De wrede kamparts van Amersfoort: 'Hij was zijn artseneed volledig vergeten'
Lambert Teuwissen
redacteur Online
Lambert Teuwissen
redacteur Online
"Een schande voor de mens in het algemeen en voor de arts in het bijzonder." Zo typeerde de aanklager na de Tweede Wereldoorlog arts Nico van Nieuwenhuysen van Kamp Amersfoort. Hij had zijn patiënten verwaarloosd, mishandeld, laten verhongeren en blootgesteld aan ziektes. Hij vervalste overlijdenscertificaten en twee schedels van omgekomen gevangenen eindigden zelfs als curiositeit in zijn kantoor.
"Hij is zijn eed om voor patiënten te zorgen volledig vergeten", vat huisarts Adriaan van Es het samen. Met journalist Arjeh Kalmann schreef hij het boek Maar ik ben geen schooier over Van Nieuwenhuysen. Hun onderzoek was mede aanleiding voor een tentoonstelling over artsen in Kamp Amersfoort die vandaag opent in het voormalige kamp.
Van Es noemt Van Nieuwenhuysen een hard en lastig man. Omdat zijn praktijk vanwege zijn pro-Duitse houding stagneerde, aanvaardde hij het aanbod van de bezetter om in Kamp Amersfoort te komen werken. Van Es meent dat Van Nieuwenhuysen als chirurg totaal ongeschikt was voor die baan.
"Chirurgisch werk was het enige wat hij wilde doen, dus dan heb je niet zo veel verstand van ondervoeding of besmettelijke ziektes. Dat heeft hem wel parten gespeeld. Maar hij luisterde ook nooit naar het advies van artsen die er als gevangenen zaten."
Gevangenen geslagen
Een "onverschillige verbittering" had Van Nieuwenhuysen over zich, luidde na de oorlog het oordeel van een collega-arts die vastzat in Kamp Amersfoort. "Laat ze maar verrekken." Maar het was dat niet alleen. "Bij onderzoek hanteerde hij in plaats van de stethoscoop de stok", getuigt een andere gevangene.
Van Nieuwenhuysen mishandelde patiënten van wie hij dacht dat ze een ziekte simuleerden om onder het strenge regime in het kamp uit te komen. "Het was een wreed man die gevangenen sloeg en uitschold, maar ook lang liet wachten en nauwelijks aandacht gaf", somt Van Es op.
Het kwetsbaarst waren waarschijnlijk de 101 Sovjetsoldaten die in het kamp totaal aan hun lot werden overgelaten. Na een half jaar werden de mannen doodgeschoten, als ze althans nog niet waren overleden aan ziekte, ondervoeding of mishandeling. Het leverde Van Nieuwenhuysen de twee lugubere trofeeën in zijn kantoor op: van twee dode Russen liet hij de hoofden amputeren en uitkoken, de schedels zette hij op zijn bureau.
"Het laat zien hoezeer hij meeging in het vijandbeeld van de mensen die er gevangen zaten. Het waren vijanden van de Duitse zaak en dat waren eigenlijk geen mensen", beschrijft Van Es deze flagrante schending van de artseneed. "Ter wille van een ideologie vergat hij de plicht naar de patiënten onder zijn verantwoordelijkheid."
Naar het oostfront
Van september 1941 tot maart 1942 was Van Nieuwenhuysen kamparts in Amersfoort, daarna vertrok hij vrijwillig als chirurg naar het oostfront met de SS. Dat en zijn tijd in het kamp werd hem uiteindelijk zwaar aangerekend: hij werd veroordeeld tot twintig jaar cel en kreeg een levenslang beroepsverbod, de zwaarste straf die een arts na de oorlog opgelegd kreeg.
Erg schuldbewust was Van Nieuwenhuysen evenwel niet. Pas na aandringen door de rechter erkende hij verkeerde keuzes te hebben gemaakt. "Maar ik ben geen schooier", voegde hij eraan toe. "Als medicus heb ik mijn best gedaan. Ik heb mijn tekortkomingen gehad. Ik ben altijd een hard man geweest. Maar mijn chirurgische kant, dat kon ik en dat heb ik ook goed gedaan."
Van Es en Kalmann vonden het citaat zo treffend dat ze het als titel voor hun biografie kozen. "Het zegt iets over hoe hij naar zichzelf keek. Er is zo weinig zelfreflectie zichtbaar over zijn eigen keuzes en handelen. Hij heeft zelf, vlak voor hij in 1967 in Zuid-Afrika overleed, nog gezegd dat die periode aan het oostfront de mooiste van zijn leven was. Want ja, daar kon hij naar hartelust opereren."