Honderd bedrijven geven personeel vrij op 1 juli: 'Keti Koti is belangrijk'
De jaarlijkse herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli zou een nationale feestdag moeten worden, vindt de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme. Volgens Rabin Baldewsingh is het moment daar: "Er is weinig aandacht voor ons slavernijverleden terwijl er eigenlijk zo veel te vertellen is. Ik wil graag dat heel Nederland betrokken is bij deze herdenking, niet alleen de Afro-Caribische gemeenschap."
Baldewsingh roept het kabinet op om volgend jaar - als het 160 jaar geleden is dat de slavernij werd afgeschaft - te zorgen voor een nationaal karakter van de herdenking. Zo zou koning Willem-Alexander voortaan aanwezig moeten zijn bij de herdenking van het slavernijverleden. Hij pleit ook voor een nationale vrije dag, eens in de vijf jaar.
Vrije dag personeel
Ongeveer honderd bedrijven en organisaties doen dat al: ze geven hun personeel morgen vrij, om stil te staan bij de afschaffing van de slavernij. Stichting NDSM-werf in Amsterdam is een van die bedrijven. "We geven graag aandacht aan alles wat er in de samenleving speelt, dit past dus ook goed bij waar we voor staan", zegt directeur Tim Vermeulen.
"Daar heb ik niet lang over hoeven nadenken. Een aantal medewerkers gaf aan om die dag sowieso vrij te nemen, maar toen dacht ik: dit doen we als organisatie met z'n allen."
Vorig jaar werd een petitie om 1 juli een vrije dag te maken meer dan 60.000 keer ondertekend. "De samenleving is er klaar voor", zegt Jerry Afriyie van Nederland Wordt Beter. "Nu is het aan het kabinet om verantwoordelijkheid te nemen."
Een van de voorstanders is performance artist Elisa Lo-A-Njoe, die op Keti Koti een voorstelling geeft over haar familieverleden:
In Rotterdam wordt de slavernij vanavond herdacht bij het monument aan de Lloydkade. In de stad is bewust gekozen om de herdenking en de viering op verschillende dagen te houden omdat beide bijeenkomsten een andere lading hebben.
Kerken en culturele instellingen in de stad hebben, samen met Stichting Gedeeld Verleden Gezamenlijke Toekomst, een manifest opgesteld dat tijdens de herdenking wordt aangeboden aan burgemeester Aboutaleb. Daarin wordt opgeroepen om volgend jaar meer Rotterdammers te betrekken bij de herdenking en de viering van het afschaffen van de slavernij. "Dan doet de doorsnee Rotterdammer straks ook mee", zegt Harlow Brammerloo, een van de initiatiefnemers van het manifest.
Inzetten tegen discriminatie
Dat er meer Rotterdammers meedoen met de herdenking en viering is belangrijk omdat het discriminatie tegengaat, staat in het manifest. Ook moet het voor verbinding zorgen tussen de verschillende bevolkingsgroepen in de stad.
Vorig jaar bood het bestuur van Rotterdam zijn excuses aan voor het slavernijverleden van de stad. "Het is goed dat Rotterdam zich heeft uitgesproken over het slavernijverleden. We hopen dat de gemeente nu ook de volgende stap zet en zich inzet om deze geschiedenis met zoveel mogelijk Rotterdammers te delen", zegt Brammerloo.