Zorgen om Oekraïense kinderen die zonder ouders naar Nederland zijn gevlucht
Ellen Kamphorst
redacteur Binnenland
Ellen Kamphorst
redacteur Binnenland
Hulporganisaties maken zich grote zorgen om alleenstaande minderjarige vluchtelingen uit Oekraïne. Anders dan alleenstaande asielzoekerskinderen uit bijvoorbeeld Syrië worden ze niet altijd geregistreerd en krijgt maar een enkeling een voogd toegewezen.
Volgens Unicef en Vluchtelingenwerk zijn de kinderen nauwelijks in beeld bij organisaties die voor een veilige opvang zorgen. Ze lopen het risico slachtoffer te worden van mensenhandel en uitbuiting. Op dit moment zijn er zeker 170 minderjarige Oekraïners zonder ouder in Nederland.
Dit cijfer van 170 is gebaseerd op het aantal Oekraïense alleenstaande minderjarigen die zijn aangemeld bij de kinderbescherming. Een woordvoerder zegt niet te weten of dat de hele groep is: "We zijn realistisch. De kans is best groot dat er kinderen zijn die nog niet zijn aangemeld. Daarom roepen we iedereen op om alert te zijn en kinderen te melden bij de gemeente of rechtstreeks bij de kinderbescherming."
Van die kinderen hebben er maar een paar een voogd toegewezen gekregen door de rechter. Voor de grootste groep is dat volgens de kinderbescherming niet nodig omdat ouders vanuit Oekraïne gezag kunnen uitvoeren. Zij hebben dan telefonisch contact met hun kinderen.
Daarnaast heeft volgens de kinderbescherming "een aanzienlijk deel van de kinderen" documenten bij zich waarin hun ouders verklaren dat de volwassene met wie het kind is gevlucht, beslissingen mag nemen over het kind. Dat kan bijvoorbeeld een tante zijn, een buurvrouw of een meerderjarige zus. De IND moet eerst controleren of die documenten echt zijn en kloppen. Daarna kan de kinderbescherming besluiten of het inderdaad niet nodig is om gezag te regelen.
Ook Nidos is bezorgd
De gang van zaken leidt ook tot zorgen bij Nidos, de stichting die in Nederland het grootste deel van de alleenstaanden opvangt en ook vaak als wettelijk voogd optreedt. De stichting zegt nu zo'n twintig Oekraïense alleenstaande minderjarigen in opvang te hebben, waar ze, op een enkeling na, geen voogdij over heeft gekregen.
Het gevaar is dat geen enkele instantie met deze kinderen contact houdt, aldus Nidos. En een alternatieve geschikte opvang is er volgens de organisatie nauwelijks. Gemeenten hebben in het Brabantse Mierlo weliswaar een locatie voor 66 minderjarige Oekraïners opengesteld, maar daar is sinds de opening vorige maand slechts één kind een aantal nachten geweest.
Nidos wil de jongeren die de stichting opvangt ook niet naar Mierlo sturen, onder meer omdat het gaat om een tijdelijke opvangplek, met begeleiding door vrijwilligers. Daarmee is volgens Nidos de continuïteit van opvang niet gewaarborgd.
De organisatie heeft bovendien vraagtekens bij het argument van de kinderbescherming dat Oekraïense kinderen die telefonisch contact hebben met hun ouders geen voogd nodig hebben. Ook niet-Oekraïense asielzoekerskinderen kunnen contact hebben met hun ouders maar krijgen dan alsnog een voogd, betoogt Nidos.
Betere informatievoorziening
Vluchtelingenwerk en Unicef zijn specifiek bezorgd om de Oekraïense kinderen die zonder hun ouders bij een particulier in huis wonen. Sommigen zijn door vrijwilligers in groepen bij de Poolse grens opgehaald en zijn meegekomen met familie of vrienden. Evita Bloemheuvel van Vluchtelingenwerk: "Het is niet zeker of alle kinderen zijn ingeschreven. Niemand heeft die groep volledig in beeld. Als ze wel zijn ingeschreven, is het lastig om zonder wettelijk vertegenwoordiger in Nederland weekgeld te ontvangen of hen in te schrijven op school."
Kinderrechtenspecialist Arja Oomkens van Unicef pleit voor betere informatievoorziening voor professionals en vrijwilligers en wil ook dat de regering duidelijk uitlegt waarom het zo belangrijk is om deze kinderen te registreren. Ze wil ook dat het kabinet hierover het gesprek aangaat met de Oekraïense gemeenschap in Nederland.