Stolpersteine voor homoseksuele oorlogsslachtoffers in Amsterdam
In Amsterdam worden zogenoemde stolpersteine geplaatst voor Joodse homoseksuele en lesbische mensen die in de Tweede Wereldoorlog door nazi-Duitsland zijn vermoord. Dat gebeurt op initiatief van COC Nederland.
Het gaat om gedenkstenen voor negen mensen, van wie er vier in het verzet zaten. Een van hen is Karel Pekelharing. Hij hoorde bij de groep die in 1944 het huis van bewaring aan de Amsterdamse Weteringschans overviel om verzetsmensen te bevrijden.
Bij het huis waar Pekelharing woonde, aan de Rombout Hogerbeetsstraat, werd vandaag de eerste stolperstein gelegd.
Naast Pekelharing worden acht anderen herdacht, van wie er nog drie in het verzet zaten. Dat zijn Sjoerd Bakker (in 1943 in Overveen gefusilleerd) en de leden van het Kunstenaarsverzet Frieda Belifante en Willem Arondeús. Hij werd eveneens gefusilleerd; Belifante overleefde de oorlog.
De andere Joodse homoseksuelen voor wie nu een stolperstein wordt gelegd zijn Mina Sluyter, Samuel Lam, Isaäc Walvisch en Isaäc Metzelaar (allen vermoord in 1942 in Auschwitz) en Samuel Hoepelman (vermoord in 1943 in Sobibor).
8500 stenen
Stolpersteine, ook wel struikelstenen genoemd, zijn goudkleurige gedenkstenen met daarop de namen van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd naar de vernietigingskampen. In heel Nederland liggen ongeveer 8500 van deze stenen. Daarop staat de naam van het slachtoffer en de sterfplaats en -datum.
De stenen worden in de stoep geplaatst bij het laatste woonadres van het slachtoffer. Voor het eerst krijgt Nederland stolpersteine voor mensen "die werden vervolgd om wat ze deden en wie ze waren", zegt het COC. "Joods, verzetsstrijder en lesbisch of homoseksueel."
'Van hen is niets overgebleven'
COC Nederland en historica Judith Schuyf namen het initiatief voor deze gedenkstenen ter gelegenheid van Pride Amsterdam. Schuyf deed veel onderzoek naar homoseksualiteit in de oorlog. Ze wil de mensen herdenken van wie aantoonbaar is dat ze mede wegens hun homoseksualiteit zijn vermoord, zegt ze op NPO Radio 1. "Van deze mensen is niets overgebleven, behalve hun naam, geboortedatum, sterfdatum en datum van arrestatie. Dat vind ik zo tragisch."
Hoeveel Nederlanders in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord om hun geaardheid, is niet bekend. Ook is niet duidelijk hoeveel homoseksuelen in het verzet zaten. "Veel informatie is verdwenen", zegt Schuyf. Wel is meer bekend over een groep homoseksuelen die door de Amsterdamse politie is opgepakt en afgevoerd naar kamp Westerbork in de zomer van 1942. Van daaruit zijn ze naar vernietigingskampen gebracht.