Sonde botst vannacht op planetoïde, test om gevaar uit de ruimte te bestrijden
Om 01.14 uur vannacht zal een Amerikaanse ruimtesonde met hoge snelheid op een ruimterots botsen. En dat is precies de bedoeling. Ruimtevaartorganisatie NASA onderzoekt of zo'n manoeuvre de koers kan veranderen van een planetoïde die dreigt in te slaan op aarde.
Even ter geruststelling: er dreigt geen gevaar, dit is een test. Doelwit is Dimorphos, een 160 meter brede planetoïde die rondjes draait om zijn grotere zus Didymos van circa 750 meter. Samen draaien ze in 770 dagen om de zon. Ze naderen de aarde dit jaar tot op 10,6 miljoen kilometer. De ruimterotsen liggen niet op ramkoers met de aarde en een botsing kan ze ook niet per ongeluk onze kant op duwen.
Het is voor het eerst dat getest wordt of de aarde zo zou kunnen worden verdedigd. DART, dat staat voor Double Asteroid Redirection Test, werd ervoor in november 2021 gelanceerd.
Zie hier hoe de reis naar Dimorphos ging:
De dreiging vanuit de ruimte lijkt op dit moment niet erg groot. Van alle asteroïden die dicht bij de aarde hun rondjes om de zon draaien, zal er komende eeuw niet een groter dan 140 meter inslaan.
Maar NASA schat ook dat we de helft van alle planetoïden nog niet kennen. Bovendien kunnen ook kleinere rotsblokken nog enorme verwoestingen aanrichten. En op de langere termijn is het vrijwel onvermijdelijk dat er ooit weer een gevaarlijk rotsblok inslaat. Vandaar dat het verstandig is toch te testen welke verdediging werkt.
Wetenschappers hebben al diverse verdedigingsmethoden bedacht. Veel mensen zullen daarbij aan de film Armageddon denken, waarin een rotsblok met een atoombom wordt opgeblazen.
DART maakt de stap van actiefilm naar realiteit, zij het iets minder spectaculair: de planetoïde krijgt een 'zetje'. Door ruim op tijd de koers iets te veranderen, mist een rots de aarde op forse afstand.
Extreem hoge snelheid
Het doel raken is echter nog niet zo makkelijk. "Je probeert iets kleins bewegends te raken met iets wat zelf ook met hoge snelheid beweegt", zegt Michel van Pelt. Deze ingenieur bij de Europese ruimtevaartorganisatie ESA zal nagelbijtend de livestream volgen vannacht.
DART is zo ver weg dat het 1,5 minuut duurt voordat instructies aankomen. Doordat de sonde met ruim 24.000 kilometer per uur vliegt, betekent dat dat DART dan alweer ruim 500 kilometer verder is. En dat terwijl het doelwit zo klein is dat DARTs camera de rots pas een uur voor inslag kan onderscheiden van de grotere rots Didymos waar hij omheen draait.
NASA maakte een schematische weergave van de het doel van de missie:
De laatste vier uur vliegt DART daarom geheel op de automatische piloot. Een speciaal instrument stuurt op basis van informatie van onder meer camerabeelden en de positie van de sterren aan de hemel.
'Missen is einde missie'
"Als ze de planetoïde missen, dan is het meteen einde missie. Dan is het compleet mislukt. Je kunt geen U-bocht maken", zegt Van Pelt. Of het raak is weten we waarschijnlijk vrij snel. DART heeft een camera aan boord die tot 5 seconden voor inslag foto's maakt. Antennes op aarde blijven tot het laatst in contact.
Drie minuten na de botsing vliegt er een Italiaanse mini-satelliet langs om de schade om te nemen. LICIAcube koppelde zich daarvoor afgelopen 11 september los. Vanaf de aarde kijken telescopen mee in hoeverre de baan van Dimorphos verandert.
Welk effect de botsing gaat hebben is onduidelijk. Dat hangt af van de samenstelling van de asteroïde. Het kan zijn dat je een 'hard-tegen-hard-knal' krijgt. DART slaat dan een diepe krater en veel materiaal wordt de ruimte in geslingerd.
Maar asteroïden zijn vaak niet massief maar juist heel poreus. DART zou dan juist zonder veel effect diep in de ruimterots verdwijnen. "Als we wisten wat er zou gebeuren, dan hoefden we het niet te doen", zegt van Pelt. Juist de kennis die wordt opgedaan moet helpen de bestaande computermodellen te verbeteren.
Opvolgmissie neemt schade op
Met de HERA-missie gaat de ESA de komende jaren de botsing nog uitgebreider onderzoeken. Deze sonde reist in 2024 af naar Didymos en Dimorphos en gaat veel uitgebreider bekijken wat er is gebeurd en meten hoe de baan is veranderd.
Als er een diepe krater is geslagen kan HERA bovendien zelfs het binnenste bekijken van de planetoïde - waar nog weinig over bekend is. Daarvoor is nog wel even geduld nodig: naar verwachting arriveert HERA in december 2026 op zijn bestemming.