Hans Stegeman, hoofdeconoom van Triodos. "Door het via een vermogensbeheerder te doen, levert een pensioenfonds een deel van zijn autonomie in. De focus ligt dan op geld, en niet op de invloed. Die geven ze dus weg."
Stegeman denkt dat hierdoor de invloed van modale werknemers en gepensioneerden op grote bedrijven nog kleiner wordt. "Niet de geldschieters, maar de vermogensbeheerders mogen naar de aandeelhoudersvergadering. Er is dus nog een extra schakel aan het systeem toegevoegd, terwijl we van de financiële crisis weten: hoe meer schakels, hoe minder goed de belangen van degenen onderaan de keten worden gewaarborgd."
Daarbij beleggen deze vermogensbeheerders vaak passief, zegt Stegeman, en dat maakt de invloed nog kleiner. "Met passief beleggen volg je een index, dus een soort gemiddelde van een mandje aandelen. Dat is goedkoper, daarom doen ze dat, maar je hebt daardoor geen zicht meer op de resultaten en het gedrag van bedrijven waarin je investeert."
Niet gratis
Daarnaast kost dit systeem ook geld, benadrukt Everts. Het klopt dat het grootste deel van het geld dat vermogensbeheerders beleggen afkomstig is van pensioenfondsen - de pensioenpot is de grootste pot geld ter wereld - maar er gaat natuurlijk ook een deel van het geld naar de vermogensbeheerders zelf.
Dat geldt vooral voor zogenoemde private equity-bedrijven, private investeerders die beleggen met meer risico, in de hoop op hogere rendementen. Die investeren bijvoorbeeld meer met geleend geld in jonge bedrijven.
Daar kan het rendement veel hoger uitvallen bij goede resultaten, maar daar staat tegenover dat bij slechte resultaten de verliezen ook veel hoger liggen. En vorig jaar werd bekend dat Nederlandse grootste pensioenfonds ABP alleen al 2,8 miljard euro kwijt was aan bonussen voor de topmensen van dit soort private equity-bedrijven.