Oostflank NAVO krijgt versterking: 'Meeste oorlogen in Europa zijn hier begonnen'
Heleen D'Haens
correspondent Italië
Heleen D'Haens
correspondent Italië
Op de luchtmachtbasis in Mihail Kogalniceanu, in het oosten van Roemenië, brullen aan alle kanten de motoren van gevechtsvliegtuigen. Rechts op de landingsbaan trainen Amerikanen met F-16's en Black Hawks, aan de linkerkant Roemenen met Russische MiG-jets. Daarnaast trainen op de basis ook Fransen, Belgen, Canadezen, Italianen, Duitsers, Britten en Nederlanders.
"Al die vlaggen en verschillende uniformen, soms weet ik ook niet waar iemand vandaan komt", zegt de Roemeense commandant Silviu Marincas. Hij is sinds 2013 in Mihail Kogalniceanu gestationeerd, maar zag het er nooit zo druk als sinds de oorlog in Oekraïne.
Dat veel landen troepen hebben gestuurd, vindt hij een goede zaak: "We leren samen te werken en zorgen ervoor dat eenheden op elkaar afgestemd zijn. Zo wordt iedereen beter in de taken die ze moeten uitvoeren."
De versterking van de oostflank was het belangrijkste dossier van de NAVO-top vandaag. De leiders van de dertig NAVO-landen zijn overeengekomen om meer manschappen naar oostelijke delen van het NAVO-grondgebied te sturen. Ze gaan niet alleen naar Roemenië, maar ook naar Bulgarije, Hongarije en Slowakije.
Strategisch belang
"Historisch gezien zijn de meeste oorlogen in Europa hier begonnen. In deze regio, niet in het noorden", legt militair analist Oana Popescu uit. "Vooral de regio rond de zwarte Zee is extreem gevoelig", schetst ze. "Naast de Krim controleert Rusland sinds kort ook Slangeneiland, dat vlak bij de kust van Roemenië ligt. De facto controleert Rusland de Zwarte Zee."
Mochten zij ooit beslissen om via de zee aan land te komen, of om vanaf de zee een aanval in te zetten, kunnen de landen rondom de Zwarte Zee daar niet tegenop, gaat ze verder. "Daarvoor zijn we afhankelijk van de militaire capaciteit van onze bondgenoten."
Die zijn dus volop aanwezig in Roemenië. Nederland maakt anders dan de Fransen en de Belgen niet officieel deel uit van een NAVO-missie. Wel werd besloten een geplande oefening van de elfde luchtmobiele brigade te verplaatsen, vertelt majoor Chris Conradie. "Met de situatie tussen Rusland en Oekraïne heeft de NAVO een oproep gedaan om meer trainingsactiviteiten richting de oostgrens van het bondgenootschap uit te voeren. Vandaar dat oefeningen die normaal in Duitsland gepland waren, verplaatst zijn naar Roemenië."
Recent besliste Nederland de oefening in Roemenië nog eens met vier weken te verlengen. Hij kan zich voorstellen dat een permanente missie strategisch gezien voordelen heeft. "We hebben ook al een internationale presentie in Litouwen. Het zal dezelfde voordelen opleveren, en daarmee natuurlijk ook een signaal afgeven richting Rusland."
"Door langere tijd samen te werken bouw je een professionele relatie op. Je staat altijd klaar voor een missie en kan veel sneller reageren op eventuele dreigingen", zegt zijn Roemeense collega Silviu Marincas.
Daarnaast denkt Marincas dat het een geruststelling is voor het Roemeense volk. Aangezien het land nog maar sinds 2004 lid is van de NAVO, hebben niet alle Roemenen vertrouwen in het bondgenootschap. "Een grotere missie zou hen ervan verzekeren dat we echt bij de NAVO horen, dat we niet alleen staan en dat we samenwerken voor het welzijn van de alliantie", denkt de commandant.