Dusan Tadic en Brian Brobbey
NOS Voetbal

Brobbey, Tadic óf boomlange Lucca: wie moet er in de spits bij Ajax?

Zo veel spelers, zo weinig plek voorin. Ajax-trainer Alfred Schreuder heeft een probleem, eentje van luxe welteverstaan. Want wie moet er in de spits lopen bij Ajax: een valse 9 of een pure afmaker? En wanneer zet Schreuder dan de boomlange 'Toren van Pisa' in?

Tegen Fortuna Sittard, dat vorige week een handbalverdediging opzette, bleek dat een indrukwekkend aanvalstrio als Steven Bergwijn, Dusan Tadic en Antony ook niet alles zegt. "Te weinig tempo, te weinig positiewisselingen voorin, wat ik wel gehoopt had tegen een defensieve ploeg, met deze spelers", oordeelde Schreuder na afloop.

Typerend voor het inspiratieloze gebrei van de Amsterdammers was de vuurpijl die Antony met boze blik de tribune injoeg. Het liep niet en Schreuder greep in de rust in. Davy Klaassen en Brian Brobbey erin. Tadic bleef staan, maar de variant met de aanvoerder als valse spits had niets opgeleverd.

Wie moet starten?

Met Brobbey als 9, Tadic als 10 en Klaassen als diepgaande middenvelder werd het plots dynamisch. Dat roept de vraag op: wie moet er in de spits? Moet Brobbey niet gewoon starten? Kiezen voor Tadic of Brobbey in de punt van de aanval is kiezen tussen twee werelden. Een blik op de heatmaps van beide spitsen in de wedstrijd tegen Fortuna Sittard zegt veel.

  • NOS / data Opta
    Waar Tadic zich bevond tegen Fortuna Sittard
  • NOS / data Opta
    Waar Brobbey zich bevond tegen Fortuna Sittard

Tadic bivakkeerde voor rust vooral net buiten het vijandelijke zestienmetergebied. Zes van zijn 39 balcontacten waren in het strafschopgebied van Fortuna. Volgens databureau Opta was de kans op een Tadic-goal nihil.

Na Schreuders reparaties in de rust - Tadic kreeg een rol achter de spitsen - had Brobbey een fijnere middag als diepe spits. Zeven van zijn zeventien balcontacten waren binnen de zestienmeter van het Sittardse doel. Na ruim een kwartier spelen leverde Brobbey al: een goal en een assist.

Leg voormalig Ajax-spits Gerald Sibon de keuze 'Tadic of Brobbey' voor en het antwoord is duidelijk: "Je zou nu zeggen: Brobbey, want die scoort. Hij is een echte nummer 9. Tadic is tactisch dan weer heel goed, hij kan het spel versnellen op een andere manier."

Brian Brobbey op het trainingsveld

Tadic óf Brobbey laten spelen, dat lijkt niet de oplossing. Het succes van de spits hangt ook af van de lopende, creatieve spelers eromheen. De combinatie van de enthousiast diepgaande middenvelder Klaassen, de zwervende Tadic en afmaker Brobbey bracht Fortuna's fort aan het wankelen. "Met Klaassen heb je meer keuze als spits, je kunt een keer in de bal komen, en dan weer diepgaan", zegt Sibon.

In het Ajax-systeem lijkt spelen met een diepe spits wel essentieel. Het was niet voor niets dat het lange, diep staande aanspeelpunt Sebastién Haller vorig seizoen 21 keer scoorde in 31 duels. Afgaande op cijfers van vorig seizoen heeft Brobbey in de spitsenstrijd een streepje voor op Tadic (waarbij moet worden opgemerkt dat Tadic niet altijd in de spits speelde).

Tadic versus Brobbey sinds 2021/2022

Spelen met een valse nummer negen, een spits die zich veel laat inzakken, heeft ook voordelen. "Dan probeer je de centrale verdedigers eruit te lokken, zoals Barcelona dat altijd deed", legt Sibon uit. Het zal de insteek zijn geweest van Schreuder tegen Fortuna. En misschien ook wel tegen andere laagvliegers die het achterin zullen dichttimmeren.

De vraag is hoe vaak Brobbey zal starten en hoe hij omgaat met een eventuele reserverol. Dat was niet waarvoor hij terugkeerde uit Leipzig. Het dringen voor een plekje brengt Brobbey vooralsnog niet van de leg. "Ik wil natuurlijk spelen, maar concurrentie maakt je ook beter", sprak de spits na afloop van de wedstrijd tegen Fortuna.

Brobbey baalt van reserverol, maar 'concurrentie maakt je ook beter'

Werkt de truc met een 'valse 9' niet, dan is het voor Schreuder een welkome luxe dat hij het in de rust of later kan omzetten. Zet Brobbey in de tweede helft tegenover ietwat vermoeide verdedigers en er komen vroeg of laat kansen.

En, weet Sibon: "Verdedigers moeten maar net om kunnen gaan met invallers. Als ik inviel, was het voor de tegenstander altijd even: oh, daar komt iemand van twee meter." Laat Ajax nou net de 2.01 meter lange Lorenzo Lucca hebben weggeplukt bij de Italiaanse club Pisa in de Serie B.

'Voorzichtig' met Lucca

Maar als Tadic in de spits staat, Bergwijn op links, Antony op rechts met Brobbey als eerste invaller, wanneer komt de 'Toren van Pisa' er dan in? "Het heeft ook met de tegenstander te maken", zegt Sibon. "Als er ruimte is op flanken ligt het voor de hand om met een lange spits te spelen om voorzetten in te koppen. Of dan kies je voor lange ballen."

"Lorenzo is zeker kopsterk en hij kiest goed positie", zei Schreuder vrijdag. "Hij is ook goed met zijn voeten. Hij is niet voor niets jeugdinternational van Italië." Voorlopig lijkt Lucca zich nog niet te gaan mengen in het spitsengevecht. "Hij is net een weekje bij ons, dus we zullen daar ook voorzichtig mee moeten zijn."

Lorenzo Lucca (Ajax)

Het maakt het gedrang bij Ajax om speelminuten er niet minder om. Aanvoerder Tadic zal niet snel op de bank belanden. Bergwijn en Antony evenmin. Verhuist Tadic naar het middenveld, dan is Klaassen of Berghuis het haasje. Sowieso één potentiële basisklant begint wekelijks op de bank.

"Dat is de kracht van een grote club. En daarbij moeten we elkaar dingen gunnen, ik snap dat iedere speler wil spelen", zegt Schreuder. Maar: "Je zit niet voor niets bij Ajax, er is veel concurrentie."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl