Openda overwon astma en is nu eredivisie te snel af: 'Droom van Rode Duivels'
Zijn eerste levensjaar bracht Loïs Openda door in het ziekenhuis van Rocourt in Luik. De kleine baby had zware astma en kampte bovendien met een niet goed functionerend strotteklepje.
Elke dag zat moeder Mariame aan zijn zijde, biddend om verbetering. Baby Loïs gaf niet op. "Ik kreeg zelfs een diploma van moedigste jongen, omdat ik nooit huilde. Maar een van de dokters zei toen wel dat ik nooit zou kunnen sporten."
Inmiddels is Vitesse-aanvaller Loïs Openda de hele eredivisie te snel af, inclusief zijn eigen club. Want dat zijn verblijf in Arnhem na zijn tweede jaar als huurling ten einde komt, daar twijfelt niemand aan.
Iedere club zoekt namelijk een type-Openda. Een aanvaller met diepte in zijn spel, getruct en vooral razendsnel.
Openda herstelde en bewees het ongelijk van de specialisten. "Ik ben altijd al de snelste van de ploeg geweest", vertelde hij in 2018 in de Waalse krant La Dernière Heure.
"Nog altijd heb ik een lichte vorm van astma, maar een pufje voor de wedstrijd helpt. Dan loop ik nog sneller."
Harde keuzes
Zijn vader raakte al snel uit beeld, waardoor moeder Mariame er alleen voor stond. Ze omringde haar kinderen met liefde, maar liep ook tegen haar grenzen aan. En dus moesten er keuzes gemaakt worden.
"Mijn broer Jodice was misschien wel een beter voetballer dan ik", vertelt Openda. "Maar toen we allebei gingen voetballen, kon mijn moeder ons niet beiden naar de training brengen. Mijn broer is gestopt, zodat ik kon voetballen."
Haller heeft er 12, Linssen en Til 11. Ik kijk hoeveel doelpunten zij maken, dan probeer ik er meer te maken.
Van jongs af aan was Openda zijn tegenstanders te snel af. En de doelpunten kwamen vanzelf. Zo werd hij al heel jong opgenomen in de jeugdopleiding van Standard Luik.
Maar daar werd hij aan zijn lot overgelaten. Openda ging nukkig gedrag vertonen, vooral uit onmacht. Een trainer van de onder-13 noemde Openda 'het zwarte schaap' in zijn selectie.
De breuk kwam toen Standard moeder Mariame aan de mouw trok. De contributie van Loïs was namelijk nog niet voldaan. Het lidmaatschap werd uiteindelijk betaald door Paul-José Mpoku, nota bene middenvelder van het eerste van Standard. Maar Mpoku wist ook dat er geen toekomst lag in Luik voor Openda.
En dus legde de voetballer contact met Club Brugge.
Beproeving in Brugge
Het eerste jaar in Brugge was een beproeving voor Openda. Hij woonde in een internaat, kon zich amper verstaanbaar maken en werd verscheurd door heimwee.
"Regelmatig stapte ik na de ochtendtraining op de trein naar station Luik-Guillemin, waar mijn moeder werkte. Dan bleef ik een half uurtje bij haar en was ik net op tijd terug voor de middagtraining."
Op het veld bleef Openda goed presteren, maar buiten het veld stormde het in zijn hoofd. Even was zelfs sprake van een terugkeer naar Standard Luik, vooral om dichter bij zijn familie te zijn.
Dat liet Club Brugge niet gebeuren, het bood de 16-jarige voetballer zijn eerste profcontract.
Het belangrijkste in dat contract was niet het geld, maar de voorwaarden. De belangrijkste: het hele gezin Openda verhuisde naar een huis van de club in Jabbeke, een dorp tussen Brugge en Oostende.
En zo keerde de rust terug in het hoofd van Loïs.
