Succesvolle baansprinters raken bondscoach Haak kwijt: 'Kan gevoel niet negeren'
Uit het niets werd hij drie jaar geleden bondscoach. Hij won alles wat er te winnen viel en uit het niets vertrekt hij nu weer. Hugo Haak heeft wielerbond KNWU laten weten dat hij stopt als bondscoach van de baansprinters.
Haak (30) zegt zich niet meer volledig te kunnen inzetten. "Op het niveau waarop wij presteren kun je niet twijfelen aan of je er honderd procent in staat of niet. En dan moet je de keuze maken, jezelf aankijken in de spiegel en zeggen: ik ben niet degene die de volgende stap kan zetten met deze ploeg", legt Haak uit aan de NOS.
Het besluit is opvallend. Niet eerder vierde Nederland zoveel successen op de wielerbaan als de afgelopen jaren onder Haak, met drie olympische titels als absoluut hoogtepunt.
Onder Haaks leiding zijn de teamsprinters (mannen) al jaren ongeslagen. Indrukwekkend in Tokio was ook de individuele sprintfinale waarin twee pupillen van Haak, Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland, om het goud streden. Bovendien loodste hij Shanne Braspennincx naar een verrassende keirintitel.
De KNWU had in september dan ook meer dan genoeg redenen om zijn contract te verlengen tot de volgende Spelen. "De blijdschap overheerste, maar het onderbuikgevoel was in september al aanwezig. Ik kan het nu niet langer negeren", zegt Haak, die vorige maand al ontbrak op de WK in Roubaix. De officiële lezing was dat hij ziek was.
Haak wil op zoek naar een nieuwe uitdaging. Of hij die zal vinden binnen of buiten de sport, weet hij nog niet.
"Ik vind het superjammer", reageert hoofdcoach Jan van Veen van de KNWU. "Hugo en ik hebben heel intensief opgetrokken de laatste tijd. Het is buitengewoon spijtig dat hij ervoor kiest om de KNWU te verlaten. We hebben heel veel gesproken op weg naar de Spelen en ook na de Spelen. Ik zag het aankomen."
"Het is toch een kwestie van: wat heeft een programma nodig op dit niveau? En kun je dat als coach nog bieden? Op weg naar de Spelen, met zoveel medaillekansen in je programma, vergt dat gewoon heel veel. Hugo is bij zichzelf nagegaan op hij dat nog kan bieden. Ik snap heel goed dat hij dat niet meer kan."
Haak laat een haast niet te evenaren erfenis achter. Zijn teller stokt uiteindelijk bij het ongekende aantal van 26 titels op internationale toernooien. Hij hoorde elf keer het Wilhelmus bij wereldkampioenschappen en negen keer bij Europese kampioenschappen.
En dat voor een man die helemaal geen bondscoach wilde worden. Hij rolde er bij toeval in.
In 2018 was Haak nog niet zo lang baanrenner-af (hij stopte op 25-jarige leeftijd na het missen van de Spelen van Rio) of er kwam een project voorbij van NOC*NSF. Oud-sporters konden een tijdje meelopen met bondscoaches om het vak te ontdekken. Hij meldde zich aan, bij gebrek aan betere toekomstplannen, en werd aan de nieuwe bondscoach Bill Huck gekoppeld tot en met de Spelen van Tokio.
Maar nauwelijks negen maanden later, eind 2018, stopte Huck ermee. En Haak bleek een logische (tijdelijke) vervanger voor zijn voormalige teamgenoten. Haak had de jonge Lavreysen opgevangen na diens overstap uit het BMX'en; de twee hadden een vertrouwensband opgebouwd.
Burn-out
"Ik moest het overnemen als interim-coach, een maand voordat het nieuwe seizoen zou beginnen. We begonnen eraan met een houding van 'we moeten er maar het beste van maken'. Maar na twee maanden zeiden de atleten: we vinden het wel goed zo. En zo ging ik in tien maanden tijd van sporter naar bondscoach", blikte Haak in 2020 terug in de podcast 'Falen'.
Wat doe ik wat zo bijzonder is?
In die podcast heeft hij het ook over faalangst en een burn-out waarmee hij in 2020 kampte. "Het had met twijfel te maken. De eerste twee jaar heb ik gewoon gedaan wat ik dacht dat goed was, wat er in me opkwam. Met een clubje mensen dat ik al heel lang kende."
Coach van het Jaar
Wat zijn kwaliteiten waren als coach? Hij had geen idee. Met die houding stond hij ook op het podium eind 2019, toen hij de prijs voor Coach van het Jaar in ontvangst mocht nemen. "Wat doe ik wat zo bijzonder is?", vroeg hij zich af. "Ik ben voor die groep gezet en deed alles in een flow."
Haak kampte daarna met veel stress, nota bene in het jaar waarin de Spelen gehouden zouden worden. "En we hadden ook eerst nog een belangrijk WK. Dat toernooi heb ik op mijn tandvlees gedaan, met de gedachte dat ik daarna vakantie had. Maar na twee weken was dat gevoel er nog. Toen is de bom gebarsten. Het was te veel. Ik was opgebrand, ze hadden niets aan me."
Tijdens de coronaperiode die volgde in 2020, waarin de baanrenners lange tijd geen wedstrijden konden rijden en waarin de Spelen met een jaar werden uitgesteld, zat Haak thuis met de vraag wat nu te doen. Hij slaagde er toch in zichzelf weer op te laden. "Ik kreeg er toch wel weer zin in. Miste het een beetje."
Maar de vraag wat hem nou zo bijzonder maakte als coach, bleef aan hem knagen. Ook nadat hij in 2021 nog dertien titels aan zijn palmares had toegevoegd. "Ik heb in de afgelopen drie jaar alles gegeven dat ik kon geven. Dat is, denk ik, een beetje mijn kwaliteit geweest die geleid heeft tot dergelijke successen."
De zoektocht naar een opvolger voor Haak wordt niet eenvoudig, weet Van Veen. "We zijn geen grote sport, er zijn niet heel veel topcoaches op dit niveau. We moeten op zoek naar iemand die in dit succesvolle programma wil instappen."
"Het profiel? Het moet een coach zijn die gewend is om op dit niveau te werken, met wereldtoppers. Die bekend is met lange planning, op weg naar piekmomenten. Die het al een keer gedaan heeft. Het zou wenselijk zijn om medio januari of februari te beginnen. Maar of dat lukt, is nog even de vraag."
Haak heeft al aangegeven het team in het komende seizoen nog wel te willen ondersteunen. De eerste Nations Cup, de opvolger van de oude Wereldbeker-reeks, is in april 2022.