Clingendael: snel langetermijnperspectief nodig voor Oekraïners in Nederland
Vandaag houdt een deel van de Oekraïners in Nederland de traditionele orthodoxe kerstviering. In Haarlem is een kooropvoering van vier koren; twee koren bestaan volledig uit mensen die zijn gevlucht voor de oorlog. De Oekraïners willen met muziek hun dankbaarheid tonen voor wat er voor hen gedaan is het afgelopen jaar. Maar hoe het verder gaat met hen in Nederland, is onzeker.
Volgens Monika Sie, directeur van onderzoeksinstituut Clingendael, is het belangrijk dat er snel meer duidelijkheid komt over het langetermijnperspectief van Oekraïners in Nederland. In oktober is de tijdelijke bescherming op EU-niveau verlengd met een jaar tot 4 maart 2024. Of de bescherming ook daarna nodig is, is nog niet duidelijk, maar waarschijnlijk zal het nog lange tijd duren voordat Oekraïne weer duurzaam veilig is, zegt onderzoeksinstituut Clingendael in zijn laatste 'early warning' rapport.
"Voor de ontvangende gemeenten is het ingewikkeld", zegt Clingendael-directeur Sie. "Ga je tijdelijke of permanente behuizing regelen? Ook voor werkgevers is het ingewikkeld: hoelang kun je op een werknemer rekenen? En voor Oekraïners is het eveneens ingewikkeld: wat gebeurt er als je een baan hebt, maar de tijdelijke bescherming loopt af: moet je dan weg? Laat je je kinderen Nederlands onderwijs volgen om ze voor te bereiden op een toekomst in Nederland of krijgen ze les van onderwijzers uit Oekraïne in Nederland?"
De 18-jarige kunstacademiestudent Sasha Kulyenkova (18) uit Kiev, die zingt in het Makivka-koor dat zaterdag optreedt, wil graag in Nederland blijven. "De situatie in Oekraïne is gevaarlijk. Soms is er geen elektriciteit, water of internet. Ik wil graag hier blijven en kunst blijven maken."
Andere koorleden willen wel graag terug, maar onzekerheid overheerst:
Op 16 december stuurde staatsecretaris Eric van der Burg (Asiel & Migratie, VVD) een brief naar de Tweede Kamer over de opvang van Oekraïners. Daarin staat dat Nederlandse gemeenten in 2023 15.000 extra opvangplekken moeten creëren. De verwachting is namelijk dat veel Oekraïners niet op korte termijn kunnen terugkeren, schrijft Van der Burg in zijn brief.
"Samen met de opvangplekken voor de asielzoekers in de crisisnoodopvang (CNO), die gemeenten regelen, wordt dit een enorme puzzel voor de gemeentelijke organisatie, scholen, huisartsen en andere begeleidingsorganisaties", zegt de VNG. "Om dit aan te kunnen, is het belangrijk dat opvang van asielzoekers en Oekraïners (inclusief gevolgen voor huisvesting en integratie) integraal wordt bezien", mailt een woordvoerder.
Het ontbreekt volgens de VNG aan samenhang. "Wat betekent langdurige opvang voor onderwijs, zorg, participatie? Dit is vooralsnog verkokerd vanuit verschillende ministeries opgepakt. Voor de VNG is het echt heel belangrijk dat bij alle visies, plannen, etc. wordt gekeken naar de gevolgen voor gemeenten. Dat wordt tot nu toe te vaak over het hoofd gezien."
Volgens de Oekraïense Maria Shaidrova, voorzitter van stichting Opora en migratiewetenschapper aan de Tilburg University, geeft de brief een "minder substantieel antwoord dan waarop was gehoopt. Mensen hebben behoefte aan duidelijkheid: "Kunnen we hier een leven opbouwen als dit de enige plek is waar we in veiligheid zijn?"
"Het is de eerste keer dat die regeling tijdelijke bescherming wordt gebruikt", zegt Clingendael-directeur Sie. "Die kan nog een keer worden verlengd tot 4 maart 2025. Het is niet duidelijk wat er daarna gebeurt: of mensen mogen blijven, terug moeten of dat er een speciale categorie voor deze mensen wordt gecreëerd waardoor ze niet de gewone asielprocedure hoeven te doorlopen."
Als dat niet gebeurt, dan ziet de IND zich straks geconfronteerd met een enorme werklast, zegt Sie, "omdat ze dan alsnog moet beslissen over al die 90.000 of meer asielaanvragen. Daar zal de overheid zich op moeten voorbereiden".
Een andere mogelijkheid is dat de Nederlandse regering inzet op een wijziging van de maximumduur van de Europese tijdelijke beschermingslijn. "Die zou dan langer dan drie jaar moeten worden." Volgens Sie moet daarvoor wel de Europese wetgeving worden gewijzigd. "Brussel moet wel opschieten om maart 2025 te halen."
Een woordvoerder van Justitie zegt dat er in de eerste helft van dit jaar onderzoek wordt gedaan naar hoe het beste kan worden omgegaan met het verblijfsrecht na het aflopen van de tijdelijke bescherming en naar voorbereidingen voor een eventuele terugkeer. "Beide onderwerpen worden in de eerste helft van 2023 zowel in nationaal als in Europees perspectief bekeken."