Grootaandeelhouder Charlene de Carvalho-Heineken tijdens de opening van de Heritage Quarter in 2018
NOS Nieuws

Exodus van bedrijven uit Rusland lijkt juridische strijd te worden

  • Linda Wisse

  • Linda Wisse

Maatschappelijke druk speelt een grote rol in de bedrijvenexodus uit Rusland: onder meer Shell en Heineken besloten na felle kritiek om volledig uit Rusland te vertrekken. Maar het is volgens deskundigen nog de vraag of ondernemingen ook écht stoppen.

Het leeuwendeel van de bedrijven die eerder bekendmaakten Rusland de rug toe te keren, hoeft dat niet vanwege de sancties te doen. Wel kunnen de gevolgen van de sancties meespelen, omdat de handel met Rusland wordt bemoeilijkt.

Zo schrijft bierbrouwerij Heineken vandaag in een verklaring dat hun Russische eigendommen niet meer levensvatbaar zijn in de huidige situatie en dat het bedrijf daarom besluit om Rusland te verlaten. Dat kan volgens Cedric Ryngaert, hoogleraar internationaal recht aan Universiteit Utrecht, een soort dekmantel zijn.

Batterij aan advocaten

Want eerder dreigde Rusland met onteigening van vertrekkende bedrijven en zelfs het vervolgen van hun bestuurders als zij zich kritisch over de oorlog uitspreken. Ryngaert: "Bedrijven kunnen dus niet expliciet zeggen dat zij zich terugtrekken vanwege de oorlog. Er is vast een batterij aan advocaten opgezet om de risico's in kaart te brengen."

Of bedrijven ook echt kunnen stoppen met hun activiteiten in Rusland, hangt af van wat in de contracten staat. Zo kan in de kleine lettertjes staan dat bedrijven zich mogen terugtrekken als de omstandigheden volledig zijn gewijzigd, zoals een oorlogssituatie, of niet te voorzien waren.

Maar het kan ook zo zijn dat lokale bedrijven de productie in Rusland uitvoeren, zoals bij Danone het geval is. Ryngaert: "Zeggen dat ze weggaan uit Rusland betekent dan eigenlijk niet veel, want hun productie gaat gewoon door of misschien zelfs verder onder een andere naam."

Winterslaap

Een alternatief op volledig vertrekken zou een soort winterslaap zijn, zegt Jan Adriaanse, hoogleraar Verandermanagement aan Universiteit Leiden. Hij doet onderzoek naar bedrijven die moeten herstructureren in crisistijd. "Dan blijf je daar toch een beetje actief en houd je de infrastructuur in stand voor als de oorlog voorbij is."

En daarmee kom je ook niet in de discussie wat te doen met de verplichtingen die je bent aangegaan en de loyaliteit aan je lokale werknemers, legt Adriaanse uit. "Ik kan me best voorstellen dat het een worsteling is hoe je daarmee omgaat. Het is een afweging die je moet maken, ook voor de situatie na de oorlog als de activiteiten weer zouden kunnen worden opgepakt."

Einde oorlog

Ook staan vertrekkende bedrijven voor de uitdaging om hun Russische bezittingen te verkopen. Het lijkt erop dat ze rekening houden met verliezen. Zo zegt Heineken 400 miljoen euro te moeten afschrijven. Maar volgens Adriaanse waren veel bedrijven de opbrengst uit de activiteiten in feite al kwijt.

"Want als je besluit om geen hamburgers meer te verkopen of accountantsactiviteiten te doen, ben je de omzet al kwijt en de business daar ook. Veel van de bedrijven denken vast: hopelijk komt er snel een einde aan de oorlog en kunnen we starten met de wederopbouw", zegt Adriaanse.

De oorlog in Oekraïne is nog niet voorbij, maar het lijkt voor vertrekkende bedrijven een lange juridische strijd te worden. Zo verwacht Ryngaert niet alleen veel rechtszaken tussen vertrekkende bedrijven en bedrijven met wie zij contracten hadden afgesloten, maar ook tussen Rusland en de bedrijven waarvan eigendommen eventueel genationaliseerd worden.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl