Ook Amnesty beschuldigt Israël van apartheid, Israël reageert fel
Volgens Amnesty International maakt Israël zich schuldig aan apartheid bij de behandeling van Palestijnen. De mensenrechtenorganisatie zegt in een rapport dat Israël een systeem heeft opgelegd "van onderdrukking en overheersing van Palestijnen, overal waar het de controle uitoefent over hun rechten".
Het rapport is vanochtend gepubliceerd, nadat delen ervan gisteren al waren uitgelekt. Na Human Rights Watch is Amnesty de tweede grote internationale actiegroep die Israël typeert als een land dat een apartheidspolitiek voert. Ook diverse Palestijnse en Israëlische organisaties noemen Israël al langer een apartheidsstaat, een beschuldiging die Israël fel bestrijdt.
Apartheid werd bekend als het systeem van rassensegregatie en onderdrukking dat decennialang in Zuid-Afrika werd gehanteerd. Sinds 2002 is daarnaast internationaal juridisch vastgelegd dat sprake is van apartheid als in een regime de ene raciale groep een andere groep systematisch onderdrukt. Daaraan maakt Israël zich schuldig, zegt Amnesty nu.
In het rapport schrijft Amnesty onder meer over "massale innames van Palestijns land en eigendom, onwettige moorden en de ontkenning van nationaliteit en burgerschap van Palestijnen".
'Onjuist, bevooroordeeld en antisemitisch'
Israël reageerde al voor de officiële publicatie uiterst fel op het rapport. Volgens de Israëlische regering is het verslag onjuist, bevooroordeeld en antisemitisch. "Israël is niet perfect, maar het is een democratie die is toegewijd aan het internationaal recht en die openstaat voor controle, met een vrije pers en een sterk Hooggerechtshof", zei minister van Buitenlandse Zaken Lapid.
Hij noemt Amnesty een "radicale organisatie die zonder serieus onderzoek te doen propaganda verspreidt". Volgens hem is het rapport een poging om Israël te demoniseren en het bestaansrecht van de Joodse staat te ontkennen. Hij benadrukt dat alle burgers in Israël gelijke rechten hebben, ongeacht religie of ras. Volgens hem kan Amnesty zijn pijlen beter richten op andere landen in de regio, zoals Syrië en Iran.
Organisaties die voor Israël opkomen, wijzen er verder op dat het land op dit moment een regering heeft waarin zowel Joodse als Arabische burgers vertegenwoordigd zijn. Bovendien zou Amnesty in zijn rapport de situatie van Palestijnen in bezet gebied op één hoop gooien met de positie van Arabische inwoners van Israël.
Palestijnen worden behandeld als een inferieure raciale groep.
Maar volgens Amnesty International trekt Israël in alle gebieden die het controleert Joodse Israëliërs voor en benadeelt het Palestijnen. Dat gebeurt volgens Amnesty zowel in Israël zelf als in de bezette Palestijnse gebieden.
"Of ze nu in Gaza, in Oost-Jeruzalem en de rest van de Westelijke Jordaanoever of in Israël zelf wonen, Palestijnen worden behandeld als een inferieure raciale groep", zegt Amnesty-directeur Agnès Callamard. Volgens haar heeft de internationale gemeenschap de plicht om in actie te komen.
Westelijke Jordaanoever en Gazastrook
Op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook wonen in totaal zo'n 5 miljoen Palestijnen. Velen van hen zien die gebieden als de basis voor hun toekomstige staat, al raakt het perspectief daarop steeds verder uit zicht. Israël veroverde de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, in 1967.
Op de Westelijke Jordaanoever wonen inmiddels ruim 600.000 Joodse kolonisten in nederzettingen die volgens internationaal recht illegaal zijn. Uit de Gazastrook trok Israël zich in 2005 terug, maar het land controleert samen met buurland Egypte nog steeds de grenzen.
Daarnaast wonen in Israël zo'n 2 miljoen burgers met een Palestijnse achtergrond, die ook wel Arabische Israëliërs worden genoemd. Zij beschikken over burgerrechten, maar hebben vaak te maken met discriminatie. Ook geldt Arabisch sinds enkele jaren niet meer als een officiële landstaal, in tegenstelling tot het Hebreeuws. Israël telt zo'n 7 miljoen Joodse burgers.