Uitgekleed Vitesse begint vol onzekerheid aan nieuw seizoen
Met een grote knal eindigde het seizoen van Vitesse een maand geleden in mineur. De Arnhemmers werden door AZ met 6-1 van het veld gepoetst in de finale van de play-offs om Europees voetbal. Ruim vier weken later begint de club vol vraagtekens aan de voorbereiding op het nieuwe seizoen.
Als trainer Thomas Letsch dinsdag voor het eerst weer het veld opstapt, zal hij zich mogelijk een veredelde jeugdtrainer voelen. Spelers uit de eigen opleiding vullen namelijk voorlopig de gaten die topscorer Loïs Openda, de van FC Lorient gehuurde aanvaller Adrian Grbic en de verdedigers Eli Dasa, Riechedly Bazoer, Danilho Doekhi en Jacob Rasmussen hebben achtergelaten.
Tot nu toe is er slechts één nieuwe speler aangetrokken, mede door de grote onzekerheid.
Die wordt veroorzaakt door het uitblijven van de verkoop van de club. Grootaandeelhouder Valeri Ojf besloot Vitesse van de hand te doen vanwege de Russische invasie in Oekraïne. De club staat inmiddels al maanden te koop, maar een nieuwe eigenaar is er nog altijd niet.
Dinsdagochtend werd bekend dat er op dat vlak wel schot in de zaak zit. Ojf is bereid om zijn aandelen aan de club over te dragen en de schuld van 155 miljoen euro kwijt te schelden die bij Performance Management Holding BV zat, de firma die gebruikt werd voor betaling bij de Arnhemmers.
Omroep Gelderland berekende onlangs dat Vitesse ongeveer 25 miljoen waard is, maar dat een nieuwe eigenaar zeker 40 tot 50 miljoen nodig heeft om Vitesse op niveau te houden.
Lastige taak voor Schmedes
Gevolg van alle onzekerheid is dat technisch directeur Benjamin Schmedes aan handen en voeten gebonden is. Hij wil graag spelers naar Arnhem halen, maar heeft geen duidelijkheid over het budget waarmee hij kan werken. Dat zorgde er bijvoorbeeld voor dat Nick Viergever niet voor Vitesse koos, maar voor FC Utrecht dat direct kon doorpakken.
Veelzeggend is dat het weinige spelersnieuws dat Vitesse deze zomer tot nu toe kon brengen, vooral spelers uit eigen opleiding betrof. De 19-jarige Marcus Steffen, die in de play-offs tegen AZ debuteerde in de hoofdmacht, tekende zijn eerste profcontract. Steffen is een van de spelers van Vitesse onder 21 die deze zomer een kans krijgen bij de eerste selectie.
Daarnaast verlengde Vitesse het contract met spits Thomas Buitink en linksback Million Manhoef, die vorig seizoen in Arnhem is doorgebroken. "Dit is min of meer ons eerste wapenfeit in deze transferperiode, maar we werken hard om steeds meer zaken in beweging te krijgen, binnen de mogelijkheden van de huidige situatie", liet Schmedes optekenen.
De (voorlopig) enige nieuwe speler over wie Letsch binnenkort kan beschikken, is Carlens Arcus. De rechtsback, international van Haïti, kwam transfervrij over van AJ Auxerre. Met die club promoveerde hij afgelopen seizoen naar de Ligue 1. Arcus wacht nog op een werkvergunning en is er dan ook nog niet bij op de eerste training. Hij zou vanwege interlandverplichtingen al later aansluiten.
Vitesse raakte aan de andere kant dus al wel een aantal bepalende spelers kwijt, en wellicht volgen er nog meer. Maximilian Wittek, Matus Bero en Sondre Tronstad staan, mede dankzij de goede Europese campagne van Vitesse, op de radar van andere clubs.
Daarbij hebben Bero en Tronstad nog maar een contract voor één jaar. Als zij hun contract niet willen verlengen, zal Vitesse ze moeten verkopen om er nog een transferbedrag aan over te houden.
Letsch wil geen opbouwjaar
Letsch heeft rond de finale van de play-offs al hardop uitgesproken dat hij wil doorpakken in zijn derde jaar bij de club en de door hem ingezette lijn wil voorzetten. De ambitieuze Duitser zit niet te wachten op een opbouwjaar bij Vitesse, maar die kant lijkt het voorlopig wel op te gaan.
Alleen als de club snel verkocht wordt en er duidelijkheid komt over het budget, kan de spelersgroep een kwaliteitsinjectie krijgen. Anders moet Vitesse een seizoen draaien op een selectie die voor een groot deel bestaat uit getalenteerde jeugdspelers. Met alle wisselvalligheid (lees: risico's) van dien.