Feyenoords metamorfose na Drita: 'Moesten wachten op inkomsten transfer Berghuis'
De lange reis door Europa van Feyenoord begon eind juli in Kosovo tegen FC Drita. Met een elftal dat in weinig nog doet denken aan het team dat op 25 mei de finale van de Conference League zal spelen in Tirana. Ook trainer Arne Slot vindt het moeilijk voor te stellen dat het worstelende gezelschap dat met 0-0 gelijkspeelde in Kosovo en thuis na een achterstand ternauwernood met 3-2 won, zich ontwikkeld heeft tot het succesvolle elftal dat het nu is.
Feyenoord speelde in Drita met zes andere spelers in de basis dan gisteravond in Marseille. Alleen het vervangen van de geblesseerde doelman Justin Bijlow voor Ofir Marciano was een gedwongen keuze.
Feyenoord had vóór de eerste ronde van de Conference League met Marcus Pedersen (Molde), Francesco Antonucci (FC Volendam), Alireza Jahanbakhsh (Brighton) en huurling Guus Til (Spartak Moskou) al een handjevol aanwinsten gepresteerd. Maar dat bleek niet genoeg.
'Sportief risico'
Middenvelder Leroy Fer (nu Alanyaspor) speelde tegen Drita centraal in de verdediging, Bryan Linssen stond rechtsbuiten en Naouffal Bannis (nu NAC Breda) begon in de spits. In de tweede helft werd hij vervangen door Robert Bozenik (nu Fortuna Düsseldorf).
"Als je de opstelling van toen en nu tegen elkaar legt is het verschil helder...", vergelijkt Slot. "Ik denk dat Feyenoord destijds een sportief risico heeft genomen door zo laat spelers aan te trekken."
Toch beseft Slot ook dat de Rotterdamse club weinig keuze had. "Als de club eerder had gehandeld was het een financieel risico geweest."
Technisch directeur Frank Arnesen zag dat zijn handen gebonden waren. Geld voor nieuwe aankopen of huurdeals was er simpelweg niet. "We moesten wachten op de inkomsten van de transfer van Berghuis, die overigens ook maar marginaal waren", aldus Slot. "Toen konden we pas een aantal spelers aantrekken."
Cruciale schakels
Kort na de moeizame doortocht tegen FC Drita stroomde er vanuit Amsterdam circa 5,5 miljoen binnen. Arnesen huurde Cyriel Dessers (van Genk) en Reiss Nelson (van Arsenal). Gernot Trauner (LASK) en Fredrik Aursnes (Molde) werden gekocht.
Het bleken cruciale schakels in Feyenoords Europese succes. Jorrit Hendrix (gehuurd van Spartak Moskou), de Zweed Patrik Wålemark (gekocht van BK Häcken), Philippe Sandler (transfervrij van Manchester City) en de Amerikaan Cole Bassett (gehuurd van Colorado Rapids) versterkten in de winterperiode de selectie, al speelden zij geen grote rol in het Europese avontuur.
Maar het gaat verder dan de miljoenen van Berghuis, stelt Slot vast. "Los van die nieuwe jongens die er nu bij zijn, hebben spelers zich gedurende het seizoen verbeterd. Ze zijn fitter geworden en steeds beter gaan samenspelen."
Het versterken van de ploeg en het proces dat daarna werd ingezet, leverde Feyenoord dit seizoen al dertien miljoen euro inkomsten uit de Conference League op. Als Feyenoord eind mei in de finale van AS Roma weet te winnen, komt er nog eens twee miljoen bij.
Bij winst plaatst Feyenoord zich bovendien automatisch voor de Europa League. De club zal zich daar met een iets vollere portemonnee kunnen voorbereiden op het nieuwe seizoen dan negen maanden geleden.