NOS Schaatsen

Zelfs vijf ringen kunnen liefde voor een bijnummer niet bezegelen

  • Luuk Blijboom

    Redacteur NOS Sport in Peking

  • Luuk Blijboom

    Redacteur NOS Sport in Peking

Het was een repeterende breuk. De wet van de remmende voorsprong. Het gezegde van de ezel en de steen. Dat ook. Maar bovenal was de olympische ploegenachtervolging van Peking 2022 na zestien lange jaren hét moment om eindelijk het hoge woord eruit te gooien.

Teleurstelling bij de mannen na de ploegenachtervolging

Sven Kramer, Patrick Roest, Ireen Wüst en Irene Schouten, niet de minste namen uit het Nederlandse schaatsen, spraken donderdag in de catacomben van The Ice Ribbon met één mond.

De vierde plaats van de mannen en het brons van de vrouwen rechtvaardigden maar één algehele conclusie, zonder dat die woorden overigens letterlijk werden uitgesproken. De ploegenachtervolging? Een bijnummer.

Natúúrlijk, zei Kramer, had hij graag een medaille gepakt op het enige onderdeel in zijn olympische programma waarop hij normaliter op het podium had kunnen eindigen. Maar kijk eens naar de tussenscore na tien van de in totaal veertien afstanden, haastte hij zich daar in één adem aan toe te voegen.

Vier goud, drie zilver, twee brons. "Bij ons in het olympisch dorp hangt de hele hal vol met medailles. En wat hebben die Noren en Canadezen, die zo goed zijn op deze ploegenachtervolging, individueel gewonnen? Helemaal niets."

Wikken en wegen

Hij wilde er maar een ongeschreven wet uit de topsport mee aanhalen. "Elk succes is inherent aan het maken van keuzes. Het is een kwestie van wikken en wegen. Kies je voor de team pursuit, dan gaat dat onherroepelijk ten koste van individueel succes."

Toch kon zijn ploeggenoot Roest niet ontkennen dat Nederland op bepaalde vlakken tekort was geschoten. Niet kiezen is ook een keuze.

Anders dan bij de Noren het geval was, verzuimden de Nederlanders in de aanloop naar de Spelen na te denken over iets triviaals als tactiek. De Europese titel, behaald op een gedevalueerd toernooi, had zand in de ogen gestrooid. Waar andere landen in de laatste vier weken enorm waren gegroeid, was Nederland stil blijven staan.

Het Oranje-trio reed zoals te doen gebruikelijk en ging daarmee voorbij aan die andere gulden regel uit de sport. Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg.

Roest zag hoe de Scandinaviërs in één opstelling naar de streep reden, zonder van positie te wisselen. Daarnaast verhieven Peder Kongshaug, Hallgeit Engebraaten en Sverre Lunde Pedersen het duwen tot kunst. Wie schaatst met de hand op de rug van de voorganger, boekt alleen zo al over acht ronden een slordige 2,5 seconden tijdwinst.

"Misschien is dat wel de oplossing", zei Roest. Wie al duwend wil schaatsen, moet daar tijd insteken. En daar ontbreekt het in Nederland aan. Als hij voor zichzelf mocht spreken: "De vijf en tien kilometer zijn voor mij altijd belangrijker.

Ga op de ploegenachtervolging trainen of zeg eerlijk dat individuele nummers belangrijk zijn

Irene Schouten

Toch zou het zo moeilijk niet moeten zijn om een fatsoenlijke achtervolging te rijden, vulde Wüst hem aan. Als liefhebster genoot ze van de finales van zowel de mannen als vrouwen, waarin de vier trio's volgens haar als één persoon over het ijs gingen.

"Ik maak het allemaal niet meer mee. Maar ik zou zeggen: maak in de winter iedere dinsdag vrij om op de ploegenachtervolging te trainen. Daar word je individueel ook nog eens beter van. Het hoeft elkaar echt niet te bijten. Als je op dit nummer olympisch goud wilt winnen, moet je prioriteiten stellen."

