Kinderen versneld bijgespijkerd in taal en rekenen, hulp voor scholen
Kinderen in het primair en voortgezet onderwijs krijgen de komende jaren versneld beter les in taal, rekenen, burgerschap en digitale vaardigheden. Minister Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs vindt dit de hoogste prioriteit. "Het niveau moet omhoog", zegt hij.
De onderwijsinspectie concludeerde in april dat de jarenlange terugloop van de vaardigheden van kinderen "een halt toegeroepen moet worden", en dat dit met de nodige inspanningen binnen twee jaar moet lukken.
Hij wil geen plan over de schutting gooien en zeggen 'bekijk het maar', benadrukt Wiersma. Ook gaat hij geen dure consultants op het onderwijs afsturen "die het zogenaamd beter weten".
Al komend schooljaar krijgen 150 scholen die het het hardst nodig hebben hulp van basisteams van externe deskundigen en ondersteuners, afhankelijk van wat de leraren nodig hebben. "Bijvoorbeeld iemand die kinderen kan begeleiden bij het tegengaan van pesten, dat komt nu ook op het bordje van de leraar", zegt Wiersma. Ook noemt hij bibliotheken, mensen die een extra uurtje sport kunnen geven of hulp bij het nakijken als voorbeelden.
Voor het Jeugdjournaal gaf de minister een interview waarin hij uitlegt wat het voor kinderen betekent:
Uiteindelijk moeten alle scholen zo'n basisteam krijgen. Daarnaast krijgen 350 scholen toegang tot een subsidiepot waar ze geld kunnen aanvragen voor bijvoorbeeld extra leermiddelen of ondersteuning.
Les in bankzaken en contact met de overheid
Het gaat niet alleen om het verbeteren van lezen en schrijven maar ook om de aansluiting tussen rekenen en wiskunde, de basiswaarden van de democratische rechtsstaat, mediawijsheid, kritisch met informatie kunnen omgaan en het gebruik van digitale middelen voor bijvoorbeeld bankzaken of contact met de overheid.
De scholen zijn niet in hun eentje verantwoordelijk voor het niveau van de kinderen. Externe invloeden waar leraren geen vat op hebben spelen ook mee, zoals ouders die zelf niet goed kunnen lezen en schrijven en verouderde leerdoelen en lesmateriaal. Ook op ouders, en op bijvoorbeeld bibliotheken, wordt een beroep gedaan.
Strenger toezicht
Wiersma wil op de lange termijn samen met het onderwijs een masterplan opstellen. Dat richt zich op de voor- en vroegschoolse educatie, primair onderwijs, voortgezet onderwijs (inclusief het speciaal onderwijs) en het middelbaar beroepsonderwijs.
De minister eist ook inspanningen van de scholen. De onderwijsinspectie moet strenger toezicht gaan houden en sneller ingrijpen als scholen te weinig actie ondernemen of onvoldoende resultaat boeken.
De komende twee jaar wordt naast het taal- en rekenonderwijs ook de rest van het curriculum, ofwel de leerplannen, vernieuwd.