VN: 71 miljoen mensen extra in armoede door hogere prijzen eten en brandstof
Door de grote stijging van de kosten van levensonderhoud is het aantal mensen dat in de armste landen in extreme armoede leeft de afgelopen drie maanden met 71 miljoen toegenomen. Zij moeten rondkomen van minder dan 4 euro per dag.
Na onderzoek in 159 ontwikkelingslanden noemt het VN-ontwikkelingsprogramma UNDP als oorzaken de verwoestende economische gevolgen van de coronapandemie, de Russische oorlog tegen Oekraïne en de Russische blokkade van Oekraïense havens, waardoor geen graan kan worden geëxporteerd.
De groeiende armoede is onder meer te zien in delen van Sub-Sahara Afrika, de Westelijke Balkan en rond de Kaspische Zee. "Deze levensonderhoudscrisis stort in een moordend tempo miljoenen mensen in armoede en zelfs hongersnood", zegt het hoofd van de UNDP, Achim Steiner. "Daardoor neemt de dreiging van toenemende sociale onrust met de dag toe."
Directe steun
Het totale aantal mensen dat in armoede leeft, is door deze crisis gestegen tot 1,7 miljard. Dat is ruim een vijfde van de wereldbevolking. De UNDP pleit voor uitbreiding van het Debt Service Suspension Initiative, het uitstellen van het terugbetalen van schulden, dat rijkere landen hebben opgezet tijdens de coronapandemie om arme landen meer armslag te geven.
De VN-organisatie stelt ook dat het effectiever is om de zwaarst getroffenen rechtstreeks geld uit te keren dan ze te hulp te schieten met belastingverlaging of energiesubsidies.
Het tijdelijk verlagen van bijvoorbeeld de belasting op benzine helpt op de korte termijn, maar vergroot de ongelijkheid en verergert op termijn ook de klimaatcrisis, doordat mensen meer auto kunnen rijden als de brandstofprijs lager is. Volgens de UNDP profiteert vooral de rijkste 20 procent van de mensen van energiesubsidies. Gerichte financiële steun zou de allerarmsten wel direct helpen.