Hongaarse premier Orbán wint verkiezingen, oppositie erkent nederlaag
Bij de parlementsverkiezingen in Hongarije heeft premier Viktor Orbán een ruime overwinning geboekt. Met vrijwel alle stemmen geteld komt zijn rechts-populistische Fidesz op 53 procent van de stemmen. De pro-Europese samenwerkende oppositiepartijen komen niet verder dan 35 procent.
"Onze overwinning is zo groot dat je die vanaf de maan kunt zien", sprak Orbán. "En vanuit Brussel is het al helemaal te zien", sprak hij een menigte toe, verwijzend naar zijn stroeve betrekkingen met veel Europese organisaties. "We hebben de soevereiniteit en vrijheid van Hongarije verdedigd."
"De conservatieve politiek heeft gewonnen", zegt Orbán in zijn overwinningsspeech:
"De hele wereld heeft vanavond in Boedapest gezien dat de christendemocratische politiek, de conservatieve politiek en de patriottische politiek hebben gewonnen. We zeggen hiermee tegen Europa dat dit niet het verleden is, maar de toekomst", zei Orbán, die aan zijn gehoopte vijfde termijn als premier zal mogen beginnen.
We wisten dat dit een oneerlijk speelveld zou worden.
Oppositiepartijen van links tot uiterst rechts verenigden zich vorig jaar tot één anti-Orbán-front, omdat de individuele partijen door het getrapte districtenstelsel van Hongarije weinig kans op de winst maakten. In peilingen gingen de verenigde oppositielijst en Fidesz maandenlang nek-aan-nek. Het grote verschil dat zich aftekent, wordt dus uitgelegd als een zware nederlaag voor de oppositie.
Oppositieleider Péter Márki-Zay heeft de verkiezingsnederlaag erkend. Hij wijt Orbáns overwinning aan diens "propagandamachine", waarmee hij verwijst naar de grote dominantie van Fidesz in de Hongaarse media. "Ik zal mijn teleurstelling niet verbergen, mijn verdriet. We wisten dat dit een oneerlijk speelveld zou worden", reageerde hij na Orbáns overwinningstoespraak.
"We erkennen dat Fidesz een grote meerderheid van de stemmen heeft gekregen. Maar we betwisten nog steeds dat deze verkiezingen democratisch en eerlijk zijn verlopen", aldus Márki-Zay.
Eerder deze week werden al grote zorgen geuit over mogelijke kiesfraude. Donderdag werden gedumpte poststemmen van buitenlandse stemmers op een stortplaats gevonden. Of er daadwerkelijk sprake is van stemfraude wordt onderzocht. Een burgerbeweging heeft extra veel waarnemers aangetrokken om de verkiezingen te controleren op mogelijke misstanden.
Ook de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) heeft op grote schaal waarnemers naar het land gestuurd, iets wat vrijwel nooit voorkomt in Europese lidstaten.
De 58-jarige Orbán werd in 2010 voor de tweede keer premier van Hongarije. Eerder leidde hij het land tussen 1998 en 2002. De 49-jarige Péter Márki-Zay, het gezicht van de verenigde oppositie, nam het op tegen Orbán. Hij wil het land democratischer maken en staat voor een meer pro-Europese aanpak.