NOS Sport

Roeiers trainen extreem voor olympisch goud: 'We gaan regelmatig over de grens'

Nederlandse dubbelvier als favoriet naar Tokio: 'Ik ging helemaal naar de kloten'

Vijfentwintig jaar na het laatste olympische roeigoud voor de Nederlandse mannenploeg vertrekt de dubbelvier als favoriet voor de titel naar de Spelen van Tokio. Het geheim? Kei- en keihard trainen. "Ik ging helemaal naar de kloten."

Dirk Uittenbogaard, Abe Wiersma, Tone Wieten en Koen Metsemakers vormen het vlaggenschip van de Nederlandse roeibond. De vier werden na de Spelen van Rio de Janeiro bij elkaar gezet en de trainingsarbeid werd enorm opgeschroefd. De roeiers gingen extreem veel trainen.

"Hoeveel kan een mens aan, voordat hij omvalt? Hoeveel kan hij gecontroleerd aan, zodat ze dan toch beter worden?", legt bondscoach Eelco Meenhorst de aanpak uit. "We gaan regelmatig de grens over en we weten tot hoever we kunnen gaan om mensen beter te maken."

Meenhorst beulde zijn roeiers keer op keer af, maar wel allemaal volgens een plan. "Als je in een keer de dubbele hoeveelheid werk gaat verrichten, dan moet je dat wel slim aanpakken. Als je dat zonder nadenken doet, gaan mensen kapot."

Compromisloos

Die nieuwe aanpak werd niet door iedereen met gejuich ontvangen. Nederlandse roeiers zijn immers veelal studenten, die veel ter discussie stellen. "Er is veel tegengas gegeven. Ook zeker vanuit mij, want ik ging helemaal naar de kloten", erkent Wiersma.

Meenhorst bleef vasthouden aan de nieuwe koers. "We zijn zonder compromissen gaan werken. Ik heb het vergeleken met andere landen. Wat doen die en waarom zijn die beter? Een groot aspect is het trainen."

"In het begin was het even afwachten hoe het zou lopen, maar het is heel snel een heel goed niveau geworden." Een understatement van jewelste. Op het afgelopen WK, in 2019, veroverde het Nederlandse kwartet met ongekende overmacht de wereldtitel.

Mannendubbelvier laat concurrentie ver achter zich op WK roeien

"Er werd gezegd: probeer dit nou een jaar en als het dan niets is geworden, dan kappen we ermee", herinnert Wiersma zich. "Maar ja, het werd met afstand een wereldkampioenschap." En na dat fabuleuze optreden in de WK-finale was elke discussie over de ingeslagen weg definitief beslecht.

"Ik heb mezelf ook wel voor mijn kop geslagen, want daardoor moest ik ermee verder", zegt Wiersma lachend. "Maar het begint ondertussen - dit is het derde jaar - enigszins te wennen. Ik was nooit echt een harde werker, maar zelfs dat kun je leren."

In 1996 veroverde de Holland Acht in Atlanta olympisch goud. Een kwart eeuw later kan de dubbelvier die prestatie gaan evenaren. Het zou het ultieme loon naar werken zijn.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl