Hazara vrezen voor erfgoed en veiligheid onder Taliban
De Hazara, een sjiitische minderheid in Afghanistan, vrezen voor hun toekomst onder de Taliban. Onder het vorige Talibanregime in de jaren 90 vonden massale moorden plaats op Hazara burgers. Ook werden in 2001 in Bamyan, de provincie waar de Hazara een meerderheid vormen en die als hun culturele hoofdstad wordt gezien, twee wereldberoemde Boeddhabeelden vernietigd.
In november werd via sociale media een video verspreid waarin te zien is hoe Talibanstrijders de omgeving van de Boeddhabeelden, een rotsachtige heuvel vol eeuwenoude grotten met muurschilderingen, gebruiken als schietbaan. Een beeld dat de Hazara niet alleen pijn doet, maar ook angst aanjaagt.
"In 2001 hoorden we de Taliban zeggen dat de Boeddha's tegen de islam waren", zegt archeoloog Mortaza Ahmadi tegen cameraman Amir Jan, die eind november namens de NOS in Bamyan filmde. "Deze video toont aan dat de Taliban nog steeds vijandig zijn tegenover de beelden."
Aanval op culturele veelzijdigheid
Volgens Ahmadi zijn er veel legendes rond de beelden. Lokaal wordt geloofd dat het twee geliefden voorstellen, Shahmameh en Salsal. "Wie de gezichten van deze Boeddhabeelden heeft gezien, weet dat ze de trekken hebben van de inheemse inwoners in deze regio, en dat ze daarom onderdeel uitmaken van de geschiedenis en identiteit van de mensen van Bamyan."
Het vernietigen van de beelden werd gezien als een aanval op de Hazara-minderheid en de culturele veelzijdigheid van Afghanistan. Rond dezelfde tijd vonden volgens mensenrechtenorganisaties grootschalige moorden plaats op burgers in een afgelegen gebied van de provincie.
Beelden van het opblazen van de Boeddha's gingen de wereld rond:
Nu de grotten, die volgens UNESCO tot het meest bedreigde erfgoed ter wereld behoren, als schietbaan worden gebruikt, vrezen de Hazara voor eenzelfde situatie. Wat bijdraagt aan de angst is dat een toenmalige militaire commandant die bij de burgermoorden in 2001 aanwezig was, Abdullah Saradhi, in november werd benoemd tot gouverneur van Bamyan.
Ook zijn er nieuwe culturele ingrepen. Een standbeeld van lokale held Abdul Ali Mazari, een militieleider die tijdens het vorige Taliban-regime werd vermoord, werd in augustus vernietigd. Terwijl er plannen waren het te herstellen, werd in november op de sokkel een replica van de Koran geplaatst. Het centrale plein dat naar Mazari werd vernoemd kreeg een nieuwe naam.
"Door het vernietigen van Afghanistans erfgoed wordt de positie van sommige groepen, zoals de Hazara, al jarenlang gebagatelliseerd", zegt Nematullah Sadiqi, een religieus geleerde op de afdeling cultuur van onderzoekscentrum Imam Sadiq in Bamyan. Ook hij benadrukt de historische waarde van de Boeddhabeelden.
"Voordat de Taliban aan de macht kwamen heeft geen enkele islamitische leider ooit overwogen ze te vernietigen. Toen de Taliban weer aan de macht kwamen werden de mensen hier doodsbang, net zoals tijdens het vorige regime. Hun mentaliteit is hetzelfde."
Diegenen die de Boeddha's vernietigden zullen er wel hun redenen voor hebben gehad.
Maulvi Safu Rhaman Mohammadi, het lokale hoofd van de afdeling Cultuur van de Taliban-regering, zegt dat ze wel veranderd zijn. "Het Islamitische Emiraat is niet tegen kunst en cultuur. Diegenen die de Boeddha's vernietigden zullen er wel hun redenen voor hebben gehad. Nu is het ons islamitische gebruik dat we culturele monumenten beschermen. We willen toeristen trekken."
Mohammadi ontkent dat de Taliban iets te maken hadden met de schietoefeningen of het vernietigen van het standbeeld van Mazari. Wel verdedigt hij het besluit het beeld niet te herstellen, maar te vervangen door een replica van de Koran. "Niemand is tegen de Koran. Met iets anders zou misschien niet iedereen blij zijn geweest."
Mohammad Habibi, een lokale politicus en universitair docent, is het hier niet mee eens. "De Hazara noemen Mazari 'Baba', vader. Zijn gedachtegoed gaat verder dan één bevolkingsgroep. Hij riep op tot sociale gerechtigheid. Dat verdwijnt niet met het standbeeld, maar wordt juist sterker."
'Mogelijk stort het in'
Ondertussen maakt archeoloog Ahmadi zich grote zorgen om de grotten rond de vernietigde Boeddhabeelden. "De explosies in 2001 hebben diepe barsten achtergelaten in de rotsen om de beelden heen. Mogelijk stort de boel in. Helemaal in de winter, als er veel sneeuw is, bestaat die kans. Maar ik heb tot nu toe weinig serieuze actie gezien om dit erfgoed te beschermen."