Van het huis van Nadeem in Pakistan zijn alleen houten balken en bakstenen over
Op de plek van Nadeem Kakars huis, in de Hanna Urak-vallei in de provincie Beloetsjistan, staat niets meer overeind. Er liggen houten balken, wat bakstenen, takken en vooral heel veel stof.
Nadeem is een van zes broers, van wie er twee bij hun moeder wonen. De andere vier zijn getrouwd en hadden met hun gezin een eigen huis. Nu zijn alle vijf de huizen verwoest. "We hebben niets meer, helemaal niets", zei hij tegen journalist Hafiz Ullah Sherani, die voor de NOS het gebied bezocht.
Onafgebroken
Beloetsjistan is zwaar getroffen door de overstromingen die Pakistan sinds juni treffen. En dat terwijl de jaarlijkse moesson deze arme provincie gewoonlijk overslaat. In Hanna Urak, een vallei vlak bij de provinciehoofdstad Quetta, regende het eind vorige maand twee dagen lang onafgebroken. Inmiddels is het water voor een groot deel weggetrokken.
Nadeem en zijn broers maken de balans op. Ze slaan het stof uit een paar kussens, graven een metalen deur uit en zetten de koelkast langs de weg. Om te slapen hebben ze een tent gekregen, maar ze hebben nauwelijks te eten. "We hebben één keer voedselhulp gekregen, maar verder helemaal niets."
Met een vrachtwagen wordt een lading hulpgoederen bezorgd. Maar genoeg is het niet, vertelt Shabeer Ahmed Kakar, een medewerker van de lokale hulporganisatie Mercy Corp. "De mensen hebben veel problemen, op het gebied van gezondheid en landbouw. De scholen zijn voor onbepaalde tijd gesloten. Mensen hebben niet genoeg te eten. En de ironie is dat zelfs wanneer mensen voedselhulp krijgen, ze de middelen niet hebben om het eten te bereiden, of borden om het van te eten."
In sommige kampen wordt gekookt eten uitgedeeld, maar bij Nadeem in de buurt kregen mensen ongekookte rijst.
Ook de appelbomen, de belangrijkste inkomstenbron in deze vallei, liggen grotendeels afgebroken op de grond. Eromheen liggen nog wat beschadigde appels. Het is een groot economisch verlies, vertelt dorpsleider Kaleem Ullah Kakar. "Onze bomen brengen gewoonlijk zo'n 180 euro per boom per jaar op", zegt hij.
Wat betreft de appelproductie is het verlies voor dit gebied zo'n 11 miljoen euro.
In de vallei wonen zo'n 10.000 mensen. Hier alleen al zijn 50.000 appelbomen verwoest. "Die moeten opnieuw geplant worden. Maar het duurt zes jaar voor een jonge boom voor het eerst fruit geeft. En dan duurt het nog een paar jaar voordat de jaarlijkse opbrengst omhooggaat. Wat betreft de appelproductie is het verlies voor dit gebied zo'n 11 miljoen euro", zegt Kaleem Ullah Kakar.
Het gaat dus jaren duren om deze sector weer op te bouwen. In het hele land is volgens Pakistans minister van Klimaat, Shelly Rehman, bijna de helft van alle gewassen verloren gegaan. En Pakistan kampte voor de overstromingen al met hoge voedselinflatie. De Pakistaanse regering schat in dat de economische schade door het hele land 10 miljard dollar bedraagt, en heeft dit weekend nogmaals een beroep op de internationale gemeenschap gedaan voor hulp.
Nadeem Kakar en zijn broer wachten hier niet op. Ze zijn begonnen het puin te ruimen, zodat ze hun huizen zelf opnieuw kunnen opbouwen. "Alles wat we hadden waren die vijf huizen", zegt hij. Ze maken zich wel zorgen over mogelijke nieuwe overstromingen, maar hebben geen keus. "We hebben ergens anders geen grond. Onze enige optie is om onze huizen weer op dezelfde plek te bouwen."