ABN Amro maakt excuses voor slavernijverleden
De slavenhandel had een groot aandeel in de geschiedenis van ABN Amro. Dat concluderen onderzoekers van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in een rapport in opdracht van de bank zelf. Daarin worden twee achttiende-eeuwse voorlopers van ABN Amro bestudeerd: Hope & Co en R. Mees & Zoonen.
Deze voorlopers waren betrokken bij slavenhandel, plantageslavernij en de handel in producten die door slaafgemaakten waren gemaakt.
ABN Amro biedt "diepgevoelde" excuses aan voor deze betrokkenheid:
Hope & Co was een grote financiële speler in de achttiende eeuw en volgens de onderzoekers een spil in de Caribische slavernij. Uit een reconstructie van de boekhouding blijkt dat ongeveer een kwart tot een derde deel van de opbrengsten van Hope & Co uit slavernij voortkwam.
Hope & Co en R. Mees & Zoonen zijn via diverse fusies verbonden aan het huidige ABN Amro. Dit is een zeer versimpelde weergave daarvan:
Minstens vijftig plantages die met tot slaafgemaakten werkten kregen een lening van Hope & Co, waarbij slaafgemaakten als onderpand dienden. "In die lijsten staan schattingen van hoeveel elke persoon waard is, met naam en toenaam", zegt onderzoeker Pepijn Brandon van het IISG. "Een mannelijke slaafgemaakte met een specifieke opleiding kwam voor een heel hoog bedrag in de boekhouding. Maar bij sommige mensen werd neergezet dat ze 'van geen waarde' waren: oude of gewonde mensen."
Volgens de onderzoekers bemoeide Hope & Co zich nadrukkelijk ook zelf met de plantages. "Het waren geen investeerders op afstand, maar ze lieten zich uitgebreid informeren", zegt Brandon. "Soms wilde het bedrijf dat de plantagehouder slaafgemaakten naar een andere plantage verplaatste, om de winst te verhogen. Gezinnen werden daardoor uit elkaar gerukt."
De verplaatsingen stuitten op groot verzet van de slaafgemaakten. In één geval liet een plantagehouder Hope & Co weten dat het lastig was om de verplaatsingen door te voeren. Toch moest hij ermee doorgaan van de financier.
Henry Hope, één van de oprichters van Hope & Co, liet eind achttiende eeuw Paviljoen Welgelegen bouwen, waar nu het Provinciehuis zit. Dat was in de periode dat hij veel geld verdiende aan de slavernij.
Hoewel R. Mees & Zoonen een kleinere speler was, heeft ook dat bedrijf veel verdiend aan de slavernij. De onderzoekers schatten dat ruim de helft van de zeeverzekeringen waarbij het bedrijf bemiddelde, gerelateerd was aan de slavernij. Zo stond op de polis voor slaafgemaakten op een slavenschip in detail beschreven wanneer de verzekeraar zou uitbetalen.
"Er werd geen levensverzekering afgesloten voor de personen op dat schip, maar een schadeverzekering. Alsof het ging om goederen die schade konden oplopen tijdens de reis", zegt Brandon. "Tot in detail werd uitgewerkt onder welke condities een vergoeding aan de slavenhandelaar zou worden uitbetaald."
Roemrucht verleden
Het is volgens de onderzoekers lastig te zeggen wat ABN Amro precies aan de slavernij heeft verdiend, omdat er zoveel fusies tussen voorlopers zijn geweest. "Maar je kan wel zeggen dat ABN Amro zich beroept op het roemruchte verleden van de voorgangers uit de achttiende eeuw", zegt Brandon. "Dit onderzoek laat zien dat je dat verleden niet los kan zien van het slavernijverleden."
"In de meer dan 300 jaar geschiedenis van ABN AMRO heeft de bank veel om trots op te zijn", zegt CEO Robert Swaak van ABN Amro in een reactie. "We erkennen dat dit verleden ook zijn schaduwkanten heeft. We beseffen dat dit onrecht uit het verleden ook na de officiële afschaffing van de slavernij heeft voortgeduurd. ABN AMRO biedt haar excuses aan voor het handelen en de pijn die deze voorgangers in het verleden hebben veroorzaakt."
Volgens hoofdonderzoeker Pepijn Brandon was Hope & Co een spil in de internationale slavenhandel;
Volgens Linda Nooitmeer, bestuursvoorzitter van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee), is het uniek dat een bedrijf op deze manier excuses maakt. "Tot nu toe deden alleen gemeentes dat, het is dus heel bijzonder. Ik waardeer het ook dat hij de pijn van de voorouders benoemt en concrete stappen wil nemen. Als een grote partij als ABN Amro zo'n boodschap omarmt, is dat een belangrijke stap in de strijd die we al twintig jaar voeren."
Eerder bleek uit onderzoek in opdracht van de Nederlandsche Bank (DNB) dat ook deze nauw betrokken was bij de slavernij. DNB heeft geen excuses gemaakt, maar denkt daar nog wel over.