Kramer na berekende derde plek: 'Aan 'God zegene de greep' heb je niets'
Met dezelfde branie en bravoure waarmee hij vijftien jaar geleden het internationale schaatsen binnen denderde, monsterde Sven Kramer zondagmiddag in de catacomben van Thialf zijn gehoor.
Een gevatte opmerking hier, een kleine sneer daar. De inmiddels 35-jarige Fries was na afloop van de 5.000 meter van het olympisch kwalificatietoernooi net zo ouderwets in vorm als een klein uur daarvoor op het ijs.
Toegegeven, zijn 6.12,29 was de derde tijd van de dag en bood daarmee, zo leert de matrix, geen enkele garantie voor een retourtje Peking. Hij moest aan de ene kant ploeggenoot Patrick Roest (6.08,64) en Jorrit Bergsma (6.11,14) voor zich dulden. Maar Kramer wist ook dondersgoed dat hij beschikt over uitstekende papieren voor een plek in het team op de ploegachtervolging.
Dus wordt het voor Kramer de komende dagen een kwestie van afwachten of hij in Peking voor de vijfde keer zijn opwachting maakt op de Winterspelen. "Ik ga lekker naar huis en wacht het allemaal wel af. Ik bedoel, ik kan deze race niet meer overrijden. Hier moet ik het mee doen. Uiteindelijk ben ik niet degene die het eindoordeel moet vellen."
Kramer was eerst en vooral tevreden over het eindresultaat. De tweede volle ronde bleek eens te meer de achilleshiel van zijn vijf kilometer. Zijn rondetijd liep op naar 29,92, maar daar herstelde hij zich aan het einde van de rit uitstekend van, getuigde de twee laatste omlopen van 28,98 en 29,18.
Het was de ervaring geweest die op Tweede Kerstdag de doorslag had gegeven, klonk het. "Ik lag vandaag onder een groter vergrootglas dan normaal", wist hij. Want ook hij had links en rechts heus wel geluiden gehoord als zou hij zijn afgeschreven.
Bekijk hieronder de samenvatting van de 5.000 meter:
Die negende plaats in de B-groep van de 5.000 meter tijdens de eerste wereldbeker van het seizoen in Tomaszów Mazowiecki, met een Kramer-onwaardig resultaat van 6.30,09, was een teken aan de wand, zo heette het onder sceptici.
"Maar ik heb altijd gezegd: we rekenen op 26 december wel af", riposteerde Kramer. "Het was aan mij om op sportieve manier antwoord te geven."
De Fries wist voor welke opgave hij stond. Hij had, zo bezwoer hij, geen moment wakker gelegen van de teleurstellende eerste maanden van de olympische jaargang, die hem dwongen een andere marsroute te kiezen. "Daarvoor beleef ik nog altijd te veel lol aan het schaatsen."
Marathons en trainingskamp
Hij liet de World Cups van Stavanger, Salt Lake City en Calgary voor wat ze waren, reed in plaats daarvan twee marathons in Hoorn en Enschede en belegde een trainingskamp in het Italiaanse Collalbo.
"Ik ben in mijn doen en laten heel flexibel. Ik kan alle kanten uit. De weg naar succes is niet altijd geëffend. Soms moet je een paar hobbels over. Dat is niet altijd eenvoudig, maar na vijftien jaar weet je dat heus wel."
Achteraf gezien had hij beste wel genoten van die alternatieve aanloop, met name op de twee marathons. Lachend: "Ik denk dat ik vanavond ook maar de eerste natuurijswedstrijd van deze winter in Noordlaren ga rijden."
Het stemde hem in ieder geval tot grote tevredenheid dat hij op het moment dat het er voor de eerste keer dit seizoen écht om draaide twaalf en halve ronde zijn hoofd erbij had weten te houden. Geen moment was het in hem opgekomen om zich te laten verleiden tot een alles-of-niets-race.
Dat ik mensen blij kan maken. Wie had dat nog gedacht?
"Dat is namelijk sportieve zelfmoord", legde hij uit. "God zegene de greep, daar heb je helemaal niets aan. Doe je dat wel, dan is het op het einde van de rit altijd weer diezelfde vraag: wie gaat me naar de finish duwen? Nou, dat doet helemaal niemand, kan ik je verzekeren."
Ofschoon de derde plaats vooralsnog geen enkele garantie biedt, keek Kramer alvast met een schuin oog naar de Olympische Spelen. Een goede verstaander hoorde dat hij als oudgediende zijn plek kent op de 5.000 meter, waar hij mogelijk de strijd moet aangaan met de Zweedse wereldrecordhouder Nils van der Poel. Zijn echte kansen liggen elders.
"Ik wil een fantastische vijf kilometer rijden. En goud halen op de ploegachtervolging."
Omdat het zover nog niet is, genoot hij in Thialf maar van zijn derde plek. Met branie en bravoure, dus. En met een veelzeggende knipoog naar de mensen die hem stiekem al hadden afgeschreven en nu ineens weer voor hem staan te juichen.
Lachend: "Dat ik mensen blij kan maken. Wie had dat nog gedacht?"
Tijdens het olympisch kwalificatietoernooi in Thialf wordt duidelijk welke schaatsers in februari mogen gaan strijden om olympisch goud. Maar hoe werkt het toernooi eigenlijk? En wat is de matrix? Dat leggen we uit.