Brand vier keer op rij de beste in monumentale veldrit, Vanthourenhout verrast
Zaterdag in de snelle wereldbekercross van Rucphen legde ze het in de eindsprint af tegen Marianne Vos. Maar in de zuigende modder op de flanken van de citadel van Namen staat al jaren geen maat op Lucinda Brand.
Na 2018, 2019 en 2020 was ze ook nu de beste bij de wereldbekerwedstrijd in Namen.
Bij de mannen werd Michael Vanthourenhout verrassend de opvolger van Mathieu van der Poel. De Vlaming, zaterdag nog derde in Rucphen, bleef het langst overeind op de glibberige hellingen.
Brand rijdt weg in eerste ronde
Brand won de laatste drie edities en ging er ook nu in de eerste ronde al vandoor. Zonder Vos, die aan het begin van het seizoen al de keuze maakte om Namen over te slaan, bleef alleen Denise Betsema binnen een minuut van de koploopster.
Ook Brand kwam op het steile en glibberige parcours een paar keer ten val, waardoor Betsema in de slotronde zelfs nog wat dichterbij kon komen. De winst kwam echter nimmer in gevaar.
Zo makkelijk als het leek, was het echter niet. "Ik werd onwijs uitgedaagd. Niet alleen door het parcours, maar ook Denise (Betsema, red.) was onwijs sterk. Het was heel moeilijk om vandaag foutloos te blijven. De schuine kant was mijn ding niet, dus ik moest op andere plekken flink compenseren."
De 19-jarige Puck Pieterse werd knap derde, voor Fem van Empel en Nederlands kampioene Ceylin del Carmen Alvarado. De Française Hélène Clauzel werd zesde en vierde dat uitbundig.
Brand verstevigde uiteraard haar leidende positie in het wereldbekerklassement.
Vanthourenhout houdt Pidcock van zege
Bij de mannen verlekkerden de liefhebbers zich al maanden op een duel tussen Mathieu van der Poel, Wout van Aert en Tom Pidcock. Van der Poel stelde zijn rentree in het veldritcircuit echter uit na een valpartij op de training, Van Aert verkoos in een eerder stadium al een trainingsstage boven de uitdaging van Namen.
En dus waren veel ogen gericht op dat derde multitalent Pidcock. Maar die botste op een sterke Michael Vanthourenhout. "Dit is de grootste overwinning van mijn carrière."
De Britse kampioen Pidcock won zaterdag in Rucphen zijn eerste wereldbekerwedstrijd en vond in Namen op papier een parcours dat nog beter op zijn ranke lijf geschreven is.
Aerts opent de koers
Toch was er maar een man die de eerste helft van de cross de lakens uitdeelde: Toon Aerts. De Belg reed vanuit de start op kop en sloeg met een verschroeiende versnelling in de tweede ronde een groot gat met de rest.
Pidcock was vanwege een ongunstige startpositie opnieuw aangewezen op een inhaalrace, maar in de derde ronde reed hij al ogenschijnlijk op zijn gemak in vierde positie achter Michael Vanthourenhout en Quinten Hermans.
Eli Iserbyt, de leider in het wereldbekerklassement, maakte een foutje in de materiaalpost en werd een flink stuk teruggeslagen. Europees kampioen Lars van der Haar, kampend met knieproblemen, kwam er helemaal niet aan te pas.
Twee jaar geleden werd Aerts in de slotfase nog achterhaald door Van der Poel in een legendarische blubbereditie in Namen, waarin Iserbyt met onderkoelingsverschijnselen werd afgevoerd. Ook nu liet hij zich de kaas van het brood eten, al had hij ook de nodige pech.
Halverwege de wedstrijd maakte Aerts toch een foutje: hij ging onderuit op de glibberige boomwortels in de afdaling, moest van fiets wisselen en zo verdween zijn voorsprong als sneeuw onder de zon.
Pidcock ontketend, maar niet alleen
Voor de olympisch kampioen mountainbiken werkte het zicht op Aerts als een rode lap op een stier. Met een bebloede knie en een lekke voorband werd Aerts achtergelaten door Pidcock en Vanthourenhout.
Ook Pidcock bleef niet gespaard: in de vijfde ronde gleed hij onderuit en moest op zijn tanden bijten om het spoor van Vanthourenhout te volgen.
Daar bleef het niet bij. In de voorlaatste ronde ging de man uit Leeds weer tegen de grond en dat gold ook voor nummer drie Aerts, die zijn tweede adem had gevonden.
Vanthourenhout bleef geconcentreerd, had een voorsprong van zo'n 15 seconden bij het ingaan van de laatste ronde en kon zich zelfs nog een slippertje veroorloven voor de winst.
Achter hem moest Pidcock genoegen nemen met de tweede plaats, Aerts knokte zich naar plek drie. Corné van Kessel was op de achtste plaats de beste Nederlander. Van der Haar werd twaalfde.