Betogers in parlement Irak zijn niet van plan weg te gaan
In de Iraakse hoofdstad Bagdad wordt voor de tweede dag op rij het parlement bezet door demonstranten. Het gaat om honderden aanhangers van de invloedrijke sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr. Zij trokken gisteren de veiligheidsmuren rond het gebouw in de zwaarbeveiligde Groene Zone omver en bestormden het pand met honderden tegelijk.
De betogers zijn het niet eens met de kandidaat voor het premierschap die is voorgedragen door andere sjiitische partijen. Dat is Mohamed Shia al-Sudani, een oud-minister van 52 en een rivaal van al-Sadr. De demonstranten dreigen in het parlementsgebouw te blijven tot hun eisen worden ingewilligd. Ze willen vervroegde verkiezingen, grondwetswijzigingen en het vertrek van tegenstanders van al-Sadr.
In het parlement hebben de demonstranten matrassen op de grond gelegd. Het leek vandaag meer op een feest dan op een politiek protest. Er werd gedanst, gebeden en er werden leuzen door het parlement geschreeuwd. Tussendoor deden de betogers dutjes op de matrassen in de zaal. Gisteren verliep het echter gewelddadig. Volgens de autoriteiten raakten 125 mensen gewond. De politie trok zich na enkele uren terug en liet het parlement over aan de demonstranten.
Al-Sadr is zelf niet bij het protest geweest, maar heeft zijn aanhangers wel aangemoedigd. Volgens hem is het protest "een geweldige kans om het politieke systeem, de grondwet en de verkiezingen radicaal uit te dagen". Hij heeft alle Irakezen opgeroepen mee te doen, wat erop duidt dat het protest lang kan duren.
Woensdag werd het parlement ook al bestormd door honderden aanhangers van al-Sadr. Daarbij raakten toen zeventig mensen gewond. De politieke beweging van al-Sadr werd bij de verkiezingen van vorig jaar de grootste, maar het lukte niet om een meerderheidscoalitie te vormen met soennitische en Koerdische partijen.
Vorige maand trok hij daarom alle leden van zijn partij terug uit het parlement. Die zetels zijn inmiddels ingenomen door rivaliserende sjiitische partijen. Irak zit al bijna een jaar zonder regering.