Braves beginnen World Series met zege, heldenrol voor werper met gebroken been
Atlanta Braves heeft een voorsprong genomen in de World Series. De ploeg van Curaçaoënaar Ozzie Albies was Houston Astros met 6-2 de baas in het openingsduel van de finaleserie van het Amerikaans kampioenschap honkbal.
Niet Albies, maar Charlie Morton vertolkte een absolute heldenrol. Nadat de werper zijn kuitbeen had gebroken, verbeet hij de pijn en gooide zowaar nog zestien ballen. En niet onverdienstelijk ook.
De 37-jarige Morton werd in de tweede inning op zijn onderbeen geraakt door een bal van Yuli Gurriel, maar wreef even over zijn enkel en hervatte de strijd. Struikelend en hinkend na elke gegooide bal elimineerde hij daarna nog drie slagmensen, waarvan twee direct met drie slag.
Einde seizoen Morton
Morton werd uiteindelijk toch gewisseld, waarna uit scans bleek dat de Braves het in de race naar vier overwinningen (in de best-of-seven-serie) verder zonder hem moeten doen.
De eerste zege was op dat moment al in de maak, want door een homerun van Jorge Soler in de openingsbeurt was de toon al snel gezet. En die voorsprong werd snel uitgebouwd, tot 5-0 in de derde inning.
De thuisploeg kwam nauwelijks in het stuk voor en daar zullen weinig honkballiefhebbers rouwig om geweest zijn. Want sinds uitlekte dat de titel van 2017 mede door valsspelen werd bemachtigd, zijn de Astros de meest gehate ploeg in de competitie.
De club had camera's in het buitenveld geplaatst om zo de tekens van de catcher van de opponent te kunnen zien. De informatie werd doorgespeeld naar de slagmensen van de Astros, die daarmee een groot voordeel hadden.
Extra speurders ingezet
En dat blijft de ploeg uit Houston nog wel even achtervolgen. De organisatie van de Major League Baseball had zelfs speurders ingezet die de dug-outs, het clubhuis en de tribunes extra goed in de gaten hielden. Dat om praktijken zoals vier jaar geleden in de toekomst te voorkomen.
Het tweede duel in de serie is morgen in Houston. En na een rustdag verhuist het circus dan naar Atlanta.
