De Brave Commander bij vertrek uit Odessa
NOS NieuwsAangepast

Eerste schip met Oekraïens graan gearriveerd in Hoorn van Afrika

  • Eva de Vries

    redacteur Buitenland

  • Eva de Vries

    redacteur Buitenland

Een vrachtschip met aan boord 23.000 ton Oekraïense tarwe is vanochtend aangekomen in een haven in Djibouti, in de Hoorn van Afrika. Het is de eerste keer sinds het begin van de oorlog in Oekraïne.

Sinds de ondertekening van de 'graandeal' eind juli, waar Rusland, Oekraïne, Turkije en de Verenigde Naties afspraken dat graan veilig de Oekraïense havens kon verlaten, zijn 54 schepen naar talloze bestemmingen gevaren. Maar dus niet naar de Hoorn van Afrika, terwijl juist daar de nood zo hoog is. 20 miljoen mensen lijden er honger. Hoe zit dit precies? En wat gaat de komst van dit schip voor hen betekenen?

Op 2 augustus, toen het allereerste schip de haven van Odessa uitvoer onder de graandeal, zei VN-chef Guterres dat het gevuld was met "mais en hoop". "Het doel van de graandeal is het opnieuw leven inblazen van de commerciële graansector, en zo het Oekraïense graan weer op de wereldmarkt te krijgen. Vandaar die 'hoop'", legt Ismini Palla van het zogenoemde Joint Coordination Centre in Istanbul uit.

Die organisatie coördineert de export van graan vanuit Oekraïense havens en controleert vervolgens de lading van de schepen in Istanbul. "Door meer aanbod stijgt het vertrouwen en daardoor dalen de prijzen. En dat is nu ook wat we zien gebeuren.", zegt Palla. Graanhandelaren, overheden en bedrijven grijpen hun kans en zo wordt het Oekraïense graan opgekocht. "Maar de bestemming van het graan wordt bepaald door de kopers op de wereldmarkt, en niet door ons", verduidelijkt Palla.

Bestemmingen Oekraïens graan

Organisaties en overheden die graan willen opkopen puur voor het verlenen van noodhulp krijgen geen voorrang op de wereldmarkt, en zijn dus 'gewoon' één van de vele spelers. Zo ook het Wereldvoedselprogramma, dat het vrachtschip genaamd 'The Brave Commander' regelde voor de tocht naar Djibouti.

"Voor de oorlog importeerden we veruit het meeste graan voor deze regio uit Oekraïne", zegt Daniel Stolk, coördinator scheepvaart bij het Wereldvoedselprogramma. "Dat dit schip nu is aangekomen, is voor ons heel belangrijk. Het biedt perspectief voor de toekomst."

Maar de eindbestemming van het graan is nog niet bereikt. De mensen die het het hardst nodig hebben zijn moeilijk te bereiken doordat er in de regio nauwelijks wegen zijn, door plotselinge overstromingen of gevechten die zijn uitgebroken. "Dat is het lastige aan ons werk", zegt Stolk. "De lading gaat van oorlogsgebied naar oorlogsgebied."

Oplaaiend geweld

Het schip is nu klaar om gelost te worden. Verdeeld over vrachtwagens gaat de tarwe naar een grote opslagloods in de Ethiopische stad Adama. Daarna gaat een deel naar het door droogte getergde zuiden van het land.

De rest wordt vervoerd naar de regio's Afar en Amhara in het noorden, waar de combinatie van droogte en conflict catastrofaal blijkt. "Eigenlijk zou een grote hoeveelheid ook naar Tigray gaan", vertelt Adrian van der Knaap, noodhulpcoördinator van het Wereldvoedselprogramma in Ethiopië. "Maar door het oplaaiende geweld deze week kan dit niet doorgaan, want de route ernaartoe is niet veilig".

Maandenlang konden ze de trip naar het noorden wél maken, doordat er afspraken waren gemaakt met de strijdende partijen. "Voorlopig is dit van de baan, en dat is heel erg, want mensen daar hebben dringend hulp nodig."

Graanroute van Oekraïne naar Hoorn van Afrika

Eén schip vol Oekraïens graan in een half jaar tijd, in een regio waar mensen snakken naar voedsel. Zet dit zoden aan de dijk? "Zeker. Dit is voor ons het begin. De komende tijd gaan er veel meer schepen varen naar regio's waar wij voedselhulp verlenen", zegt Stolk.

Het tweede schip verlaat waarschijnlijk vandaag de Oekraïense haven, op weg naar Jemen. De organisatie zet vervolgens in op twee a drie schepen per maand. Om dat wat concreter te maken: aan boord van de 'Brave Commander' ligt nu 23.000 ton tarwe; volgens het Wereldvoedselprogramma genoeg om 1,5 miljoen mensen een maand lang van te voeden. "Op miljoenen mensen die honger leiden, is dat alsnog weinig, maar iedere persoon die we hiermee kunnen redden is er één."

Mannen dragen zakken meel uit een opslagdepot in het noorden van Ethiopië

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl