Irene Schouten juicht na het winnen van haar tweede olympische titel
NOS Schaatsen

Een zakje chips als beloning voor koorddanseres Schouten

  • Luuk Blijboom

    Redacteur NOS Sport in Peking

  • Luuk Blijboom

    Redacteur NOS Sport in Peking

Balanceren op het dunne koord tussen falen en succes. Tussen beter en best. Het is een edele kunst die Irene Schouten in Peking als geen ander blijkt te beheersen.

De vraag hoe ze er, na haar glorieuze zege op de 3.000 meter, als torenhoge favoriete op de vijf kilometer opnieuw in slaagde niet aan de druk te bezwijken, liet zich met verbluffende eenvoud beantwoorden. Schouderophalend en in het zangerig West-Fries.

"Ik doe gewoon mijn best."

Kantoor

Met een eerste plak goud al in haar tas was het donderdag voor de 29-jarige Schouten eigenlijk weinig meer dan een dag op kantoor. Haar coach Jillert Anema moest er voor de wedstrijd zelfs aan te pas komen om met een grapje de focus te vinden. "Niet te ontspannen, hè?", riep hij haar toe.

De nababbel in de kelder van The Ice Ribbon maakte duidelijk welk geheim er achter haar tweede olympische titel en nationale record van 6.43,51 school. "Dit was een mooie tijd en een mooie rit."

Oceaanvreugde, ontlading, opluchting. Het was allemaal ver te zoeken.

Dat Schouten aan de hooggespannen verwachtingen voldeed, was niet zo vanzelfsprekend als het leek. Recent Engels wetenschappelijk onderzoek onder topsporters uit meerdere landen wees uit dat uitgesproken favorieten niet per definitie de hoogste trede van het ereschavot betreden.

Choking under pressure is de benaming van het fenomeen dat een atleet slechter presteert dan verwacht wanneer de spanning op het moment dat ultieme glorie binnen handbereik ligt, zeer hoog is. Van topsporters die op basis van status en eerdere prestaties normaliter niet zouden kunnen verliezen, blijkt 63 procent tóch te bezwijken onder druk.

Supersterren

Atleten die binnen hun tak van sport worden beschouwd als supersterren, scoren bovendien statistisch gezien minder vaak dan sporters die deze status niet hebben. Het zijn vooral externe verwachtingen die prestaties van wereldtoppers in de weg staan. Hoe hoger de publieke status, hoe groter de kans op falen.

Emoties bij Irene Schouten, met links haar coach Jillert Anema, na het winnen van de 3.000 meter

Mentale begeleiding op maat is in zulke gevallen vaak de sleutel tot succes. Een schaatser die in het verleden het nut van sportpsychologie ondubbelzinnig bewees, was Johann Olav Koss. De Noor was tijdens de Winterspelen van Lillehammer 1994 de gedoodverfde winnaar, maar dreigde in de aanloop naar het evenement aan die druk te bezwijken.

Hersenspoeling

Hij zocht zijn heil bij de zussen Heidi en Bente Ihlen, twee sportpsychologen die Koss leerden zijn hoofd tijdig leeg te maken. Over de methoden die daarbij gebruikt werden, is nooit een woord naar buiten gebracht.

Boze tongen beweerden destijds dat Koss door de gezusters gehersenspoeld zou zijn. Geestelijk geïndoctrineerd of niet, Koss was een klasse apart en won voor eigen publiek in het ontploffende Vikingskipet van Hamar de 1.500, 5.000 en 10.000 meter.

Johan Olav Koss met Rintje Ritsma (l) en Falko Zandstra (r) na de olympische 1.500 meter in 1994

Sinds Team USA tijdens de Zomerspelen van 1996 in Atlanta bekendmaakte voor de eerste maal sportpsychologen in de begeleidingsstaf op te nemen, is het taboe rond mentale begeleiding doorbroken. Kunnen omgaan met verrassingen, emoties, verlies, spanning en het grote onbekende vormt in de 21ste eeuw een belangrijke pijler onder het presteren.

