Judoka Franssen stopt na roerige tijd: 'Ga nu voor mijn eigen geluk'
Judoka Juul Franssen verlaat de tatami. Haar verloren duel om olympisch brons in de Nippon Budokan in Tokio tegen de Italiaanse Maria Centracchio is vorig jaar haar laatste optreden in wedstrijdverband op de judomat geweest.
"Ik ben erachter gekomen dat ik de afgelopen vijf jaar niet het gelukkigst ben geweest. Dan wordt het tijd om kleur te bekennen en afscheid te nemen. Ik ga voor mijn eigen geluk", verduidelijkt Franssen haar keuze.
Helemaal verdwijnen uit de judosport doet ze niet. Ze is met de bond nog in gesprek om te kijken wat ze op judogebied kan blijven doen. "Judo is en blijft toch mijn passie."
Zware tijd
De 32-jarige Franssen heeft een zware tijd achter rug, zowel sportief als privé. Ze besloot zich na Tokio te richten op de afronding van haar studie Sociaal Pedagogische Hulpverlening en na te denken over haar judotoekomst.
Uiteindelijk oordeelde Franssen na een lange pauze dat ze niet opnieuw een traject met de judobond wilde ingaan.
Franssen en judobond JBN stonden ruim vijf jaar geleden lijnrecht tegenover elkaar. De bond had besloten dat de topsporters centraal onder bondstrainers moesten gaan trainen op sportcentrum Papendal.
Franssen kon zich daar niet in vinden en werd in januari 2017 door de JBN uitgesloten van deelname aan internationale wedstrijden. De toenmalige nummer vier van de wereldranglijst werd ook haar A-status als topsporter bij NOC*NSF afgenomen.
Rechtszaak tegen judobond
Franssen legde zich er niet bij neer en spande een rechtszaak aan. De rechter stelde haar in het gelijk en in het najaar van 2017 slaagden de judoka en de bond erin een oplossing te vinden voor de problemen. Franssen kon weer aansluiten en op het hoogste niveau aan wedstrijden deelnemen.
Het leverde haar daarna twee individuele bronzen WK-medailles op (2018 en 2019) en een bronzen plak bij de EK (2020). In 2010 was ze al een keer wereldkampioen geworden met het Nederlands team. "We hebben een werkbare situatie gecreëerd, maar ik heb geconstateerd dat ik niet nog een keer dat traject in wil", luidt de conclusie van al haar denkwerk.
De rechtszaak tegen de bond was het dieptepunt in haar judoleven. "Dat was verschrikkelijk", kijkt ze nu terug. "Dat kwam zo hard binnen op dat moment. Ik denk dat als er op een menselijker manier met mij was omgegaan dat het op een andere manier had gekund."
Op weg naar de Olympische Spelen kreeg Franssen vervolgens ook nog te maken met een menselijk drama. Haar vader werd begin 2021 getroffen door een herseninfarct.
Ze reed maandenlang op en neer tussen Rotterdam en haar ouderlijk huis in Reuver. Ze stond bijna dagelijks in de slagerij, die al ruim 100 jaar in het bezit was van de familie. Het maakte de focus op de Spelen een stuk lastiger.
Olympische medaille
In Tokio, haar eerste Olympische Spelen, stond ze er wel. Alles was gericht op een olympische medaille, vooral voor haar vader. De Italiaanse Centracchio bleek te geslepen. Franssen liep tegen drie straffen op, waardoor brons uit het zicht verdween.
"Ik heb geprobeerd alles van de afgelopen vijf jaar een plek te geven", zegt Franssen over de afgelopen periode. "Er zijn meer dromen dan olympisch kampioen worden. Ik weet wel: als ik die olympische medaille had gewonnen, was ik er nog steeds geen gelukkiger mens van geworden."