'Quincy Promes verdacht van betrokkenheid bij drugshandel'
De telefoon van voetballer Quincy Promes werd afgetapt omdat hij verdacht wordt van betrokkenheid bij drugshandel en deelname aan een criminele organisatie. Dat meldt De Telegraaf op basis van opsporingsbronnen.
Het Openbaar Ministerie in Amsterdam wil tegenover de NOS niet op de onthulling ingaan. Promes' advocaat Gerard Spong was niet direct bereikbaar voor een reactie.
In de afgetapte telefoongesprekken bekent Promes dat hij zijn neef in juli 2020 in zijn knie heeft gestoken tijdens een familiefeest, zo onthulde Nieuwsuur deze week. Uit een transcriptie van de telefoongesprekken komt naar voren dat Promes gezegd heeft dat hij van plan was zijn neef om het leven te brengen.
Advocaat van het slachtoffer Yehudi Moszkowicz wilde daarom dat de aanklacht tegen Promes door het OM zou worden aangepast naar 'poging tot moord'. Het OM ging daar gisteren in mee.
Partij cocaïne uit Antwerpen
De telefoongesprekken vonden plaats in de nacht na de steekpartij. Het feit dat zijn telefoon toen al getapt werd, door het Team Criminele Inlichtingen (TCI), was opmerkelijk. Volgens deskundigen wees dat erop dat Promes zeer waarschijnlijk op dat moment al verdachte was in een andere zaak: "Dat gaat voor 95 procent over wapens, drugs en liquidaties", zei hoogleraar straf- en strafprocesrecht Sven Brinkhoff tegen Nieuwsuur.
Volgens De Telegraaf heeft Promes samen met familieleden geïnvesteerd in een partij cocaïne van 4000 kilo. In die zaak zou onder meer een neef van Promes al vastzitten. Het zou gaan om de partij die in april 2020 in Antwerpen werd onderschept. Daarbij waren zogeheten uithalers uit Amsterdam-Zuidoost betrokken.