Brugse held van Kiev
Met zijn familie in de buurt ging het razendsnel met Openda. Als 18-jarige haalde trainer Ivan Leko hem voor het eerst bij de selectie voor het thuisduel met uitgerekend Standard.
Kort daarna maakte hij tegen Antwerp zijn debuut. In de zomer van 2018 werd Openda de held van Brugge door zijn club in de 95ste minuut tegen Dinamo Kiev naar de play-offs van de Champions League te schieten.
In twee seizoenen speelde de jonge aanvaller liefst 53 wedstrijden voor Club Brugge, waaronder 9 in de Champions League. Hij hield er een bak aan ervaring en het Real Madrid-shirt van Vinicius aan over. Maar hij kreeg ook kritiek vanwege een paar cruciale missers tegen AS Monaco en Borussia Dortmund.
Onder Leko's opvolger Philippe Clement moest Openda vooral genoegen nemen met invalbeurten. En dus liet hij zich verhuren.
Vitesse
Vitesse hapte toe en de club heeft daar geen spijt van gehad. Wat heet. In zijn eerste jaar werd Openda met Vitesse knap vierde in de eredivisie.
Hij scoorde zelfs in de finale van de KNVB-beker, die uiteindelijk in de slotfase verloren werd van Ajax. Toch was er volgens trainer Thomas Letsch een verbeterpunt: scorend vermogen.
Op zijn eerste jaar in Arnhem volgde een tweede. "Ik heb tegen de coach gezegd dat ik een belangrijke rol wilde hebben", vertelt Openda zelfverzekerd.
"Ik wilde een leider zijn en scoren. Ik zei dat ik dit jaar 15 doelpunten wilde maken. Toen ik er 15 had werden het er 20 en toen 25. Dat wil ik: op topniveau scoren en een killer zijn."
'Alles begon met Feyenoord'
En juist op dat vlak ontwikkelt Openda zich stormachtig. Hij maakt zijn doelpunten met links, met rechts, met het hoofd. En opvallend vaak straft hij foutjes van de tegenstander af. Vraag het maar aan Feyenoord-verdediger Marcos Senesi. Of aan doelman Justin Bijlow.
"Alles begon met Feyenoord", grijnst Openda. "Ik scoorde twee keer. Sindsdien scoor ik altijd."
Opvallend detail: in de winterstop van 2019 wees Openda een huurvoorstel van Feyenoord nog af. De Rotterdammers gingen daarop voor Robert Bozeník.
Inmiddels staat de teller van Openda dit seizoen op 15, waarvan 11 in de eredivisie. Cijfers die tellen voor de spits, die zijn ogen gericht heeft op de topscorerstitel.
"Haller heeft er 12, Linssen en Til 11. Ik kijk hoeveel doelpunten zij maken, dan probeer ik er meer te maken."
Dromen van de Duivels
Intussen mag Openda zelfs dromen van deelname aan het WK in Qatar. Dat heeft niet alleen te maken met zijn prestaties bij Vitesse, maar zeker ook met zijn status bij Jong België.
In de laatste 14 interlands met de Jonge Duivels maakte Openda liefst 12 doelpunten, waaronder 3 tegen Europees kampioen Duitsland.
Niet voor niets zei bondscoach Roberto Martinez onlangs de verrichtingen van de aanvaller in de gaten te houden.
"In het Belgisch elftal spelen is een droom. Het is het beste team van de wereld. Ik wil op het hoogste niveau te spelen en bekend zijn. Spelen bij een topclub en veel scoren. Zoals Didier Drogba, mijn jeugdidool."
En natuurlijk helpt het als je sneller bent dan je tegenstanders. "Mijn grote broer Jodice was snel. Mijn kleine broer Clever (inmiddels ook jeugdspeler van Club Brugge, red.) is snel. Mijn zusje Shana voetbalt niet, maar is ook snel. En mijn moeder...?"
Openda's ogen beginnen maar weer eens te twinkelen. "Reken maar. Als we vroeger gingen hardlopen, was ze ons altijd te snel af."