Waarom motorcoureurs weer opstaan na een crash? Kangoeroeleer en airbags
Met een elleboog of soms zelfs de schouder aan de grond op hoge snelheid door de bochten. Ook bij de TT in Assen gaan we deze spectaculaire beelden dit weekend zien. Meestal gaat het goed, maar soms vliegt een motorcoureur uit de bocht. Door het gebruik van de nieuwste motorpakken blijft de schade vaak beperkt.
Motorpakken zijn tegenwoordig voorzien van allerlei snufjes. Maar één ding is al decennia hetzelfde. De pakken worden gemaakt van leer. "Leer blijft het allersterkste materiaal", zegt motorkledingspecialist Arne Philipoom. Wel is het leer van koeien ingeruild voor dat van kangoeroes. Dat is lichter en flexibeler.
Glijden als je crasht
Leer beschermt goed tegen het "openscheuren" van de lijven van coureurs, zegt Philipoom. Het is belangrijk om te glijden als je crasht, dan voorkom je de meeste schade. Philipoom vergelijkt een motorpak met de carrosserie van een auto. "Het pak zelf, met protectoren, is de carrosserie. Met kreukelzones."
Die protectoren kunnen eenvoudig vervangen worden, zegt NOS-commentator Hans van Loozenoord. "Het zit vast met een soort klittenband, dus je kan na een training makkelijk weer nieuwe protectoren aanbrengen voor de race als je een bepaald deel hebt afgesleten."
De motorpakken van de coureurs die dit weekend op de TT rijden zijn niet alleen van het beste leer, ze zijn ook uitgerust met een airbag. "Er zit techniek in, die zit ook op de motorfiets. Op het moment dat er ingeremd wordt, dan weet die computer: dit is het maximaal remmend vermogen dat die motor heeft", zegt Philipoom.
Als een coureur harder remt dan eigenlijk kan, klapt de airbag uit. "Eigenlijk is de airbag slimmer dan de coureur", zegt Philipoom. Hij vertelt dat hetzelfde mechanisme opgaat voor de bochten. "Als de motorrijders met elleboog, of soms zelfs schouder de grond raken, berekent het systeem wat de maximale hoek is die de coureurs kunnen maken. Als die hoek te groot wordt, explodeert de airbag."
De 'hump'
Via sensoren op de mouw van het pak kunnen teams de airbags uitlezen. Om de airbag uit te kunnen klappen zijn er gaspatronen nodig. Maar waar verstop je die in een motorpak?
De gaspatronen die het mogelijk maken dat de airbags uitklappen zitten in de bobbel die achterop de rug zit, ter hoogte van de nek. Die bobbel wordt ook wel 'hump' genoemd en is bedoeld om meer aerodynamisch te zijn. Maar er is tussen het schuim dus ook ruimte om gaspatronen te plaatsen.
De verbeterde pakken passen in de ontwikkeling naar een steeds veiliger motorsport. Want naast de pakken zijn ook de helmen, laarzen en handschoenen steeds beter geworden. "Al blijft het met handschoenen lastig, je kan die niet te dik maken want dan verlies je grip", zegt Van Loozenoord. De motorsport-commentator ziet behalve nog veel meer verbeteringen in de sport.
De circuits zijn veel veiliger geworden, maar ook de motoren zelf. "Op de motoren zijn beugels gekomen, onder andere voor de voorrem en op het stuur. Dat voorkomt dat de voorrem kan worden aangetikt."
Veel ontwikkelingen
Ook de circuits hebben veel stappen gemaakt. Assen was het eerste circuit speciaal voor motoren. Daarvoor werd er op straat geracet. "De nieuwste ontwikkeling is dat we lampen langs de baan hebben die gevaar aangeven. Als de lampen rood zijn, ligt de race stil", zegt Van Loozenoord. Maar ook zijn er veilige hekken en lange grintbakken. Er is een hoop verbeterd.
Maar zorgen al die verbeteringen ook voor een, misschien wel onterecht, gevoel van onaantastbaarheid? Van Loozenoord denkt wel dat coureurs op sommige vlakken verder durven te gaan dan voorheen. Dat ze nu met een elleboog of knie de grond aanraken, dat heeft er wel mee te maken dat ze weten dat de gevolgen áls ze onderuit gaan, vaak niet zo groot zijn.
"Bij een stratencircuit, met een stoeprand of lantaarnpaal in de buurt, liet je dat wel uit je hoofd", aldus Van Loozenoord.
Dat 'laag door de bochten gaan', waar bijvoorbeeld de Spanjaard Marc Márquez een meester in is, zou vroeger niet mogelijk zijn geweest. Door betere zijgrip van de banden kan het nu. En als ze dan toch onderuit schuiven, zijn de gevolgen vaak minimaal. Dat komt volgens Van Loozenoord door een combinatie van veilige kleding en aandacht voor het op een goede manier vallen.
Van Loozenoord herinnert zich coureur Mike Hailwood. Die reed in de jaren zestig. Hij sneed de bochten voor die tijd ook scherp aan, maar deed dat nog lang niet zo scherp als bijvoorbeeld Márquez nu. Maar de laarzen van die tijd waren daar niet tegen bestand, met als gevolg niet alleen een afgesleten laars, maar ook een bloedende teen.
De onderstaande foto is van de teen van Mike Hailwood. Die nog niet zo'n moderne uitrusting had als de coureurs van nu:
Ook al is het veel veiliger dan vroeger, een ongeluk zit in een klein hoekje. "Iets wat altijd gevaarlijk blijft, is als een coureur geraakt wordt door een motor. Dat kan zijn eigen motor zijn als hij valt, maar ook die van een collega die betrokken is bij een valpartij", zegt Van Loozenoord.
De motorsport-commentator hoopt vooral dat de 105.000 toeschouwers die zondag bij de race in Assen aanwezig zijn, geen grote ongelukken te zien krijgen. Hooguit een op zijn airbags glijdende coureur.