Met gouden teamgevoel als sleutel geloven handbalsters in nieuw WK-succes
"Als ik erover praat, krijg ik nog kippenvel." Ze zeiden het allebei en onafhankelijk van elkaar: handbalsters Estavana Polman en Danick Snelder. Onderwerp: de door Oranje veroverde wereldtitel in 2019.
Aanstaande vrijdag begint voor het Nederlands handbalteam in Spanje de jacht op titelprolongatie. De speelsters zijn nu bijna een week bijeen, een week waarin ze zochten naar het befaamde 'teamgevoel' van 2019. Want: "Dat maakte ons toen zo sterk."
Dat zei Polman vorige week dinsdag, bij het begin van het trainingskamp in aanloop naar het WK. Daarna trok Oranje naar Noorwegen, voor drie echte graadmeters. Oefenwedstrijden tegen aartsrivaal Noorwegen, Rusland en Zuid-Korea.
Tactisch stempel
Een vierlandentoernooi om niet alleen qua teamgevoel, maar ook op fysiek en tactisch gebied te groeien. "Zorgen dat we weer aan elkaar gewend raken", noemde interim-bondscoach Monique Tijsterman het. Zij wilde afgelopen week haar tactische stempel drukken.
"Ik wil meer naar voren verdedigen en agressieve dekking spelen. Dat ging in oktober (tijdens EK-kwalificatiewedstrijden, red.) af en toe goed en af en toe minder. Dat willen we doorzetten om te kijken of we dat ook op het WK kunnen gebruiken", vertelde Tijsterman.
"Ik wil ook meer gebruik maken van ons wapen: de break-out (snelle tegenaanval, red.). En aanvallend moeten we lang balbezit houden en de juiste momenten afwachten om te scoren."
Donderdag was de eerste test, maar tegen grootmacht Noorwegen werd Nederland van het veld geblazen: 36-21. Twee dagen later herpakte Oranje zich echter knap en versloeg het Rusland, olympisch finalist deze zomer, met 32-29. En zondag werd Zuid-Korea met ruime cijfers aan de kant gezet (42-25).
De harde dreun tegen de Noren en de lessen die daaruit getrokken moeten worden, zal Tijsterman in het achterhoofd houden. Maar al met al kijkt ze tevreden terug op het oefentoernooi: "In iedere wedstrijd hebben we stapjes gezet", vertelde ze zondagavond in NOS Langs de Lijn.
"Tegen de Noren maakten we aanvallend veel technische fouten, dan word je door ze afgestraft", vervolgde Tijsterman, die vond dat de aandachtspunten van voor het toernooi - agressieve dekking, naar voren verdedigen, snelle tegenaanval lopen - steeds beter werden uitgevoerd.
Polman fit na 'week lang beuken'
Een lichtpunt is dat Polman fit genoeg is om mee te gaan naar Spanje. Dinsdag zei de opbouwspeelster zelf nog "een week lang te gaan beuken", om vervolgens maar te zien hoe of wat. Ze maakte tegen Noorwegen haar eerste speelminuten na een zware knieblessure en tegen Rusland scoorde ze zelfs twee keer.
Polman is niet honderd procent fit en speelt op het WK misschien maar een handvol minuten per wedstrijd, maar haar ervaring - op en buiten het veld - weegt zwaar mee om haar te selecteren.
Feit is wel dat Oranje veel gevaarlijker is met een topfitte Polman, die op haar hoogtepunt op het WK in 2019 niet voor niets werd verkozen tot speelster van het toernooi. Waar staat de ploeg nu? "Dat is moeilijk in te schatten", aldus Snelder.
"Voor de Olympische Spelen waren we lang bij elkaar. Hopelijk kunnen we dat gevoel met elkaar weer oppakken, zodat we weer snel naar ons hoogste niveau kunnen."
Met onder anderen Lois Abbingh, Laura van der Heijden, Kelly Dulfer, Angela Malestein en Tess Wester is er genoeg ervaring en kwaliteit binnen de selectie. En met Bo van Wetering, Dione Housheer en Larissa Nüsser zijn er relatief jonge speelsters die snel stappen maken in hun loopbaan.
Als zij in het toernooi groeien, gelooft de ploeg dan ook in nieuw succes. "Het is heel duidelijk: we willen die titel verdedigen", zei Tijsterman strijdvaardig. Polman: "In 2019 hadden we het gevoel alles aan te kunnen. We bleven vechten, we bleven geloven en we verweten elkaar niets."
"Als we dat gevoel in dit toernooi weer vinden, kunnen we weer die gouden medaille halen. Dat geloof ik oprecht."