OPCW: Assad achter gifgasaanval Douma die 43 levens eiste
Het Syrische leger zit achter de aanval met gifgas op de voorstad Douma, vlakbij Damascus, in 2018. Dat heeft de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) bekendgemaakt na jaren onderzoek. Bij de aanval met het giftige chloorgas vielen 43 doden, vooral burgers.
Tot nu toe was er nog onduidelijkheid over de toedracht, ook omdat Syrië de OPCW-onderzoekers niet toeliet tot de plek van de aanval. De regering van president Assad heeft eerder de indruk proberen te wekken dat de aanval in scene was gezet door rebellen, die Douma op dat moment in handen hadden. Daarbij zouden de rebellen doden vanaf andere plekken naar Douma hebben verplaatst, om Assad de schuld te kunnen geven van een niet-bestaande aanval. Deskundigen noemden die uitleg direct al bijzonder onwaarschijnlijk.
Twee gele containers op woongebouwen
Op basis van tientallen gesprekken met getuigen en onderzoek van urine- en bloedwaarden van overlevenden concludeert de OPCW ook dat de uitleg van Assad niet kan kloppen. De aanval is uitgevoerd door de Syrische luchtmacht, zeggen de onderzoekers: tenminste één Mig-helikopter van de Syrische elite-eenheid 'Tijgermacht' heeft twee gele containers met chloorgas op appartementengebouwen in Douma gegooid. Daarbij vielen ten minste 43 doden en tientallen gewonden.
De OPCW houdt formeel een slag om de arm door te zeggen dat het "een redelijke grond heeft om aan te nemen" dat Assad achter de aanval zit, maar stelt dat er in de praktijk geen twijfel meer is. "Het is nu aan de internationale gemeenschap om actie te ondernemen", zegt OPCW-topman Fernando Arias in een toelichting. "Het gebruik van chemische wapens is onacceptabel en een overtreding van de internationale rechtsorde."
Rusland blokkeert vervolging
Syrië heeft altijd ontkend achter gifgas-aanvallen te zitten, ook al heeft de OPCW al vaker geconcludeerd dat het land die heeft uitgevoerd: eerder vielen er gewonden bij aanvallen met sarin en chloorgas op gebied in handen van rebellen in Al-Lataminah (2017) en Saraqeb (2018). Het land is hier nog niet voor vervolgd: in de VN-Veiligheidsraad houdt Rusland alle pogingen tegen om een onderzoek te laten openen door het Internationaal Strafhof. Net als de OPCW is die organisatie gevestigd in Den Haag.
De burgeroorlog Syrië duurt al ruim een decennium, en heeft tot nu toe honderdduizenden levens geëist. Ongeveer de helft van de bevolking (23 miljoen mensen) is op de vlucht geslagen, in het binnenland of naar het buitenland.