Gezondheidsraad adviseert landelijke aanpak tegen eetstoornissen
Er moet een landelijke aanpak komen, waarmee eetstoornissen eerder herkend en behandeld kunnen worden. Dat schrijft de Gezondheidsraad in een advies aan het ministerie van Volksgezondheid.
Volgens de raad is er op dit moment weinig kennis in de samenleving over bijvoorbeeld het vroeg herkennen van eetstoornissen en ook is er beperkt zicht op het aantal patiënten.
Vier eetstoornissen
Voor het advies is onder meer wetenschappelijke literatuur bekeken en sprak de raad met deskundigen en organisaties over vier aandoeningen: anorexia nervosa, boulimia nervosa, eetbuistoornis en voedselinnamestoornis ARFID.
De eerste drie stoornissen komen het vaakst voor bij vrouwen tussen de 15 en 30 jaar. ARFID wordt meestal bij kinderen op zeer jonge leeftijd gezien.
Vroeg signaleren is 'essentieel'
De Gezondheidsraad benadrukt dat vroege herkenning en behandeling van een eetstoornis "essentieel" is, omdat de prognose dan gunstiger is en het herstel sneller verloopt. "De eetstoornis is dan minder ernstig en de ziektelast voor de jongere en omgeving lager", schrijft de raad.
Nu duurt het gemiddeld vier jaar voordat een jongere met een eetstoornis passende hulp krijgt. Om die periode te verkorten, stelt de raad voor om te investeren in meer kennis. Zo zou er een landelijk registratiesysteem moeten komen, om op die manier beter zicht te krijgen op het aantal patiënten en dus de omvang en ernst van de problematiek.
Stevige onderzoeksagenda
Wat betreft het voorkomen van eetstoornissen adviseert de raad in te zetten op het mentaal weerbaarder maken van jongeren en het vergroten van mediawijsheid, om zo jongeren minder vatbaar te maken voor bijvoorbeeld schoonheidsidealen op sociale media. Ook ouders zouden meer en beter voorgelicht moeten worden, zodat eventuele stoornissen eerder opgemerkt worden.
Verder zou er een "stevige onderzoekagenda" moeten komen, omdat er de "afgelopen tien jaar" relatief weinig vooruitgang is geboekt in inzichten hoe eetstoornissen te voorkomen en te herkennen, stelt de raad.