Nieuwe oliepijplijn Oost-Afrika: economische kans of tikkende tijdbom?
Eva de Vries
Eva de Vries
Terwijl wereldwijd het gebruik van fossiele brandstoffen wordt ontmoedigd om klimaatverandering af te remmen, wordt in Oost-Afrika juist gewerkt aan een oliepijplijn: de 1400 kilometer lange East Africa Crude Oil Pipeline (EACOP).
Van Kampala tot New York proberen klimaatactivisten de bouw te voorkomen. Een 'tikkende tijdbom' noemen ze het. Volgens hen zijn de gevolgen voor de biodiversiteit, het klimaat en de mensen in het gebied desastreus. Maar de bedrijven achter de pijplijn zien vooral een grote economische kans.
Zowel in Uganda als Tanzania ligt de aanleg van de pijplijn gevoelig; in Uganda zijn er ook zorgen om een nationaal park, waar de geplande pijplijn langs loopt. Protest wordt in het land vrijwel meteen de kop in gedrukt. Voor David Musiri (34) eindigde een actie in de hoofdstad Kampala achter de tralies, nadat hij door de politie hardhandig in een busje was gegooid. "De bouw verwoest het leefgebied van wilde dieren zoals chimpansees en leeuwen", vertelt Musiri aan de NOS.
Na een week in een gevangenis in Kampala is hij weer op vrije voeten. "Langs de route zijn al veel mensen hun huis uit gezet terwijl ze daar niet financieel voor worden gecompenseerd", zegt hij. Volgens Musiri is de pijplijn ook funest voor het klimaat. "Terwijl klimaatverandering ons hier nu al keihard raakt. We moeten dus iets doen."
Ook andere gevaren dreigen, zegt natuurorganisatie BothENDS. Zo loopt de pijplijn langs belangrijke zoetwaterbronnen, zoals het Victoriameer, waar ook veel mensen wonen.
"Als daar lekkages optreden, krijgen we een herhaling van de ramp in de Nigerdelta in Nigeria", zegt Cindy Coltman, die zich bezighoudt met de campagne tegen de pijplijn. In dat gebied waren jarenlang olielekkages. Veel inwoners verloren daardoor hun landbouwgrond of plek om te vissen. Shell is inmiddels voor de vervuiling aansprakelijk gesteld. "Deze route door Uganda en Tanzania is totaal niet veilig, terwijl TotalEnergies dat wel zegt."
Druk op investeerders
BothENDS en andere organisaties proberen bedrijven onder druk te zetten die via de grootste aandeelhouder, TotalEnergies, investeren in de pijplijn. Zo hebben bijvoorbeeld pensioenfondsen Zorg en Welzijn, en ABP een flinke vinger in de pap. "Wij vertellen hun het eerlijke verhaal over het project, en roepen op zich terug te trekken". 24 banken en 18 verzekeraars hebben daar tot nu toe gehoor aan gegeven.
De ophef over de pijplijn bereikte onlangs ook het Europees Parlement. Daar werd een resolutie aangenomen waarin de nadelige gevolgen van de bouw worden benoemd. Europarlementariërs hebben TotalEnergies en andere aandeelhouders gevraagd om de bouw van de pijplijn uit te stellen en na te denken over een andere route.
Maar TotalEnergies is niet van plan de bouw op te schorten. Het bedrijf zegt tegen de NOS dat het er alles aan doet om zo transparant mogelijk te werk te gaan, met aandacht voor het klimaat en mensenrechten.
"Met de route die nu is uitgestippeld ontwijken we natuurparken en richten we zo min mogelijk schade aan", zegt Stephanie Platat vanuit het hoofdkantoor in Parijs. "De pijplijn is volledig ondergronds en na het aanleggen wordt overal herbeplant."
TotalEnergies zegt dat de lokale bevolking vanaf het begin bij de aanleg is betrokken, en dat de mensen die hun huis moeten verlaten geld krijgen om ergens anders hun leven weer op te bouwen.
'Hypocriete houding'
Zowel de Ugandese als de Tanzaniaanse regering, beide voor 15 procent eigenaar van de pijplijn, vindt dat de EU zich neokoloniaal en hypocriet opstelt. De landen willen geen Europese bemoeienis met het project. Volgens hen creëert het project duizenden banen en maakt het hen minder afhankelijk van de import van olie.
De pijplijn zou van essentieel belang zijn voor de economie van beide landen, vooral omdat de meeste olie bedoeld is voor de export. Door de oorlog in Oekraïne en de sancties tegen Rusland blijft de internationale vraag naar olie voorlopig groot.
Volgens David Musiri gaat de Ugandese bevolking helemaal niets merken van die economische groei. Hij benadrukt dat veruit het grootste deel van de pijplijn in handen is van de Franse oliegigant. "Het Ugandese deel van het geld zal verdwijnen in de zakken van de president, zijn familie en vrienden."
Ondertussen gaan in Uganda en Tanzania de voorbereidingen voor de bouw door. "Zolang die pijp nog niet in de grond zit, kunnen we het tegenhouden", denkt Coltman van BothENDS. "Door de aandacht niet te laten verslappen, en politici en investeerders te laten zien dat TotalEnergies en de andere aandeelhouders mensen verkeerd informeren."
Ook Musiri laat zich de mond niet snoeren. Ook al riskeert hij arrestatie, ontvoering en zelfs de dood. "Ooit noemden we Uganda met trots de parel van Afrika. Door het perfecte klimaat, en alles wat hier groeit en leeft. Die parel moet haar glans terug krijgen. Daar strijd ik voor. Voor onze kinderen, voor de toekomst."