'Doorbraak': voor het eerst varkensnier bij mens geplaatst
Voor het eerst is een varkensnier bij een mens getransplanteerd, zonder dat het orgaan onmiddellijk werd afgestoten. Artsen in New York gebruikten een varkensnier waarvan de genen zo waren veranderd dat die niet langer het molecuul bevatten dat tot directe afstoting in het menselijk lichaam leidt.
"Wat ze waarschijnlijk gedaan hebben, is bepaalde menselijke eiwitten in het gen van het varken brengen. Als een orgaan getransplanteerd wordt, wordt dit daardoor niet direct als vreemd herkend door het immuunsysteem en niet afgestoten", zegt Ian Alwayn, hoogleraar transplantatiechirurgie aan het Leids Universitair Medisch Centrum.
Hij noemt het "baanbrekend" dat varkensorganen nu voor het eerst bij een mens zijn getransplanteerd. "Eerder gebeurde dat al wel succesvol bij apen, maar dit is een doorbraak."
Nier buiten het lichaam
De persoon die het orgaan ontving is een hersendode patiënt met nierfalen. Haar familie stemde in met het experiment voordat ze van de beademing zou worden afgehaald, schrijft persbureau Reuters. De nier werd aan haar bloedvaten vastgemaakt en buiten haar lichaam gehouden, zodat de onderzoekers konden zien wat ermee gebeurde.
Volgens de onderzoeksleider zagen de testresultaten van het getransplanteerde varkensorgaan er "vrij normaal uit" en maakte de nier de hoeveelheid urine die je zou verwachten van een getransplanteerde menselijke nier. Het experiment werd na 54 uur beëindigd door het uitschakelen van de beademing, waarna de vrouw overleed.
Transplantatiechirurgen verwachten dat varkens in de toekomst mogelijk de oplossing bieden voor het grote tekort aan donororganen. Behalve in nieren zouden de dieren ook in harten, levers en andere organen kunnen voorzien. In Nederland wachten er ruim 1300 mensen op een donororgaan volgens cijfers van de Nederlandse Transplantatie Stichting.
Volgens Alwayn staat de techniek nog in de kinderschoenen en kan het nog een aantal jaren duren voor het zo ver is. "Eerst moet worden bepaald dat dit veilig kan, door een menselijke trial."
Gevaarlijke ziektekiemen
Maar zover is de wetenschap nog niet, zegt Alwayn, en daar heeft de coronapandemie ook een rol in gespeeld. "De pandemie heeft de angst gevoed dat ziektekiemen van dier naar mens overgaan. En door het transplanteren van een dierenorgaan naar een mens, creëer je een voedingsbodem voor gevaarlijke ziektekiemen. Met nieuwe genetische technieken kun je bepaalde virussen wel uitschakelen, maar je kunt niet het hele genoom uitzetten. Want wat je overhoudt, moet ook levensvatbaar zijn."
Aapachtigen zijn geschikter voor het kweken van organen, want de aap staat qua eigenschappen dichter bij de mens dan het varken, zegt Alwayn. Toch zijn volgens de hoogleraar varkens meer geaccepteerd als orgaandonor, omdat we het dier ook veelvuldig gebruiken voor consumptie.
Varkens zijn ook interessant voor wetenschappers omdat varkensorganen qua grootte vergelijkbaar zijn met die van de mens, en de dieren na een korte draagtijd vaak veel biggen krijgen.
Geen reserveonderdelen
Dierenwelzijnsorganisaties hebben kritiek op het gebruik van varkensorganen. Zo schrijft actiegroep PETA, die wereldwijd actief is: "Vanuit ethisch perspectief is PETA altijd gekant geweest tegen het gebruik van levende dieren als opslagplaats voor menselijke reserveonderdelen. Dieren zijn geen reserveonderdelen."
Alwayn benadrukt dat de wetenschap het liefst geen gebruik maakt van dieren. "Als we de problemen op andere manieren kunnen oplossen, bijvoorbeeld door preventie en andere technieken, dan heeft dat de voorkeur boven het fokken van dieren voor het gebruik van organen."
Hij hoopt dat de resultaten van het Amerikaanse onderzoek snel worden gepubliceerd. "De details over het orgaan, of er een infectie was, hoe het er microscopisch uitzag, dat is allemaal van belang. Maar vaststaat dat dit baanbrekend is."