Wolkjes wit poeder stuiven op als hij in zijn handen klapt, de magnesiumresten kleven in de groeven van zijn vingers. Met een boor en roze 'hold' loopt Frank Loeve (35) naar de klimwand.
De hoofdroutebouwer van het NK Boulder boort en timmert met zijn team de klimroutes in de muur voor het nationaal kampioenschap dat vanavond plaatsvindt bij boulderhal Revolt in Delft. Drie dagen lang klauteren en 'puzzelen' om een even aantrekkelijke als uitdagende wedstrijd te maken voor klimmers én het publiek.
Geheime klimroutes
Op het NK beklimmen vrouwen en mannen een muur van 4,5 meter. Zonder touw. Val je? Dan land je veilig op een dikke mat. Kom je halverwege (zone) of tot bovenaan de gezette klimroutes (top), dan verdien je punten. Eindigen deelnemers met een gelijk aantal 'zones' en 'tops', dan geeft het aantal pogingen de doorslag.
Belangrijk detail: de routes blijven geheim, tot vlak voor de wedstrijd. In de finale krijgen de klimmers slechts twee minuten (per route) om de vier routes te bestuderen, voordat ze backstage gaan en één voor één moeten wachten op hun beurt. Ze zien elkaar niet klimmen, om de oplossing van de klimpuzzel niet cadeau te krijgen.
Het aantal pogingen kan flink verschillen per atleet en route, afhankelijk van de specialiteiten van de klimmer. Precies waar routebouwer Loeve op inspeelt. "Om spektakel of een extasemoment te creëren."
"Het is supervet te zien hoe een spierballenkerel op een krachtige boulder erdoorheen ramt en vervolgens op een klein plaatje staat te trillen op zijn voeten, terwijl een klein mannetje er zo overheen huppelt."
Bouwers ontwerpen verschillende soorten routes - 'boulders' - om een dynamische, onverwachte wedstrijd te krijgen. Essentieel is dat de bouwers het deelnemersveld kennen en neutraal te werk gaan.
Tunnelvisie
Routezetten is teamwork, zegt Loeve, om tunnelvisie te voorkomen. Samen met de uit Londen overgevlogen bouwer Alex (39), de onuitputbare Max (24) en bondscoach van Nederlands team Jeugd Nikki (31) is er constant overleg. Moet die roze greep niet weg? Of die gele een kwartslag gedraaid? Of misschien dat hoekje afblokken?
Afblokken? "Dat doen we als we willen dat iemand springt", legt Nikki uit, staand op de mat voor de finalemuur waar het bouwteam zestien routes knutselt. Om haar heen staan ladders, liggen bouten en schroeven en allerlei formaten grepen in alle kleuren van de regenboog. Her en der liggen verdwaalde boormachines.
De kleding van de bouwers en de mat is wit uitgeslagen van het magnesiumpoeder ("pof") dat klimmers op hun handen wrijven voor grip. Want routebouwen is veel boren en overleggen, maar ook alles zelf uitproberen. Het klimniveau van de NK-deelnemers hebben ze niet, maar iemand moet het testen.
Loeve, die zelf al vanaf zijn veertiende klimt en twee boulderhallen runt in Den Haag, komt van de muur af en trekt zijn strakke klimschoenen even los. "Ziet er mooier uit dan eerst, toch? Je wilt ook dat klimmers de hal binnenkomen en denken: wow!"
Datzelfde geldt voor de kijkers, die willen spektakel en moeten kunnen meeleven. "Het is heel vet als je iets hebt wat het publiek nog nooit heeft gezien." Dat kan vanavond zomaar eens langskomen. "Er zitten een aantal sprongen in die mensen niet eerder zagen."
Als routebouwer balanceer je op een smal randje. De routes mogen absoluut niet te makkelijk zijn voor de klimmers, maar ook niet zo moeilijk dat niemand een 'top' haalt. Routes zijn ten slotte "het visitekaartje van de sport en het is ook entertainment."
Terwijl Frank en zijn team doorpuzzelen, stroomt boulderhal Revolt - gelegen op een bedrijventerrein langs de A13 - langzaam vol. Klasjes kinderen krijgen training, jonge studenten komen samen klimmen, er klinken aanmoedigingen - "houden, houden!" - en dan een harde plof op de mat.
Boulderen is fysiek een uitdagende sport, maar is ook vooral een sociale bezigheid. De klimgemeenschap is hecht, in de hal is de sfeer gemoedelijk - Bob Marley zingt Redemption Song - en in de caféruimte kunnen klimmers uitpuffen met (biologische) biertjes en gezonde snacks.
Boulderen in Nederland is booming. Konden boulderaars tien jaar geleden nog terecht bij drie speciale hallen, in 2016 waren dat er al vijftien en momenteel meer dan veertig. Tel daar de ruim dertig gewone klimhallen - waar met touw tot grotere hoogte wordt geklommen - bij op en Nederland lijkt steeds meer een klimland te worden.
Terwijl Frank en Nikki een ladder en een boor meesjouwen naar de eerste vrouwenroute, ploffen Max en Alex neer op de mat bij een van de mannenroutes. "Dit wordt de moeilijkste", zegt Alex. "Misschien is-ie fysiek niet de zwaarste, maar zeker door de korte voorbereidingstijd wordt het lastig om hem door te krijgen."
Klimmaatjes Hidde (20) en Adnan (21), die 's middags bij Revolt komen trainen, kijken verlekkerd toe hoe het bouwteam schaaft aan de routes. "Ziet er zwaar uit, veel vlakke en kleine grepen", zegt Hidde, die al eens meedeed met het NK maar dit jaar te weinig wedstrijden klom om zich te plaatsen. Zijn vingers jeuken om een route te testen en hij probeert snel weer een eigen route.
Sportklimmen put uit en vereist een zeldzame vorm van lichaamscontrole. Op de muur wordt iedere spiervezel beproefd. Lenigheid, pure kracht, stabiliteit, coördinatie en zeer sterke vingers komen van pas. De klimmers houden zich soms vast aan randjes niet dikker dan een vingerkootje.
NOC*NSF merkt sportklimmen wel aan als topsport, maar financiële steun vanuit de federatie was er in 2021 niet.
Reden kan zijn dat nog te weinig Nederlanders op internationaal niveau meedoen. Podiumplekken op grote toernooien zijn zeldzaam. De 28-jarige Tim Reuser klom begin mei bij Europese bekerwedstrijden naar brons. De 16-jarige Sabina van Essen pakte dat toernooi zilver. Reuser klimt zaterdagavond niet op het NK, Van Essen wel.
Intussen zit de bouwploeg in de hal even met de handen in het haar. Een van de boulders is af, maar is misschien "te saai", een te makkelijke puzzel. Als je sterk bent, haal je 'm. Anders niet, oordeelt het team unaniem. "Er is weinig ruimte om erin te groeien", zegt Nikki, essentieel voor een aantrekkelijke wedstrijd.
"We hebben een tester!" Frank die even weg was gelopen, heeft een klimvrijwilliger gevonden om de route te testen. Het is Hidde. Enthousiast klapt hij zijn handen vol pof en trekt zijn klimschoenen strak. Puffend keert hij terug, zonder 'top'. "Wel hard." Hij veegt de grepen even schoon en doet nog een poging. Weer geen 'top'.
"Dat was nuttig, we zijn eruit", bedankt Loeve zijn spontane testklimmer. Met de boor in zijn hand loopt hij nog één allerlaatste keer richting de klimmuur. Toch nog even iets uitproberen.