Volle azc's door instroom en woningnood, 'woonruimte vinden is makkelijker gezegd dan gedaan'
Hoewel het aantal Afghaanse vluchtelingen dat naar Nederland komt beperkt is, kunnen zij vooralsnog niet terecht in reguliere asielzoekerscentra. Evacués uit Kabul worden opgevangen in kazernes van Defensie; op het militaire terrein Heumensoord bij Nijmegen worden in allerijl 'opvangpaviljoens' gebouwd.
De volle opvangcentra zijn volgens kabinet, gemeenten en het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers een acuut probleem. Over de hele linie neemt de instroom toe, niet alleen vanuit Afghanistan, en het hapert bij de doorstroming.
Want door een gebrek aan woningen lukt het vaak niet om mensen die als vluchteling zijn erkend, zogeheten statushouders, uit de opvang te laten vertrekken. Van de ruim 27.000 mensen in azc's waren er op 1 augustus bijna 11.000 statushouder; dat is zo'n 40 procent. Van die groep hebben 6000 mensen langer dan 14 weken een verblijfsvergunning. Eigenlijk moeten mensen binnen die termijn doorstromen. Bijkomend probleem is volgens het COA dat dat de integratie en participatie van asielzoekers vertraagt.
Het kabinet heeft gemeenten en provincies opgeroepen om snel werk te maken van extra opvangplekken en nieuwe woonlocaties, omdat COA-locaties anders binnen een paar weken helemaal vol zitten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het huisvesten van statushouders.
Gemeenten kunnen niet zomaar een paar woningen tevoorschijn toveren.
Maar woonruimte vinden is makkelijker gezegd dan gedaan, zegt de Amsterdamse wethouder Rutger Groot Wassink namens de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). "Er is concurrentie tussen verschillende doelgroepen. Gemeenten moeten bijvoorbeeld ook mensen uit de jeugdzorg, de ggz en economisch daklozen huisvesten."
Daar komen nog 'gewone' woningzoekenden bij, zoals jongeren. "We hebben ook te maken met woningnood. Gemeenten kunnen niet zomaar een paar woningen tevoorschijn toveren."
Hoezeer gemeenten worstelen met het plaatsen van statushouders blijkt uit maandelijkse overzichten die door de Rijksoverheid worden verstrekt. In het eerste halfjaar bleven gemeenten in alle provincies achter bij de doelstellingen. In kleine gemeenten gaat het vaak maar om een handvol mensen, in grote steden als Den Haag loopt het verschil tussen doelstelling en realisatie op tot bijna 200 niet-geplaatste mensen.
Dat er 11.000 statushouders in azc's wachten op een woning betekent overigens niet dat er 11.000 woningen nodig zijn; onder die groep zitten ook stellen en gezinnen.
Een andere factor die meespeelt is de inhaalslag bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst bij het beoordelen van asielaanvragen; daardoor neemt het aantal statushouders toe. Zo waren het er eind vorig jaar nog 8300; nu dus al 11.000.
Eerdere oproepen van het COA aan gemeenten om nieuwe opvanglocaties beschikbaar te stellen, hebben weinig opgeleverd. Bestaande contracten met gemeenten worden vaak niet verlengd. Daar komt bij dat de asielinstroom (zoals altijd in de zomer) toeneemt. Tot begin juni schommelde die tussen 300 en 500 per week; inmiddels is die zo'n 800 per week.
Van de mensen die in 2021 voor het eerst asiel hebben aangevraagd in Nederland komt het grootste deel uit Syrië. Turkije, Marokko, Algerije en Afghanistan staan ook in de top-5. Onder de mensen die de afgelopen weken vanuit Kabul zijn geëvacueerd zijn overigens ook veel mensen met een Nederlands paspoort; zij zullen dus niet in de asielprocedure terechtkomen.
In Oegstgeest opent later dit jaar een opvang 'nieuwe stijl' van het COA: in een voormalig kantoorgebouw worden dan statushouders en spoedzoekers zoals arbeidsmigranten of mensen in scheiding gehuisvest. Met zo'n gecombineerde locatie wordt het voor gemeenten aantrekkelijker om opvangplekken te realiseren, is de gedachte.
Volgens het kabinet is de oplossing tweeledig: er moeten snel extra opvangplekken komen, maar ook meer huisvesting voor statushouders. Het kabinet roept provincies en gemeenten op om het COA te helpen bij het vinden van noodopvanglocaties en om bijvoorbeeld leegstaande hotels in te zetten.
Voorstellen
Voor echte huisvesting kijkt het kabinet naar het ombouwen van bijvoorbeeld oude kantoren, zoals ook in Oegstgeest gebeurt. Daarvoor is al een inventarisatie gemaakt. Ook gemeenten wordt gevraagd om "snel leegstaande panden beschikbaar te maken voor de huisvesting van vergunningshouders en opvang van asielzoekers".
Uiterlijk in de tweede week van september wil het kabinet voorstellen zien.