'Toetsing nieuwe omroepen niet streng genoeg'
De toetsing voor het toelaten van nieuwe omroepen in het omroepenbestel van de NPO is niet streng genoeg. Medewerkers van de toetsingscommissies klagen daarover in interne documenten, die zijn verkregen door NRC.
Elke vijf jaar vraagt de minister van Cultuur advies aan de NPO, de Raad voor Cultuur en het Commissariaat voor de Media over welke omroepen in aanmerking komen voor een uitzendvergunning. De omroepen moeten voldoen aan bepaalde eisen uit de Mediawet: zo moeten ze minstens 50.000 betalende leden hebben, een 'stroming' vertegenwoordigen en van 'toegevoegde waarde' zijn.
Maar in de wet staat verder niet uitgelegd hoe de omroepen aan die eisen moeten worden getoetst en wat de criteria precies zijn. Bij de beoordeling van de nieuwe aspirant-omroepen Ongehoord Nederland (ON) en Omroep Zwart hadden de toetsingscommissies grote bezwaren, maar omdat die over andere zaken gingen dan de eisen uit de wet, is er uiteindelijk een positief advies gekomen.
Verspreiden desinformatie
Zo vroegen ze zich over Omroep Zwart af of die zich wel zal houden aan de heersende journalistieke codes. Ook maakten ze zich "echte zorgen" over het verspreiden van desinformatie door ON. Adviseurs van het Commissariaat stellen dat het de taak van de publieke omroep is om bij te dragen aan "sociale samenhang". Het is volgens hen maar de vraag hoe het "benoemen van de keerzijde van actiegroepen als Kick Out Zwarte Piet en Black Lives Matter" daaraan bijdraagt.
Ook minister Slob zette vraagtekens bij de meerwaarde van de twee omroepen, maar gaf ze toch een uitzendvergunning omdat het "ingewikkeld" was om ze af te wijzen "omdat er van drie adviseurs positieve adviezen liggen". Volgens de Raad van Cultuur kwam er zo'n positief advies, omdat de criteria niet scherp genoeg waren.
Slob erkent dat en vindt ook dat de eisen moeten worden verduidelijkt. Hij wil dit najaar daarom een concept met nieuwe toetsingscriteria naar de Tweede Kamer sturen.