De Nederlandse bowlers zingen het Wilhelmus op het EK in Helsinki
NOS Sport

Betalen voor trainingen, alle vakantiedagen op; maar winst EK bowlen maakt alles goed

Bowlen is een sport die meestal meer kost dan het oplevert. Dat weet de Nederlandse topbowler Jord van Weeren als geen ander. Maar vrijdagmiddag bleken zijn investeringen het allemaal waard: samen met vier landgenoten verwierf de 28-jarige Leidenaar eeuwige bowlingglorie door in Helsinki het EK te winnen.

Die prestatie is bijzonder. Zeker omdat Nederland eigenlijk helemaal geen topland is in het bowlen in teamverband. De Scandinavische landen maken samen met Italië in Europa de dienst uit. Nederland is een subtopper.

Dat blijkt wel uit het feit dat Nederland in 1995 voor de laatste keer een prijs won in teamverband. Nu kregen Van Weeren, Michell Stinissen (36) en de jonkies Nick de Gelder (21), Mike Bergmann (21) en Kenneth Ramos (18) dat dus voor elkaar in Finland.

Topsport met dure ballen

Maar waar komt dat succes dan zo ineens vandaan? En hoe ziet het leven van een Nederlandse topbowler er eigenlijk uit? Van Weeren: "Wij benaderen het als topsport: de jongens in ons team laten dingen voor de sport."

"Wij vormen een relatief jonge ploeg met vijf mannen tussen de 18 en 36 jaar oud. Zelf train ik drie keer per week, speel ik competitie en doe ik mee aan toernooien. Het komt er dus op neer dat je zes keer per week op de bowlingbaan staat."

En dan heeft Van Weeren het nog niet eens over het geld dat hij en zijn teamgenoten in hun sport steken. Want bowlen op topniveau is duur, erg duur. "Ik speel zes of zeven internationale toernooien per jaar en dat kost veel geld. Ik ben een keer tweede geworden in Noorwegen en toen kreeg ik 2.500 euro. Maar de hele trip kostte ook gewoon bijna 2.000 euro."

De ballen waarmee gespeeld wordt, zijn een stuk geavanceerder dan die door recreanten worden gebruikt in het gemiddelde bowlingcentrum. Voor een wedstrijdbal moet je al 250 euro neerleggen. Van Weeren heeft er een stuk of dertig in bezit.

Zelfs voor het trainen moet de portemonnee betrokken worden. In Nederland betalen spelers voor ieder uur dat ze trainen, omdat ze dat gewoon bij een commerciële uitbater doen.

Tegenover al die kosten staan weinig inkomsten aan sponsoring of financiële ondersteuning van het NOC*NSF. Alleen in de Verenigde Staten valt er echt flink te verdienen aan de sport.

In de familie

Het bowlen vergt dus veel, maar Van Weeren zou niet zonder kunnen. Op jonge leeftijd werd hij verliefd op de sport. "Ik deed als junior mee aan een seniorentoernooi waaraan ik eigenlijk niet eens mee mocht doen. En ik won. De bondscoach van het jeugdteam zag me daar en adviseerde me om meer wedstrijden te gaan gooien."

"Bowlen zit bij mij in de familie; mijn zus en moeder doen het ook. Er zit gewoon zo veel in. Het is een heel mentaal spelletje: als je kop even niet goed staat, is je uitvoering ook niet goed."

Jord van Weeren

Van Weeren is met zijn 28 jaar een van de oudste spelers van de Nederlandse ploeg, maar hij kan nog best wat jaren mee. "Topland Finland speelde dit EK met iemand van 55. Het hangt vooral van blessures af. Rugblessures komen vaak voor. Daarom is het belangrijk om je rug te trainen."

De blik van Van Weeren en zijn Nederlandse teamgenoten kunnen straks op andere eindtoernooien, zoals het WK. Dan moeten de werkgevers van de bowlers wel meedenken. "Ik werk in de IT bij de Rabobank. Ik ben dus redelijk flexibel wat dat betreft. De toernooien, waaronder dit EK, kosten me wel vakantiedagen. Een mooie vakantie zit er voor mij even niet in."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl