Trainingsbeest Van Rouwendaal voelt zich soms een oma: 'Heb m'n dutje nodig'
Nu bij de wereldkampioenschappen zwemmen in Boedapest de baanwedstrijden erop zitten, is het tijd voor het open water. Dat betekent ook dat het tijd is voor Sharon van Rouwendaal, die maandag op de vijf kilometer teleurstelde en woensdag op de tien kilometer in actie komt.
Dan gaat de 28-jarige zwemster op jacht naar die ene titel die nog ontbreekt op haar palmares. "Er zijn niet veel WK-medailles gehaald in open water. Ik ben een keer tweede geworden op de tien kilometer en een keer tweede op de 25 kilometer."
Haar grootste concurrente voor de wereldtitel is volgens Van Rouwendaal de Braziliaanse Ana Marcela Cunha, de olympisch kampioene op de tien kilometer. "Ik heb dit jaar een paar keer tegen haar geracet en dan was ze op het einde toch te sterk. Als ik heel veel train en uitgerust ben, kom ik er misschien wel langs, maar dit jaar is zij altijd eerste geweest."
Cunha is twee jaar ouder dan Van Rouwendaal, maar veel van de concurrentes zijn jonger dan de Nederlandse. "Als ik sneller ben dan zij, denk ik: ja, ik kan er nog wat van. Ik noem mezelf soms grandma", aldus de olympisch kampioene van 2016.
"Ik slaap dan ook heel veel tussen de middag. Sommigen gaan dan gewoon naar school. Dan denk ik: hoe doen ze dat? Maar ik moet m'n dutje hebben."
Trainingsbeest
Aan haar trainingsintensiteit is echter niet te merken dat ze zich soms een oma voelt. De term trainingsbeest is nog altijd op haar van toepassing. Tijdens een hoogtestage zwom ze ruim honderd kilometer per week. "Dat valt nog wel mee", relativeert Van Rouwendaal. "Vorig jaar hadden we een keer vijf weken op hoogte gedaan, nu waren het er maar twee."
In het open water van Boedapest probeert Van Rouwendaal woensdagochtend een ideale race te zwemmen. Hoe die er dan uitziet? "Zoals in Rio de Janeiro", doelt Van Rouwendaal op haar olympische race die haar goud opleverde. "Dat je helemaal weg zwemt."