'Babyboomerbruggen' toe aan groot onderhoud, files en kosten verwacht
De komende jaren zijn veel bruggen en viaducten toe aan grootschalig onderhoud, vernieuwing of vervanging. Veel bouwwerken zijn aan het eind van hun levensduur, of zijn daar zelfs al overheen, blijkt uit cijfers die Rijkswaterstaat aan de NOS heeft verstrekt. Dat betekent dat ze moeten worden vernieuwd of vervangen om te voorkomen dat ze onveilig worden.
25 bruggen en viaducten in het beheer van Rijkswaterstaat hebben hun levensduur al overschreden. In 543 gevallen is nog minder dan een derde van de levensduur over, wat betekent dat ze in de komende decennia moeten worden aangepakt. Het gaat daarbij om 156 bruggen en 387 viaducten.
Rijkswaterstaat bezweert dat de veiligheid niet in het geding is. Maar die onderhoudshausse betekent wel extra files en veel kosten.
Dit zijn de bruggen die hun levensduur hebben overschreden, en de gemeente waar ze in liggen:
Veel bruggen zijn aangelegd in de jaren na de Tweede Wereldoorlog, toen het wegennet snel groeide. De houdbaarheid verstrijkt dus min of meer op hetzelfde moment, en soms ook eerder dan verwacht, omdat bruggen zwaarder worden belast dan in de jaren 60 verwacht.
"Net als veel babyboomers uit die tijd die nu een staaroperatie of een nieuwe knie hebben gekregen, is dat met onze bruggen nu ook aan de hand", zegt Cora van Nieuwenhuizen, demissionair minister van Infrastructuur en Waterstaat. Ze spreekt van een 'historisch grote' vernieuwingsopdracht, die nog tientallen jaren gaat duren.
Om die 'babyboomerbruggen' te vernieuwen is een miljard euro extra per jaar nodig, denkt Rijkswaterstaat. "Voor de langere termijn moet er een miljard euro per jaar bij om onze infrastructuur op hetzelfde niveau te houden." Dat is nu nog niet geregeld, alleen voor de komende jaren.
Problemen
In sommige gevallen leidt de staat van de bruggen ook daadwerkelijk tot beperkingen. Die van de Haringvlietbrug, waar vanaf vandaag maximaal 50 kilometer per uur mag worden gereden vanwege lostrillende platen, zijn inmiddels bekend. Maar ook op andere plekken ondervindt het verkeer momenteel al hinder.
Zo liggen er in Noord-Brabant en Overijssel bruggen waar geen vrachtwagens en landbouwvoertuigen overheen mogen. En een brug in de A8 boven Amsterdam kan niet meer open, wat leidt tot hinder voor de scheepvaart. Een handvol andere bruggen is er slecht aan toe, maar daar is nog geen risico voor de verkeersveiligheid.
Op deze bruggen gelden net als bij de Haringvlietbrug nu al beperkingen, omdat ze er slecht aan toe zijn. Swipe naar rechts voor de voorbeelden:
Al dat extra onderhoud gaat voor veel files zorgen, verwacht de ANWB. "Weggebruikers gaan dat echt merken", zegt Bianca Damink van de ANWB. "Een lagere snelheid op een brug of een versmalling van het wegdeel betekent vertraging als je met evenveel automobilisten bent, en ook op omliggende wegen kan het dan drukker worden dooor omrijders."
Niet vergeten
Het gaat overigens niet alleen om bruggen van Rijkswaterstaat: ook provincies en gemeenten hebben veel bruggen in beheer. In totaal liggen er 85.000 bruggen en bruggetjes in Nederland. En ook die moeten op een gegeven moment worden vervangen.
Uit recent onderzoek van TNO blijkt dat er veel te weinig is begroot voor vernieuwing van dit soort infrastructuur. "We geven hier nu een miljard euro per jaar aan uit, maar dat moet eerder 3 tot 5 miljard per jaar worden", zegt Arie Bleijenberg, die meewerkte aan het onderzoek maar daarna voor zichzelf begon. Dat bedrag is volgens hem inclusief de bruggen van Rijkswaterstaat.
Vorige maand kon onze verslaggever kijken ónder de Haringvlietbrug; daar is goed te zien wat de trillingen doen:
"Bruggen kun je niet eeuwig blijven gebruiken", zegt Bleijenberg. "Er gaat bovendien veel meer en zwaarder verkeer overheen dan oorspronkelijk de bedoeling was." Toen de bruggen in de jaren 50, 60 en 70 werden aangelegd, waren er veel minder auto's en waren vrachtwagens kleiner en minder zwaar beladen.
In de tussentijd kunnen bruggen en viaducten tijdelijk beperkt bruikbaar zijn, als de veiligheid in het geding komt. "Denk aan snelheidsbeperkingen of het afsluiten voor bepaald verkeer", zegt Van Nieuwenhuizen. "Het moet altijd eerst even erger worden voordat het beter wordt."