Kom in ieder geval tot duidelijke keuzes, viel Schouten haar bij. Zoals het nu gaat, is het van alles niets. Na het OKT werden Dai Dai N'tab en Tijmen Snel geslachtofferd, omdat er door de selectiecommissie meer gewicht werd gegeven aan het aflossingsnummer dan aan de 500 en 1.500 meter. Het bleek, achteraf gezien, geen gelukkige keuze.

Marcel Bosker, Sven Kramer en Patrick Roest balen van de troostfinale

"Ik hoop dat de KNSB ziet dat het echt anders moet", zei Schouten. "Ga op de ploegenachtervolging trainen of zeg eerlijk dat individuele nummers belangrijk zijn."

Het roer, wilde ze er maar mee zeggen, moet om. Waar de bondscoach in het huidige tijdsgewricht weinig meer is dan een zetbaas, moet hij in de toekomst de rol van relatiebemiddelaar gaan vertolken.

Nederland heeft al bijna twee decennia een verstandshuwelijk met de ploegenachtervolging. De liefde is ver te zoeken en kan zelfs met vijf olympische ringen niet bezegeld worden. De hamvraag: is de relatie voor 2026 te redden?

Vlinders

Van vlinders in de buik is van oudsher weinig sprake. Tijdens de wereldbeker van 2003 in het Italiaanse Baselga di Piné stond het nummer voor de eerste maal op de internationale kalender. Sindsdien is de ploegenachtervolging zowel bij de mannen als vrouwen 86 maal verreden.

Tot Peking 2022 stonden de Nederlandse mannen 48 maal op de hoogste trede van het podium. De vrouwen wonnen slechts 27 maal.

Buiten de landsgrenzen wordt het aflossingsnummer wél serieus genomen, zeker nadat het in 2006 de olympische status had gekregen. Het systeem van landenteams biedt daar voldoende mogelijkheden om met vaste drietallen te trainen.

Waar in Nederland sinds heugenis alle commerciële ploegen eerst zelf het wiel uitvinden en elkaar vervolgens de tent uit knokken, blijkt olympisch succes elders wel degelijk maakbaar. Volgens Remmelt Eldering, de Nederlandse trainer van de winnende Canadese vrouwen, volstaan daarvoor slechts drie pijlers. "Met elkaar om de tafel zitten, koffie drinken en trainen."

Nederland schittert vooral in de jaren tussen de Winterspelen in. Tussen Pyeongchang 2018 en Peking 2022 werden de Nederlandse vrouwen tweemaal wereldkampioen. De mannen wonnen zelfs op alle drie WK's die in deze periode verreden werden.

In China trok Nederland de lijn door die sinds de invoering van het aflossingsnummer vier van de vijf Spelen geldt. Het dubbele goud van Sotsji 2014 is de uitzondering op de regel dat de Nederlandse mannen en vrouwen er op de Winterspelen nimmer in slagen de krachten te bundelen en een vuist te maken.

De vrouwen werden in Turijn 2006 en Vancouver 2010 zesde. Pyeongchang 2018 leverde zilver op, Peking 2022 dus brons.

Wüst en Schouten

Bij de mannen werd viermaal brons behaald. In Peking was het voor de eerste maal dat Nederland buiten de prijzen viel.

Nimmer had het er in Peking ook maar de schijn van dat het droomscenario van Sotsji eindelijk weer eens werd herhaald. Toeval of niet: in Rusland het was de eerste en laatste keer dat sportkoepel NOC*NSF een fikse financiële bonus in het verschiet had voor de winnaars van de ploegenachtervolging.

Meer nog dan een dergelijke perverse prikkel hebben de Nederlandse schaatsers over vier jaar in Cortina d'Ampezzo behoefte aan duidelijkheid van bovenaf, sloot Schouten haar betoog af.

"We hebben een bondscoach nodig die hard is. Die gewoon zegt dat we moeten trainen. Heb je daar geen zin in? Dan voor jou iemand anders die dat wel wil."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl