Britt Eerland

Eerland over 'post-olympische blues': 'Had nergens zin in, nergens energie voor'

De Olympische Spelen in Tokio eindigden voor tafeltennisster Britt Eerland in de achtste finales. Ze moest haar meerdere erkennen in Doo Hoi Kem, de nummer vijftien van de wereld uit Hongkong. De negende plaats in de eindrangschikking stemde haar niettemin tevreden en trots.

Maar eenmaal thuis maakte de 'post-olympische blues' zich meester over de 27-jarige Schiedamse, die in 2016 ook bij de Spelen in Rio de Janeiro van de partij was. "Ja, die dip is er echt", vertelt ze in het radioprogramma Langs de Lijn En Omstreken. "Na Rio had ik dat niet door. Ik was toen wel twee, drie maanden van het padje af. Ik dacht: wat gebeurt me allemaal? Nu wist ik dat-ie eraan zat te komen, maar toch is het niet zo fijn."

Het voelt alsof de man met de hamer langs is gekomen, zegt ze. Het hele jaar in de aanloop naar de uitgestelde - ook dat nog - Spelen zat vol stressmomenten. Door de coronapandemie en alle maatregelen van dien was het lang onzeker of ze überhaupt wel de kans zou krijgen zich te plaatsen voor Tokio. En na het gewonnen kwalificatietoernooi moest ze nog wachten op het fiat van sportkoepel NOC* NSF.

Door, door, door

"Het was de hele tijd 'door, door, door'. Na de Olympische Spelen kon ik alles loslaten en toen kwamen alle gevoelens en emoties los. Ook de vermoeidheid kwam eruit. Als ik bepaalde dingen probeerde te doen, kreeg ik vaak hoofdpijn. De kleinste dingen lukten al niet: e-mailtjes schrijven bijvoorbeeld. Ik dacht: waar ben ik mee bezig?"

Na zo'n druk - en bovendien succesvol - jaar lijkt het heerlijk om wakker te worden en even niks te hoeven. "Ja, dat dacht ik in het begin ook. Mijn coach en ik zijn na drie weken rust weer begonnen. Hij zei: gaan weer doelen stellen of gaan we trainen en zien we het allemaal wel? Ik dacht eerst: ik hoef niks, ik moet niks, ik ga gewoon lekker spelen."

Britt Eerland

"Maar daardoor ging het juist nog slechter. Ik had nergens zin in, nergens energie voor. Maar je moet uiteindelijk toch opstaan. Dus we hebben wel weer een kleine doelstelling gemaakt: doorgroeien naar de WK. Maar niet: we gaan resultaten neerzetten. Het is echt nog een zoektocht."

Bij de bestrijding van de olympische dip heeft Eerland vooralsnog niet veel gehad aan TeamNL of NOC*NSF. "Ik heb in mijn eigen team wel een sportpsycholoog en vanuit TeamNL werd ook een sportpsycholoog aangeboden, maar is toch wel weer een heel grote stap."

"Ik zou het eerder laagdrempelig maken en een debriefing doen met alle atleten. Een kopje koffie drinken en een beetje babbelen met elkaar. Als het dan toch nog slecht blijft gaan, kun je misschien bij een lotgenotengroepje komen. En anders misschien met oud-olympiërs praten. Ik sprak zelf gisteren nog met Peter Blangé (oud-volleyballer, red.) en die kon het mij heel goed uitleggen."

Een verwijt wil ze NOC*NSF niet maken. "Ik zeg wel: even wakker worden. Ik weet wel dat ze ermee bezig zijn, maar het zou sneller kunnen. Want toen ik berichten in de media aan het terugkijken was, zag ik dat het in 2016 en 2017 - na Rio dus - ook al speelde en dat veel oud-olympiërs het hebben meegemaakt. Ze hadden dus al meerdere dingen kunnen regelen."

Berkhout: proactiviteit opzoeken

Zeilster Lobke Berkhout mengt zich even in het gesprek. Als ervaringsdeskundige: ze won in de 470 zilver in 2008, brons in 2012, terwijl er in Tokio aan de zijde van Afrodite Zegers niet meer dan een tiende plek was weggelegd voor de Amsterdamse. "Ik heb een week na de Spelen een lijstje gemaakt van mensen met wie ik wil bellen of koffie drinken. Verschillende lijntjes waaraan ik wil trekken om dingen in beweging te krijgen."

Afrodite Zegers en Lobke Berkhout in actie tijdens de Spelen in Tokio

"Je kunt wel op mensen gaan wachten, maar je moet vooral naar jezelf kijken. Ik ben deze week ook weer meer gaan sporten. Daar krijg ik meer energie van en nieuwe ideeën. Al die dingen en aanknopingspunten schrijf ik op: hé, laat ik daar eens een mailtje naar sturen of laat ik een belletje plegen. Dat proactieve moeten sporters alleen al ook voor zichzelf doen."

Dat laatste beaamt Eerland ten volle. "In het begin was ik aan het afwachten. Ik was in de veronderstelling dat ik een mail van het NOC*NSF zou krijgen: dit kun je doen en dat kun je doen en dat gaan we gezamenlijk doen. Maar die mail kwam dus maar niet. Je moet inderdaad zelf aan de slag gaan. Maar ik had eigenlijk de energie er niet voor om die proactiviteit op te zoeken, al zou ik dat heel graag willen."

Naar de koning

Eerland had er wellicht mentaal anders voorgestaan als ze in Tokio op het podium terecht was gekomen. Met licht jaloerse blik bekeek ze de sporters die wel met een medaille thuiskwamen. En dan niet eens vanwege die glimmende plak zelf. "Die sporters hebben wél na-evenementen gehad: naar de Olympic Village, langs het stadhuis, naar de koning. Ik wil die feestjes ook pakken. Maar zonder medaille word je niet uitgenodigd."

Koning Willem-Alexander en koningin Maxima ontvangen de olympische medaillewinnaars

Wie weet komt die invitatie er over drie jaar wel. Want ondanks de stress vooraf en misschien wel nauwelijks te vermijden dip erna heeft Eerland haar zinnen gezet op een derde olympisch optreden. In 2024 in Parijs dus.

"De Spelen zijn een hartstikke mooie ervaring die ik echt niet wil missen. Al maakt ook het voortraject het allemaal zwaar. Maar 'wel de kers op de taart en de rest niet', dat gaat niet. En je hebt altijd je ups en je downs. Maar ik zou er wel beter mee willen omgaan, of gewoon gewoon gezamenlijk willen delen."

Maar eerst gaat de focus op volgend weekeinde. Dan staat Eerland weer achter de pingpongtafel bij de prestigieuze Europese Top-16 in Thessaloniki. Vorig jaar haalde ze in Montreux de finale, waarin de Duitse Petrissa Solja met 4-2 de baas was.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl