Rus en Italiaan tuigen samen 'Nederlandse' robotarm op tijdens ruimtewandeling
Ruimtevaarders uit Rusland en Italië hebben samen een ruimtewandeling van zeven uur gemaakt bij het ISS. Ze werkten onder meer aan de Europese robotarm die in juli bij het ruimtestation is aangekomen met de Russische module Naoeka. Die robotarm (ERA) is grotendeels in Nederland ontwikkeld.
Twee weken geleden meldden Russische media nog dat de Russische ruimtevaartorganisatie Roskosmos zou gaan stoppen met het gebruik van de robotarm vanwege de westerse sancties. Dmitri Rogozin, de man die met het dreigement kwam, is inmiddels vervangen door president Poetin.
Vanwege de oorlog in Oekraïne staat de samenwerking tussen de Europese ruimtevaartorganisatie ESA en Roskosmos op een laag pitje. Zo is de stekker getrokken uit de gezamenlijke Marsmissie ExoMars en vertrekken er geen Russische Sojoezraketten meer vanaf de Europese lanceerbasis in Frans-Guyana. Maar in het ISS gaat de samenwerking met de Russen wel door.
De Russische kosmonaut Oleg Artemjev en de Italiaanse astronaut Samantha Cristoforetti begaven zich dus gezamenlijk via het Russische deel van het ISS naar buiten om tien minisatellietjes uit te zetten en om de elf meter lange robotarm klaar te maken voor gebruik. Er werd een controlepaneel verplaatst, de isolatie werd verbeterd en de helderheid van een beschermende ruitje van de camera op de arm werd getest zodat ERA ook met een laserstraal kan worden bestuurd.
Het was de derde ruimtewandeling om ERA voor te bereiden op zijn taken bij het Russische deel van het station. De arm wordt ingezet voor taken aan de buitenkant van het ISS. Bij ruimtewandelingen, maar ook om te experimenteren met werkzaamheden zonder dat er astronauten naar buiten hoeven.
De robotarm liep doordat de bestemming steeds werd gewijzigd en door problemen met de module Naoeka decennialange vertragingen op. De arm heeft in totaal zo'n 360 miljoen euro gekost (waarvan 75 miljoen door de vertragingen). Twee derde van dat bedrag is door Nederland betaald.