Ook voor Nederlandse atleten. Mentale masseurs maken al sinds jaar en dag deel uit van TeamNL. Ook in Peking.

Strohalm

De sportpsycholoog is allang geen laatste strohalm meer voor probleematleten. Volgens Rico Schuijers, die veel grote namen uit het Nederlandse schaatsen tot zijn clientèle mag en mocht rekenen, kan begeleiding op het geestelijke vlak een wezenlijk onderdeel van de voorbereiding op een mega-evenement zijn.

Een paar mentale sessies, mits intrinsiek gemotiveerd en goed uitgevoerd, kunnen voor een atleet gelijkstaan aan de ervaring van vijf jaar topsport bedrijven op het hoogste niveau, zo zei hij ooit.

Calvinisme

In de Nederlandse sport is het afrekenen met dogma's vaak een wezenlijk onderdeel van de taak van sportpsychologen. Calvinisme blijkt een slechte voedingsbodem voor topprestaties. Dooddoeners als 'doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg' en 'steek je hoofd vooral niet boven het maaiveld' zijn typisch Nederlandse gedachten die moeten worden uitgebannen.

Een veelgebruikte methode in de sportpsychologie om atleten klaar te stomen voor topprestaties is het werken met de zogeheten zes aandachtscirkels. Dat is een model waarbij verschillende typen doelen hiërarchisch worden geordend en in kaart gebracht.

Irene Schouten na de huldiging van de 5.000 meter in Peking

Dit omdat doelen niet alleen motiveren, maar ook kunnen afleiden. De Amerikaanse oud-zwemmer Michael Phelps zwoer bij het wetenschappelijk niet onderbouwde model van de Duitse sportpsycholoog Eberspächer. Het leverde 's werelds meest succesvolle olympiër aller tijden 28 medailles op, waarvan 23 gouden.

Atleten wordt met deze methodiek geleerd bezig te zijn met het hier en nu, in plaats van met verleden en toekomst. Gedachten aan eerdere prestaties of een gouden medaille die voor het oprapen ligt, zoals in het geval van Schouten, moeten worden uitgebannen.

Dooddoener

Het leidt tot de dooddoener die rond de olympische schaatsbaan van Peking deze weken als een mantra klinkt. "Ik moet bij mijn taken blijven."

Het omarmen van de favorietenrol is voor grote kampioenen een wezenlijk onderdeel van hun succes, zo luidt een vuistregel in de sportpsychologie. Het wegdrukken van hooggespannen verwachtingen wanneer een atleet aantoonbaar de beste is, resulteert slechts in onnodige stress. Wanneer druk een probleem wordt, is het gedaan met de loopbaan.

In dat licht bezien kan Schouten haar carrière moeiteloos vervolgen tot de Winterspelen van 2026 in Cortina d'Ampezzo. Ze heeft in Peking nog twee onderdelen voor de boeg. Grootspraak bleek evenwel geen partij voor realiteitszin.

Bliksemschicht

Schouten kan in China de legendarische Russin Lidia Skoblikova evenaren. De 'Bliksemschicht van de Oeral' schreef tijdens de Winterspelen van 1964 in Innsbruck alle vier de afstanden op haar naam. Met de ploegenachtervolging en de massastart nog op het programma kan Schouten het kunststuk van vier keer goud evenaren.

De Noord-Hollandse was donderdag evenwel de eerste om daar een stevige kanttekening bij te plaatsen. Anders dan op de individuele nummers heeft ze op de resterende onderdelen te maken met ploeggenoten en een peloton tegenstanders op het ijs.

"Het klinkt misschien raar, maar de twee makkelijkste afstanden heb ik gehad. Bij een één-tegen-één gevecht heb je alles zelf in de hand. Op de ploegenachtervolging en massastart is dat niet het geval."

Haar tegenstanders weten inmiddels met zekerheid dat Schouten er in beide gevallen zal staan. Ze blijft de komende dagen bij haar taken, zo klonk het ook bij haar. Het tweede olympische goud werd donderdagavond op gepaste wijze gevierd.

"Met een zakje chips."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl