Hulpverleners Lesbos niet langer vervolgd voor spionage
De hulpverleners die op Lesbos terechtstonden omdat ze daar bootvluchtelingen hebben geholpen, worden niet meer vervolgd voor spionage. De rechtbank op het Griekse eiland neemt de aanklacht tegen de 24 reddingswerkers niet in behandeling vanwege procedurele fouten. Er liggen nog wel andere beschuldigingen tegen hen, maar die zijn nog niet voor de rechter gebracht.
Onder hen zijn de Nederlander Pieter Wittenberg en de Syrische zwemster Sarah Mardini, op wier leven de recente Netflix-film The Swimmers is gebaseerd. Zij en de andere hulpverleners werden verdacht van het afluisteren van radiofrequenties van de Griekse kustwacht, waarvoor ze in Griekenland een celstraf van maximaal acht jaar hadden kunnen krijgen.
Die aanklacht wordt nu dus niet behandeld omdat er volgens de rechter procedurele fouten zijn gemaakt in het proces. Eerder hadden de advocaten van de hulpverleners al aangevoerd dat in hun ogen juridisch slecht werk was verricht. Zo waren er geen buitenlandse vertalingen beschikbaar van de Griekse processtukken, terwijl een aantal verdachten het Grieks niet machtig is.
Het proces tegen de hulpverleners begon al eind 2021, maar werd uitgesteld omdat de Griekse rechtbank die de zaak behandelde daar naar eigen zeggen niet bevoegd voor was. Het proces moest daarom verdergaan bij een hogere rechtbank. Daar zijn maanden overheen gegaan.
Andere beschuldigingen
Behalve van spionage worden de hulpverleners ook nog beschuldigd van mensensmokkel en deelname aan een criminele organisatie. Op die zwaardere aantijgingen staat in Griekenland een celstraf van maximaal 25 jaar. Omdat het onderzoek naar deze beschuldigingen nog loopt, is niet duidelijk of en wanneer die voor de rechter komen.
De reddingswerkers hebben de aantijgingen altijd tegengesproken en zeggen dat ze mensenlevens hebben gered door vluchtelingen uit zee te halen. Pieter Wittenberg zei in november, toen het proces begon, dat humanitaire hulp nooit een misdaad kan zijn. De 75-jarige Nederlander was in 2016 en 2017 op Lesbos, waar hij onder meer kookte voor vluchtelingen en schipper was van een reddingsboot.
Volgens hem zorgden hij en andere vrijwilligers ervoor dat de bootvluchtelingen op een veilige plek aan de kust terechtkwamen. "Zodat ze niet aan de rotsen liepen, of aan de grond."
Ik zou het zo weer doen, zei Wittenburg in november: