Nederlands-Somalische journalist omgekomen bij aanslag Mogadishu
Bij de aanslag met twee autobommen in de Somalische hoofdstad Mogadishu is een Nederlands-Somalische journalist gedood. Dat bevestigt het ministerie van Buitenlandse Zaken. De journalist, Abdullahi Jama, was een bekende journalist in Somalië. Hij woonde sinds enige jaren in het Verenigd Koninkrijk, nadat hij jaren in Nederland en Zweden had gewoond. Jama zou in Somalië zijn geweest in verband met een ziekenbezoek aan zijn moeder.
"Hij was een aardig, geliefd en rustig persoon", zegt Mohamed Midnimo, een Nederlands-Somalische ondernemer die in Mogadishu woont en een vriend van Jama was. Hij omschrijft zijn vriend als "creatief" en iemand die zijn werk met een "frisse mindset" deed. Volgens Midnimo laat Jama zijn partner en vijf kinderen achter.
In Nederland zou Jama actief zijn geweest bij de oprichting van een netwerk van gevluchte Somalische journalisten. Hij ontvluchtte zijn geboorteland in 2006, waarna hij nog enige tijd vanuit Kenia werkte voor een Somalisch radiostation.
Tweede autobom
Bij de aanslag van zaterdag, die is opgeëist door terreurbeweging al-Shabaab, vielen zeker 100 doden. Ruim 300 mensen raakten gewond. Volgens president Mohamud zijn veel slachtoffers zwaargewond en wordt er rekening mee gehouden dat het dodental de komende dagen nog verder stijgt.
De Nederlands-Somalische journalist is niet de enige verslaggever die slachtoffer is geworden van de aanslag. Voor zover bekend is ook de lokaal bekende journalist Mohammed Isse Koonaa van Universal Somali TV gedood. Verder raakten Reuters-fotograaf Feisal Omar en Voice of America-verslaggever Abdukadir Mohamed Abdulle gewond.
Collega-journalisten en politieagenten zeggen dat de journalisten naar het drukke kruispunt snelden toen de eerste autobom afging. Kort daarna ging de tweede autobom af. Ook een ambulance die was opgeroepen in verband met de eerste explosie zou bij de tweede ontploffing zijn verwoest.
De Somalische journalistenvakbond SJS veroordeelt de aanslag en roept op tot vervolging van de verantwoordelijken. De bond zegt dat Somalische journalisten steeds meer risico's lopen vanwege hun werk en vraagt de federale overheid om maatregelen. Ook worden collega-verslaggevers extra opgeroepen om voorzichtig te werk te gaan.
Het kruispunt waar de autobommen afgingen, niet ver van het ministerie van Onderwijs, is normaal gesproken erg druk. Bij de kruising is een grote markt waar onder meer eten, kleding en het populaire verdovende middel qat wordt verkocht. Vijf jaar geleden kwamen daar al eens 500 mensen om het leven bij een aanslag.
"Onze mensen zijn afgeslacht, inclusief moeders die hun kinderen in hun armen droegen, vaders met medische problemen, studenten die hier studeerden en zakenlui die hun best deden om hun families te onderhouden", zei een verslagen premier Mohamud na een bezoek aan de plek van de aanslag.
Onder meer de Verenigde Staten hebben herhaald Somalië bij te staan in de strijd tegen terrorisme en ook vanuit de Verenigde Naties en de Europese Unie klinkt een brede veroordeling van de aanslag. De Afrikaanse Unie heeft de internationale gemeenschap opgeroepen om de steun aan Somalië in de strijd tegen terrorisme uit te breiden. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft aangeboden te helpen met het verplegen van de vele gewonden.
