'Zwitserse overheid blijft door bankgeheim smerige zaken faciliteren'
Door het Zwitserse bankgeheim konden criminelen en corrupte politici ongestoord geld bij Zwitserse banken stallen. Gisteren werd bekend dat een internationaal consortium van journalisten een zeldzaam lek bij de Zwitserse bank Credit Suisse heeft onderzocht. Daaruit bleek dat de bank zo'n 95 miljard euro aan geld beheerde, waaronder geld van criminelen die al jaren eerder waren veroordeeld.
Het Zwitserse bankgeheim, waardoor Zwitserse banken geen gegevens mogen delen met derden, is niet meer zo strikt als voorheen. Zwitserland heeft met tientallen landen, waaronder die van de EU, afspraken gemaakt om bankgegevens te delen. Maar volgens Karlijn Kuijpers van onderzoeksplatform Investico betekent dat niet dat het bankgeheim helemaal opgeheven is. "Voor veel armere landen geldt het nog altijd", zegt zij.
Uit het onderzoek, dat is gepubliceerd onder de titel Suisse Secrets, blijkt dat het Zwitserse bankgeheim in ieder geval tot 2014 criminele geldstromen faciliteerde.
Black box
"Dit is uniek, er is niet eerder een lek geweest van een Zwitserse bank", zegt Kuijpers. "We hadden eerder alleen lekken van trustkantoren tot onze beschikking. Daarin zag je wel bedragen naar Zwitserse banken gaan, maar verder was het een soort black box. Nu kunnen we voor het eerst namen en bedragen zien."
Kuijpers onderzocht of er ook Nederlandse rekeninghouders waren. "Dat waren er enkele tientallen, maar zij hadden meestal een goede reden om in Zwitserland te bankieren, vanwege wonen of werken."
Veel bankrekeningen uit het lek zijn volgens Kuijpers rond 2014 gesloten, omdat toen bekend werd dat het Zwitsers bankgeheim voor EU-landen en veel andere landen zou worden opgeheven. In deze lijst staat met welke landen er tegenwoordig informatie wordt uitgewisseld.
Is daarmee een einde gekomen aan het Zwitsers bankgeheim? "Absoluut niet", zegt Kuijpers. "Zwitserland heeft dit verdrag inderdaad met een aantal landen getekend, maar juist niet met armere landen - en daar is een hoger risico op corruptie."
De anonieme bron achter het lek laat in een verklaring weten dat dit de reden is waarom dit is gedeeld: "Het Zwitsers bankgeheim is immoreel. Onder het voorwendsel van financiële privacy verbergt het belastingontduikers. Het faciliteert corruptie en houdt belastinginkomsten weg bij armere landen die dat juist hard nodig hebben."
De bron benadrukt dat de verantwoordelijkheid niet bij de Zwitserse banken ligt, maar bij het Zwitserse rechtssysteem. "Banken zijn gewoon goede kapitalisten door de winst te maximaliseren binnen het wettelijk kader waarin ze opereren. De Zwitserse wetgevers zijn verantwoordelijk voor het faciliteren van financiële misdaden."
Beperkte persvrijheid
Martin Hilti, directeur van Transparancy International Switzerland, pleit voor herziening van het bankgeheim. "En er is nog een probleem: als iemand bankgegevens met een Zwitserse journalist deelt, en de journalist schrijft erover, dan riskeert de journalist straf. Dit is een serieus probleem."
Op de website van Suisse Secrets zegt Arthur Rutishauser, de hoofdredacteur van de Zwitserse krant Tamedia, dat dit de reden is waarom hij zijn journalisten niet liet meewerken:
"De Zwitserse bankwet is een enorme beperking van onze persvrijheid." In Artikel 47 staat dat journalisten kunnen worden vervolgd alleen al voor het bezitten van private banking-gegevens. "Deze wet dient alleen om de media te censureren en te intimideren. De wet kan criminelen en hun vermogen beschermen. Journalisten die hen proberen te ontmaskeren, riskeren strafrechtelijke procedures."
Volgens Hilti heeft de publicatie het politieke debat over deze beperking van persvrijheid heropend. "Totdat het bankgeheim wordt aangepast, blijft de Zwitserse overheid smerige zaken faciliteren."