Meer huizen in Delft opgedeeld om strenge regels studentenhuizen te omzeilen
Regels die moeten voorkomen dat koopwoningen in Delft worden omgevormd tot studentenhuizen, hebben de afgelopen jaren geleid tot een sterke toename van woningsplitsing in de stad. Dat blijkt uit onderzoek van Omroep West, samen met Omroep Delft en universiteitskrant Delta.
Het aantal particuliere huurwoningen steeg tussen 2017 en 2020 met 39,4 procent, terwijl het aantal koopwoningen met slechts 0,8 procent toenam. De toename van het aantal huurwoningen komt voornamelijk doordat koopwoningen zijn opgesplitst.
Vanaf 2017 mogen woningen duurder dan 265.000 euro niet meer worden verkamerd. Woningen onder die prijs hebben een vergunning nodig. Verkamering had in de jaren ervoor geleid tot een tekort aan huizen voor jonge kopers en tot irritatie over overlastgevende studenten.
Maar de nieuwe regels hadden een onvoorzien effect. Nadat verkamering geen optie meer was, bleek juist woningsplitsing een alternatief voor beleggers en vermogende particulieren die wilden verdienen aan de verhuur, of hun studerende kinderen een onderkomen wilden geven. Daar is namelijk geen vergunningplicht voor.
Minder leefbaar
Veel eengezinswoningen zijn daardoor de afgelopen jaren deels opgesplitst in 'mini-appartementencomplexen'. Met name drive-inwoningen uit de jaren 60 zijn populair. Die bestaan uit drie woonlagen, wat ze geschikt maakt voor splitsing in drie zelfstandige appartementen.
"Uiteindelijk kwamen er zoveel gesplitste woningen dat we niet meer wisten wie onze buren waren", vertelt Jacob Lindemeijer van Wijkvereniging Voorhof ll West aan Omroep West. Daardoor is de buurt volgens Lindemeijer een "een stuk minder leefbaar geworden" en verdwijnt het karakter. De buurt zou graag meer startende gezinnen in de wijk zien.
Maar volgens een investeerder is splitsing van woningen juist een uitkomst op de huidige woningmarkt. "We hebben een enorm tekort aan woningen. Op deze manier ga je toch gewoon goed om met dat probleem?"
Conflicterende belangen
Studenten en andere jonge huurders zijn gebaat bij extra kleine woonruimtes in de stad, terwijl startende kopers op zoek zijn naar eengezinswoningen. Dat wordt een probleem als dezelfde huizen voor beide vormen van wonen moeten worden gebruikt.
Tot nu toe zijn het vooral jonge kopers geweest die zijn verdrongen van de Delftse woningmarkt. Studenten en jonge huurders kregen juist meer ruimte, al zijn de huurprijzen hoog.
Investeerders dwarsbomen
Met een nieuwe huisvestingsverordening, die in juni van dit jaar is ingegaan, wil de gemeente het ombouwen van eengezinswoningen naar studio's minder aantrekkelijk maken.
Voor het splitsen van een woning moet een volledig pand nu een minimale oppervlakte hebben van 180 vierkante meter en de te verbouwen studio's of appartementen mogen niet kleiner worden dan 40 vierkante meter. Dat moet met name investeerders dwarsbomen, want grotere studio's betekenen minder rendement voor de investeerder.
Student krijgt het moeilijker
Dat lijkt goed nieuws voor startende kopers, maar studenten en andere jonge huurders gaan de pijn voelen, ziet Ida de Boer, fractievoorzitter van gemeenteraadspartij STIP. Net als de investeerder ziet zij woningsplitsing juist als een oplossing. "Het wordt voor studenten steeds moeilijker om een huis te vinden. We kijken weg van de problemen die zijn ontstaan."
Volgens De Boer kan er momenteel niet worden voldaan aan de stijgende vraag naar goedkope huurwoningen. De nieuwe huisvestingsverordening is wat haar betreft daarom een tijdelijke oplossing. "Het is goed om óók naar regulering te kijken, maar het splitsingsverbod is geen oplossing voor de lange termijn. We hebben nog steeds studentenwoningen nodig."